Interview

‘Zonder respect voor de politie komen we op een hellend vlak’

Kris Hendrickx, Steven Van Garsse
© BRUZZ
04/06/2020
© Saskia Vanderstichele | Mathias Vanden Borre (N-VA) en Hilde Sabbe (one.brussels) kruisen de degens.

Zij vindt dat de politie in Brussel te vaak haar boekje te buiten gaat. Hij vindt dat het respect voor de politie hersteld moet worden. Hoorzittingen in het Brussels parlement moeten meer duidelijkheid geven over wat er misloopt tussen politie en sommige buurten in de eerste kroon van Brussel. Hilde Sabbe (one.brussels) en Mathias Vanden Borre (N-VA) kruisen nu al de degens.

Wie zijn Mathias Vanden Borre en Hilde Sabbe?

Mathias Vanden Borre

  • Geboren in 1987 Dundee, Schotland
  • Studeert politieke wetenschappen, KU Leuven
  • Studeert rechten, Universiteit Gent
  • 2015-2019: kabinet Geert Bourgeois
  • Komt in 2018 in de gemeenteraad van Brussel
  • 2019: Brussels parlementslid
  • Woont in Laken

Hilde Sabbe

  • Geboren in Roeselare in 1956
  • Studeert Germaanse filologie (UGent)
  • Werkt van 1985 tot 1997 als journaliste bij Het Nieuwsblad/De Standaard
  • Van 1997 tot 2002 bij De Morgen
  • Later - tot 2015 - bij Het Laatste Nieuws
  • Sluit in 2018 aan bij de partij Be.One van Abou Jahjah
  • In 2019 verkozen voor one.brussels woont in Ukkel

Afspreken doen we op het riante terras van de Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie, in de Lombardstraat. Het is er leeg en doodstil, confi nement oblige. We zetten twee tuinbanken rechtover elkaar voor wat een striemend gesprek zal worden over het politiegeweld van de voorbije weken en het geweld tegen de politie. Voor de gezelligheid heeft Hilde Sabbe een fles frisse rosé meegebracht. Maar die zal onaangeroerd blijven.

Vanden Borre: “Ik denk dat we de wet moeten respecteren. We gaan in het midden van de parlementsgebouwen toch geen alcohol drinken. Wie Dries Van Langenhove met de vinger wijst, moet consequent zijn.” Sabbe: “Kom, kom. We zijn hier in een professionele setting, niet aan een zwembad. We zitten hier allemaal netjes op afstand van elkaar. Ik zie het probleem niet.” De fles blijft uiteindelijk dicht en we stellen het met enkele zuinige flesjes water.

Mathias Vanden Borre en Hilde Sabbe
© Saskia Vanderstichele | Hilde Sabbe en Mathias Vanden Borre.

Jullie hebben jullie eerste parlementaire jaar achter de rug. Hoe hebben jullie dat ervaren?
Mathias Vanden Borre:
Het is boeiend. Het is een mandaat dat je niet licht kan nemen. Ik ervaar vooral een grote verantwoordelijkheid. In het wetgevende werk, in de stellingen die je inneemt in het maatschappelijk debat.

Hilde Sabbe: Ik ben van de ene verrassing in de andere gevallen. Zo ben ik tot de vaststelling gekomen dat de meeste politici déúgen. Zelfs die van een andere partij (lacht). Iedereen probeert, vanuit zijn eigen ideologisch kader, het beste voor de burger te bereiken. Dat had ik niet verwacht.

Vanden Borre: Hebt u het dan ook over mij?

Sabbe: Wel ja. Ik merk dat de Brusselse N-VA’ers ook van de stad houden, op een andere manier misschien, met andere accenten. Ik voel alvast veel meer verwantschap met de Brusselse N-VA’ers dan met die in Vlaanderen.

Hilde Sabbe, u behoort tot de meerderheid. Voelt u zich niet soms deel van een applausmachine?
Sabbe: Integendeel. Ik word geregeld door de meerderheid tot de orde geroepen. Bijvoorbeeld als ik voorstellen van de PVDA goedkeur. Dat wordt me niet in dank afgenomen. Dan denk ik: zet daar dan een robot die precies doet wat gevraagd wordt. Zo zit ik niet in elkaar.

Politiegeweld 6 BRUZZ ACTUA 1680
© Francois Dvorak | Hoorzittingen in het Brussels parlement moeten meer duidelijkheid geven over wat er misloopt tussen politie en sommige buurten in de eerste kroon van Brussel.

Pascal Smet, staatssecretaris voor uw partij one.brussels, kwam onlangs in het oog van de storm terecht toen hij de verdediging opnam van de negentienjarige Adil, die omkwam na een politieachtervolging in Anderlecht. Was dat slim?
Sabbe: Ik weet niet of het slim was, en dat kan me eigenlijk ook niet veel schelen. Niet alles wat juist is, is slim. Soms moet je doen wat nodig is. Smet is zich heel goed bewust van de realiteit in deze stad. Hij weet dat de verhouding tussen politie en jongeren scheef zit. Er zijn te veel incidenten geweest waarbij allochtone jongeren zich onheus behandeld voelen. De politie hanteert andere normen voor bepaalde bevolkingsgroepen met een andere huidskleur. Dat is een realiteit die we niet naast ons kunnen neerleggen. Want wij vertegenwoordigen ook díé bevolking. We hebben stapels en stapels getuigenissen van allochtone jongeren die slecht behandeld zijn door de politie.

Smet sprak van haat bij de politie ten aanzien van de jongeren. Dat is een forse uitspraak.
Sabbe: Maar hoe blind kan je zijn! Hoeveel jongeren zijn niet zonder reden tegen de grond gegooid, of afgebekt. Vol agressie. Dat is de maatschappelijke realiteit.

Mathias Vanden Borre, akkoord?
Vanden Borre: Mijn oren beginnen te tuiten als ik dit hoor. Door de politie haat toe te dichten, is Smet een brug te ver gegaan. Il a vraiment raté l’occasion de se taire. Wat gebeurd is met Adil is een jammerlijke zaak, maar het is ongepast om dan, zonder kennis van zaken, de politie met de vinger te wijzen.

Sabbe: Dat heeft hij niet gedaan. Ik daag je uit om dat te tonen. Smet heeft een vertrouwensbreuk aangeklaagd, en onbegrip.

Vanden Borre: (onverstoorbaar) Smet heeft de eigen ordediensten in twijfel getrokken en ze op het schavot gezet. Zoiets treft het politiekorps midscheeps. Er loopt een gerechtelijk onderzoek. Laten we daarop wachten. Kijk, dit is het kernprobleem in dit debat: de Brusselse politie wordt niet gesteund door een bepaald deel van de politieke klasse. Smet was niet de enige politicus die de politie op de korrel heeft genomen in deze coronatijd.

“De politie hanteert andere normen voor bepaalde bevolkingsgroepen met een andere huidskleur”

Hilde Sabbe (One.brussels)

Hilde Sabbe

Sabbe: Ofwel ben je voor ofwel tegen de politie? Met zo’n tweedeling zullen we er niet komen, hoor. Natuurlijk moeten politici achter de politie staan, maar als die hun boekje te buiten gaat, is het onze democratische plicht om haar daarop te wijzen. Een politie die kritiekloos haar gang kan gaan, is iets voor totalitaire regimes. De politie staat niet boven de wet.

Vanden Borre: We moeten het respect voor de politie herstellen. Zij is een fundament van onze rechtsstaat. Zonder respect voor de politie komen we op een hellend vlak terecht. In de chaos. We weten dat al lang. De filosofen Thomas Hobbes of Montesquieu wezen al op het belang op ordehandhaving. Vooral voor de zwaksten in de samenleving.

Uit een RTBF-reportage van vorige week bleek dat racisme en seksisme welig tieren bij de Brusselse politie.
Vanden Borre: Ik las dat, ja. Er zijn instanties die controle uitoefenen. Er is het Comité P en er zijn de rechtbanken. Racisme en seksisme zijn strafbaar. Iedereen kan een klacht indienen. Maar zeker even belangrijk: Pascal Smet is, aan het einde van de rit, medeverantwoordelijk. Als lid van de regering moet hij er, samen met de burgemeesters, over waken dat de politiekorpsen goed functioneren. Hij zit al sinds 2003 in de regering. Wat heeft hij gedaan om hier wat aan te doen? Met een Facebook-post waarin de politie wordt gekapitteld, los je dit niet op.

Sabbe: Klachten bij het Comité P zijn een lachertje. Er gebeurt nooit iets. Wie een klacht indient tegen de politie delft gegarandeerd het onderspit. Dat bleek trouwens ook uit de reportage.

1711 Mathias Vanden Borre en Hilde Sabbe
© Saskia Vanderstichele kopie | Mathias Vanden Borre en Hilde Sabbe

Je kan niet ontkennen dat er een probleem van vertrouwen is tussen politie en de mensen in bepaalde buurten van Brussel. Dat bleek ook uit het fi lmpje dat door de vakbonden werd verspreid en waarbij jonge agenten ervan langs kregen van buurtbewoners. Wat moet er gebeuren om dat vertrouwen te herstellen?

Vanden Borre: Door community policing, dat heeft bijvoorbeeld in New York echt vruchten afgeworpen. Ik zie drie grote pijlers. Ten eerste moet je agenten lokaal rekruteren. Daarnaast moet je de politie de juiste tools geven, zoals bodycams. Ten slotte moet je de politie betrekken bij de samenleving. Dat kan door de oprichting van buurtinformatienetwerken waarbij burgers en politie een gemeenschappelijk doel delen. Tot slot zijn er in Brussel structurele veranderingen nodig met een centrale aansturing. Met één politiezone, één veiligheidsbeleid. Ik ben blij dat one.brussels dat ook in zijn programma heeft opgenomen. Maar ik zie intussen niet veel van een centraal veiligheidsbeleid. Er zijn miljoenen geïnvesteerd in een uniek dataplatform voor alle politiecamera’s in Brussel. Dat is nog altijd niet operationeel. Waar wacht de meerderheid eigenlijk op?

Sabbe: Laat ik ook antwoorden, want anders lijkt het alsof we alleen kritiek hebben op de politie. Het zou goed zijn als de politiekorpsen de diversiteit in de stad weerspiegelen, dat ze voeling hebben met de grootstad. Hier zien we vaak jongens die uit het blanke Wallonië en Vlaanderen worden geplukt die geen ervaring hebben met de diverse samenleving van Brussel.

Vanden Borre: Maar hoe wil je het beroep van agent aantrekkelijk maken bij de jongeren als ze die agenten op de hoek van de straat neerknuppelen? Het geweld tegen de politie is in vier jaar tijd verviervoudigd.

Het Brussels Gewest heeft na de rellen dertig jaar geleden heel veel geld gepompt in de wijken, onder meer met wijkcontracten. Actiris zet ook fors in op de bestrijding van jeugdwerkloosheid. Maar dat brengt blijkbaar geen zoden aan de dijk.

Sabbe: Dat moet onderzocht worden Er zijn straathoekwerkers, maar ze zijn met te weinig en ze worden niet au sérieux genomen. Nochtans weten zij heel goed wat er leeft.

"Door de politie haat toe te dichten, is Smet een brug te ver gegaan"

Mathias Vanden Borre (N-VA)

Mathias Vanden Borre

Mathias Vanden Borre, is straathoekwerk het gepamper waar u het over heeft in uw opiniestuk voor Knack?

Vanden Borre: Ik heb niets tegen buurtwerk. Ik vind wel dat we de slachtofferrol van die jongeren niet moeten cultiveren. Het is niet omdat je in Kuregem opgroeit in een achtergesteld gezin, dat de politie je in het vizier neemt. Dat is nochtans het beeld dat de PS graag ophangt. De PS-burgemeesters in die buurten zouden die jongeren beter wat meer motiveren om uit die gesloten
samenleving te stappen en een job te zoeken.

Sabbe: Ik heb echt het gevoel dat u niet weet hoe het eraan toegaat in die wijken. De jongere volgt een opleiding, gaat solliciteren, maar komt vaak van een kale reis terug. Zijn achternaam volstaat. Ik nam de proef op de som als journalist bij De Morgen door incognito te solliciteren: ik werd vijf keer afgewezen met een buitenlandse naam en accent, en wel uitgenodigd als mezelf. Ik zal een ander voorbeeld geven. In een bepaalde gemeente staan aan een brouwerij Vlaamse jongeren een jointje te roken. De politie komt voorbij en zwaait eens. Als daar tien Marokkanen een jointje roken, dan gaan direct de alarmbellen af.

Justice pour Adil_Vorst
© HD/BRUZZ | Mathias Vanden Borre: "Wat gebeurd is met Adil is een jammerlijke zaak, maar het is ongepast om dan, zonder kennis van zaken, de politie met de vinger te wijzen."

Vanden Borre: Dat is anekdotiek.

Sabbe: Dat is het verhaal van mensen. En dat is gemaakt uit anekdotes.

Dragen de socialisten geen verpletterende verantwoordelijkheid? Het Brussels Gewest wordt al sinds 1989 door de PS bestuurd …

Sabbe: Ik voel me niet aangesproken. Bovendien heb je als overheid niet alles in handen. En ik blijf erbij dat de politie een negatieve rol speelt in de opbouw van de samenleving in bepaalde wijken. Vandaar de hoorzittingen die we in het Brussels parlement zullen laten plaatsvinden. Laten we samen kijken wat er misloopt.

Een van de kritieken vanuit de politievakbond is dat de overheid vraagt om ‘bemiddelend’ op te treden. Moeten we het over een andere boeg gooien, met nultolerantie?

Vanden Borre: Zeker in coronatijd. Het gaat tenslotte om onze volksgezondheid en om beslissingen die kamerbreed zijn gesteund. Iedereen is hier gelijk voor de wet. Bepaalde bevolkingsgroepen op een andere manier benaderen omdat ze het moeilijker hebben, is niet de juiste weg.

Sabbe: De coronamaatregelen zijn gemaakt op maat van de blanke middenklasse. De jongeren in Kuregem hebben geen koersfiets om zich te ontspannen. Ze wonen op een kluitje samen en hun manier om zich te ontspannen, is wat gaan hangen aan een basketbalveldje. De coronamaatregelen gaan daaraan voorbij.

Hoe hebben jullie zelf de coronatijd beleefd?

Sabbe: Ik heb ontdekt hoezeer Brussel afhankelijk is van wat er allemaal gebeurt. De restaurants, de theaters. Alles is dicht. Brussel leek wel een decor. Verder heb ik alle uithoeken van Ukkel leren kennen door er te wandelen. Ukkel, ik woon er op de grens van Drogenbos, is best groot en mooi.

Vanden Borre: Bevreemdend. Brussel werd wat je normaal alleen in films of boeken ziet. De intermenselijke impact van de lockdown was enorm. We hebben een sterfgeval gehad in de familie. Dat zijn momenten die je niet licht vergeet.

Hoe heeft de Brusselse regering het ervan afgebracht?

Vanden Borre: Een crisis creëert normaal opportuniteiten, maar die heb ik minister-president Rudi Vervoort (PS) niet zien nemen. Hij was heel afwezig, net zoals na de aanslagen. Hij is geen leidersfiguur. Dat zie je meer bij burgemeester Philippe Close (PS). Als hij iets in handen krijgt, wordt dat Chefsache.

Sabbe: Sommigen zeggen dat Vervoort de crisis niet heeft willen aanwenden om zich te profileren en dat hij het vertrouwen heeft gegeven aan zijn vakministers, maar hij had toch best het laken meer naar zich toe mogen trekken. Het is bijvoorbeeld niet logisch dat elke gemeente haar eigen mondmaskerbeleid kan voeren. Maar het is grotendeels een structureel probleem. In Brussel zijn zoveel bevoegdheidsniveaus tegelijk actief dat het moeilijk is om slagkrachtig te zijn.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel, Politiek, Samenleving, politiegeweld, machtsmisbruik, Hilde Sabbe, Mathias Vanden Borre

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni