Citroën krijgt mogelijk ook architectuurcentrum

Als het van minister-president Rudi Vervoort (PS) afhangt, is op de Citroënsite nog plaats voor andere culturele instellingen naast het geplande museum. Eerste kandidaat is het architectuurcentrum CIVA, dat sinds kort helemaal is overgenomen door het Gewest.

Sinds 8 maart is het CIVA (Centre Internationale de la Ville et de l’Architecture) in Elsene een stichting van openbaar nut, volledig beheerd en gefinancierd door het Gewest. Dat trekt jaarlijks 2 miljoen euro uit voor de werking van het architectuurcentrum. Het CIVA is in 1999 opgericht als een vzw en omvat verschillende privécollecties en archieven.

Met de overname van het Gewest, mogelijk gemaakt door de zesde staatshervorming, is het CIVA voortaan officieel een tweetalige instelling. Hoewel de tentoonstellingen en andere evenementen reeds tweetalig waren, kwam de financiering jarenlang van de Cocof en de Franse Gemeenschap. Door financiële moeilijkheden moest het Gewest echter eerder al bijspringen.

Behalve een nieuwe structuur belooft Vervoort ook een nieuw elan voor het CIVA. De stichting krijgt mogelijk een nieuwe naam en een nieuwe stek. De regeringsleider kijkt daarvoor naar de Citroënsite, waar ook een nieuwe museum voor moderne kunst moet komen.

Het Citroëngebouw is goed voor in totaal 45.000 vierkante meter. Het museum zou daarvan 15 tot 20.000 vierkante meter innemen. Daarnaast is dus nog plaats voor andere functies. “Dat kunnen woningen zijn, maar ook andere functies die verband houden met artistieke creatie”, aldus Vervoort. “Architectuur past in dat plaatje, maar ook muziek, dans en noem maar op.”

'Geen lintjesobsessie'
De archieven en tentoonstellingen van het CIVA verhuizen naar Citroën zou de stichting meer zichtbaarheid geven. Dat sluit aan bij de andere doelstelling om een breder publiek te bereiken.

“De stichting zal tentoonstellingen organiseren maar ook het debat en de reflectie rond de nieuwe stadswijken stimuleren”, aldus Vervoort. “Bedoeling is zo de angst voor architectuur weg te nemen en te tonen welke ideeën er schuilen achter de stenen en het beton. Het gaat immers niet alleen om gebouwen, maar ook om de stad van morgen.”

Momenteel loopt een studie die moet uitmaken wat de mogelijkheden van de site zijn. De resultaten worden tegen de zomer verwacht. Of het Citroënproject nog deze legislatuur rond geraakt is ondertussen twijfelachtig. “We mikken op een opening in 2019”, aldus nog Vervoort. “Het is voor mij geen obsessie om lintjes te knippen. Het enige wat me interesseert is dat het project op de rails staat en niet meer kan worden teruggedraaid.”