Grensgevallen (4): de kerkhoven

Laurent Vermeersch
© brusselnieuws.be
31/07/2014

Inwoners van de Vijfhoek worden begraven in het verre Evere, Sint-Joostenaren hebben een kerkhof in Schaarbeek. Wie overlijdt in Etterbeek of Vorst krijgt zijn laatste rustplaats zelfs in Vlaanderen. Plaatsgebrek en hygiënische overwegingen hebben ervoor gezorgd dat gemeenten hun doden in de loop der tijd op afstand gingen vereren.

Elke Brusselse gemeente heeft zijn eigen kerkhof, waar enkel eigen inwoners ter aarde besteld worden. Dat is niet altijd zo geweest. Eeuwenlang werden mensen in hun eigen parochie begraven, letterlijk onder de kerktoren. Vandaar ook de naam kerkhof.

Zeker in de steden was dat echter onhoudbaar door de groeiende bevolking en problemen met de hygiëne. Vooral armere mensen werden immers wel eens in slechte omstandigheden begraven en dat wekte besmetting van het grondwater en dus de verspreiding ziekten zoals cholera in de hand.

Na een aanporring van de, toen nog Oostenrijkse, overheid, sloegen enkele Brusselse parochies de handen in elkaar om buiten de stadsomwalling, de latere Vijfhoek, nieuwe kerkhoven te gaan oprichten. Parochianen van Sint-Katelijne en Sint-Goriks zouden voortaan begraven worden in Molenbeek, die van de Zavel en de Miniemenkerk in Sint-Gillis. De parochies van Sint-Goedele, Sint-Niklaas en Onze-Lieve-Vrouw van Finis Terrae vonden een geschikt terrein in Sint-Joost.

Maar ook die nieuwe begraafplaatsen bleken al snel te klein en bleven geteisterd door misbruik en nalatigheid. Wanneer de Brusselse schepen voor Burgerlijke Stand in 1841 een bezoek brengt aan enkele kerkhoven keert hij geschokt terug. Veel kisten waren van dergelijke slechte kwaliteit dat ze uit elkaar vielen zodra ze werden aangeraakt en de lijken waren vaak naakt.

De tijd was rijp voor een nieuwe aanpak. Er werden verschillende projecten gelanceerd, ook voor één groot kerkhof voor wat toen als de Brusselse agglomeratie beschouwd werd. De verschillende gemeenten raakten het echter niet eens dus ging ieder zijn eigen weg.

De gemeenten wilden de kerkhoven organiseren om erop toe te zien dat alles volgens het boekje gebeurde – sommige projecten gingen uit van een eigen schrijnwerkerij, marmeratelier en lijkwagens – maar ook om de inkomsten te verhogen.

Gemeentelijke kerkhoven waren een kleine revolutie en een doorn in het oog van de clerus, die de controle over de doden niet zomaar uit handen gaf. De eerste teraardebestelling in ongewijde grond, in 1862 in Sint-Gillis, lokte dan ook enkele duizenden kijklustigen. Toen er niets bijzonder gebeurde, vroegen ook enkele katholieke families prompt een concessie aan.

Ondertussen had ook de Stad Brussel een concreet project voor een groot nieuw kerkhof. De keuze viel op een lap grond van 30 hectare in Evere. Ondanks protest van die gemeente, ging het complex open in 1877.

Ook andere gemeenten zochten in de loop der jaren hun heil steeds verder op den buiten, meestal tot ongenoegen van de gastgemeente. Zo heeft Sint-Gillis een begraafplaats in Ukkel en Sint-Joost in Schaarbeek. Heel wat Brusselse gemeenten begraven hun doden zelfs voorbij de gewestgrens. Het kerkhof van Schaarbeek ligt half op Evere en half op Sint-Stevens-Woluwe (Zaventem), dat van Vorst ligt in Alsemberg (Beersel) en die van Etterbeek en Sint-Lambrechts-Woluwe in faciliteitengemeente Wezembeek-Oppem.

Ondertussen zijnde meeste van die kerkhoven ingehaald door de verstedelijking, maar dat maakt weinig uit omdat het probleem van de hygiëne zich niet meer stelt. “De kerkhoven evolueerden van een plaag tot een majestueuze plaats vol waardigheid”, in de woorden van historicus Guy Malevez.

Dat het ook anders kon bewees het toen nog onafhankelijke Laken, waar in 1876 de eerste grafgalerij open ging. Met het nieuwe concept konden de problemen qua plaatsgebrek en hygiëne opgelost worden zonder de kerktoren te verlaten.

Een andere uitweg bood de crematie, maar die vond in België relatief laat ingang door verzet van de katholieke wereld. De eerste crematie in Ukkel dateert pas van 1933. Ondertussen kiest echter een ruime meerderheid van de Brusselaar voor verbranding. Vandaar de nood om een tweede crematorium te bouwen. Na jaren plannen maken wordt dat momenteel gerealiseerd op het kerkhof van Brussel. In Evere dus.

De Navo is niet te vinden in Evere, maar in Haren, de Basiliek van Koekelberg ligt eigenlijk half in Ganshoren en VUB-campus Etterbeek behoort tot het grondgebied van Elsene. De grillige gemeentegrenzen zorgen in Brussel wel eens voor plaatsnaamverwarring. In deze zomerreeks gaan we op zoek naar het verhaal achter grensgevallen.

Grensgevallen

De Navo is niet te vinden in Evere, maar in Haren, de Basiliek van Koekelberg ligt eigenlijk half in Ganshoren en VUB-campus Etterbeek behoort tot het grondgebied van Elsene. De grillige gemeentegrenzen zorgen in Brussel wel eens voor plaatsnaamverwarring. In deze zomerreeks gaan we op zoek naar het verhaal achter grensgevallen. 

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Samenleving, Grensgevallen

Lees ook

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni