Bijgedachte

'Het 'oeps-momentje' op de Grote Markt was er vooral een van de overheid'

Mathias Declercq
© BRUZZ
01/12/2020
© Ivan Put | Kerstdrukte op de Grote Markt.

De “enorme drukte” op de Grote Markt dit weekend veroorzaakte “ontgoocheling en boosheid” bij de virologen en de beleidsmakers die de coronacrisis proberen in te dammen. “Leren mensen dan niet bij?” vroeg de zichtbaar gefrustreerde infectiologe Erika Vlieghe zich af in De Zevende Dag.

Het is enerzijds logisch en vaak ook nodig gebleken dat onze beleidsmakers ons op onze verantwoordelijkheden wijzen in deze coronacrisis. Zeker op een moment dat zelfs na een volle maand lockdown nog steeds bijna vierduizend patiënten met corona in het ziekenhuis liggen. We bevinden ons nog steeds in een acute gezondheidscrisis waarbij een nieuwe opflakkering echt uit den boze is – en waar we dus onder meer onze traditionele kerstfeestjes voor zullen moeten opgeven.

Toch stelt zich de vraag: naar wie moeten we onze boosheid richten? In eerste instantie leek Vlieghe haar pijlen te richten op de mensen die naar de Grote Markt afzakten om de verlichte gebouwen en de kerstboom te bewonderen. “Sommige mensen zullen het nooit leren,” viel viroloog Marc Van Ranst haar bij op Twitter.

Toen ook Vlaams minister-president Jan Jambon (N-VA) zijn “gigantische bezorgdheid” over de drukte in Brugge en Brussel kwam uiten, verlegde hij de focus naar de lokale besturen. Hij noemde het “onverstandig” dat steden dit soort evenementen organiseren. “Zelfs al raad je mensen af om te komen.”

En dus komen we uiteindelijk uit bij de Stad Brussel. Burgemeester Philippe Close (PS) legde daar de verantwoordelijkheid bij de bezoekers zelf. “Spijtig genoeg kwamen te veel mensen op hetzelfde moment. Wij vragen met aandrang dat iedereen de Covidregels volgt.”

"De overheid faalt waar de evenementensector, de horeca en de winkels intussen al ruim een halfjaar ervaring mee hebben: het strikt afdwingen van al die noodzakelijke regels"

BRUZZ-redactiechef Mathias Declercq

Mathias Declercq

Onverbiddelijke avondklok

Sta me toe om al het bovenstaande toch al te makkelijk te vinden. Het is nogal cynisch om de individuele Brusselaar die bij wijze van afleiding in deze donkere dagen de kerstverlichting komt aanschouwen met de vinger te wijzen. Zo ergens na het lange telewerken, de zorg voor een eventueel kroost en vóór de onverbiddelijke avondklok van 22 uur die om de een of andere reden nog steeds twee uur vroeger ingaat dan in de rest van dit land. Of zoals een vertegenwoordiger van de evenementensector het treffend verwoordde: “Die mensen zijn niet allemaal vertrokken met de bedoeling om tussen het volk te gaan staan.”

Het is driedubbel cynisch als je weet dat de overheid faalt waar de evenementensector, de horeca en zelfs de winkels intussen al ruim een halfjaar ervaring mee hebben: het strikt afdwingen van de noodzakelijke afstand, het verplichten van mondmaskers, crowd control én de handhaving van al die noodzakelijke regels.

Dat gebrek aan handhaving geldt overigens niet alleen voor wat kerstverlichting op de Grote Markt. Wie al eens opeengepakt zit in de Brusselse metro of op een treinperron, weet genoeg. Dus ja, het gedrag van elkeen van ons is bepalend in de strijd tegen het coronavirus. Maar waar het kan en moet, moeten onze overheden dat gedrag zoveel mogelijk in de goeie richting sturen. We kunnen alleen maar hopen dat er meer nagedacht is over het openen van de winkels. Al moeten we vaststellen dat we tot maandagnamiddag geen antwoord konden krijgen op de vraag op welke manier de winkels de volgende ochtend zouden openen. Oeps?

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel-Stad, Samenleving, Grote Markt, aanpak coronacrisis, coronadrukte

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni