Mode- en designhuis blijft werk in uitvoering

Jean-Marie Binst
© Brussel Deze Week
16/05/2012
Het blijft minstens wachten tot 2015 voordat MAD Brussels, het centrum voor mode en design in de Dansaertwijk, opengaat. MAD moet het hart vormen van de economische bedrijvigheid en de promotie rond mode en design. Vandaag mist het instituut nog body. CEO Alexandra Lambert moet vele neuzen in één richting krijgen. “De overheid moet zich afvragen of ze de juiste koers volgt, nu er tekenen aan de wand zijn.”

Het faillissement van modeambassadeur Christophe Coppens doet duidelijk stof opwaaien.V rijdag nam de hoedenmaker en modekunstenaar ontslag in de raad van bestuur van MAD (Mode and Design) Brussels (zie artikel rechts) . Nu zelfs een icoon als Coppens er het bijltje bij neerlegt, zal Brussel hard moeten bewijzen dat het menens is met de ondersteuning van ontwerpers, fabrikanten en verkopers. Het idee van de lancering van het referentiehuis MAD Brussels, als economisch promotiecentrum voor beide sectoren, rijpt al sinds 2006, en nog altijd is het project niet op kruissnelheid. Welke impact MAD zal hebben, zodra het pand op de Nieuwe Graanmarkt af is (in 2015), blijft koffiedik kijken.

"De mode- en designsector heeft een langetermijnvisie nodig om professionals en starters te kunnen ondersteunen; daarvoor is MAD opgericht," zegt directeur Alexandra Lambert, die nog een ander petje draagt.

Waarom een overkoepelende structuur uitwerken, als Modo Brussels en Designed in Brussels deze sectoren al ondersteunden?
Alexandra Lambert: "Omdat we meer kunnen realiseren in één structuur, als we de som maken van alle versnipperde middelen. De winsten worden dan gemaximaliseerd. In 2006 had het Brussels Gewest veel budget uitgetrokken voor het Jaar van Mode en Design. Ik vond het zonde om alles te focussen op één themajaar dat zeer tijdelijk de toeristische kaart zou trekken (in 2012 wordt met Brusselicious de gastronomie gepromoot, red.). Een grote investering moet kunnen renderen op de lange termijn. Vandaar mijn idee voor een blijvend instrument, met internationale allure. Het kan het beleid op de lange termijn uitwerken. Het Gewest heeft jarenlang te veel geld gestoken in losse structuren. Als we internationaal willen meespelen, dan moeten we samenspannen."

Ziet u Brussel dan als speler van internationale betekenis in mode en design?
Lambert: "Zeker, het is zelfs de basis van onze visie. Vandaar dat we bij de opstart van MAD alle bestaande Brusselse initiatieven rond de tafel hebben gebracht: beginnend met Modo Brussels en Designed in Brussels, met de vraag om te integreren. Voorts is er ook Brussels Invest & Export (van de administratie Buitenlandse Handel, red.) en het Brussels Agentschap voor de Onderneming (BAO) met zijn ondersteuning van economische activiteiten van bedrijven uit beide sectoren. Ook het bedrijvencentrum Dansaert was geïnteresseerd, omdat het jonge mode- en designbedrijven in de arm neemt. Als we een referentiehuis willen zijn, dan zijn acties samen veel meer waard dan de one-day shots die - met de beste bedoelingen - een fortuin kosten aan iedereen. Zulke acties zijn veel te snel weer uit het vizier."

Modo Brussels en Designed in Brussels werken al lang met krappe middelen; vandaag maken ze nog geen volwaardig deel uit van MAD.
Lambert: "We werken aan een progressieve integratie. Hun bureaus zijn begin 2012 naar MAD verhuisd (nu nog gevestigd in het Dansaertcentrum, red.) . Met Modo Brussels is een conventie ondertekend tot integratie, met Designed in Brussels is dat nog niet gebeurd. Over enkele maanden maken we met Modo Brussels de evaluatie van beide kanten, met het oog op één versterkte structuur in 2013. Het zou ridicuul zijn om al wat Modo Brussels heeft bereikt, niet naar waarde te schatten en deze politiek niet verder te ontwikkelen."

Er zijn al zes jaar voorbij, en nóg is het concept niet honderd procent operationeel.
Lambert: "Ik blijf de vraag krijgen waarom het zo lang duurt. Het eerste jaar diende om de filosofie van het centrum uit te schrijven. In 2007 is via het Dansaertcentrum een dossier ingediend bij het Gewest. Het zorgde ervoor dat er geld kon worden verkregen in het kader van het Europees structuurfonds Feder 2007-2013. Daardoor was er een startpot van bijna 7 miljoen euro, waarvan 1,7 miljoen euro van Europa, 1,7 miljoen van het Gewest en 3,5 miljoen als cofinanciering van Brussel-Stad. Er waren drie financieringsvoorwaarden van Europa en het Gewest: we moesten een gebouw vinden, een juridische structuur op poten zetten (MAD ontstond in 2010, red .) en een integratie met de wijk bewerkstelligen."

Terwijl de beroepssector op een neutrale positie rekent, lijkt het hele MAD-project gepolitiseerd door overheden die geld toesteken, te beginnen met het Gewest (minister van Economie, Buitenlandse Handel en Werk Benoît Cerexhe) en de Stad (schepen van Toerisme Philippe Close).
Lambert: "Er ging een heel proces van lobbying aan vooraf om MAD van de grond te krijgen. Je moet politici warm krijgen om middelen te steken in deze sectoren. Het bleek duidelijk dat er heel wat meer geld nodig was om mode en design als hefboom te kunnen gebruiken als Brussel een economische return wou."

"Zonder de politieke wil om in onze structuur te investeren trappelden we ter plaatse, en misten we de grote meerwaarde die beide sectoren (kunnen) opleveren. Het had geen zin dat iedereen op zijn niveau 'klein' bleef. Bovendien geraken we nu bij Europa binnen, dat zonder overheidsdossier - of het nu van de Stad of het Gewest is - geen subsidies uitreikt."

"Na deze politieke opstartfase vertrouwen we op de experts uit de sector om MAD te stuwen. De samenstelling van onze raad van bestuur is volledig pluralistisch (voorzitter van PS-signatuur, vicevoorzitster van CDH, red.). Wel geef ik toe dat de samenwerking met de Vlaamse Gemeenschap verstevigd moet worden; de onderhandelingen zijn nog niet gevorderd."

Denkt u dat bij MAD zal worden aangeklopt vanuit alle hoeken van mode en design?
Lambert: "We hebben verschillende pijlers ontwikkeld waarop we alles bouwen. Allereerst is er de economische zuil, voor de begeleiding van designers en alle verwante beroepen van de modesector. Dat kan zelfs een modepersbureau of een modefotograaf zijn. Daarvoor doen we een beroep op externe projectbegeleiders, goed thuis in bedrijfscoaching, het opstellen van businessplannen en de begeleiding van subsidieaanvragen."
"Een tweede pijler is de tewerkstelling, waarvoor we met Actiris een 'Centre of Excellence ' uitwerken. Het is de bedoeling om werkzoekenden uit beide sectoren te begeleiden en een dienstenagentschap uit te werken. Derde pijler is letterlijk en figuurlijk een vitrine zijn voor mode en design, een platform voor innovatie. Niet als een museum, maar met kortlopende tentoonstellingen - over maquillage, bijvoorbeeld - en met workshops. Daarnaast gaan we in ons tweede pand in de Gierstraat bijna-afgestudeerden in residentie nemen, en als het MAD-pand af is, nemen we ook buitenlandse ontwerpers in residentie, zodat er een kruisbestuiving ontstaat."

Dat vraagt om zichtbaarheid, want mensen willen zíén waarom Brussel de naam van mode- en designstad claimt.
Lambert: "Daarvoor zullen we het toerisme en de promotie rond evenementen aanzwengelen. Modo Brussels en Designed in Brussels waren de eerste die dergelijke evenementiële promotie voerden, en MAD hoopt hen hierin te doen groeien. Bedoeling is dat VisitBrussels (toeristische dienst van het Brussels Gewest, red.) onze evenementen meer op de internationale kaart zet. Zo willen we op 1 december de awards voor Mode en Design uitreiken, op de schaal van Les Magrittes du Cinéma. Hopelijk kunnen we er een nationale happening van maken, waarin we graag Vlaanderen - ook voor de jury en de uitstraling - zouden betrekken. Zo'n (inter)nationale focus kan andere, buitenlandse evenementen naar de Europese hoofdstad zuigen, wat verschillende sectoren ten goede komt. Het is hoog tijd dat Brussel zich op de kaart zet."

U sprak van een versteviging van de samenwerking met Vlaanderen. Hoe ziet u dat?
Lambert: "Er zijn talloze promotiekanalen in Vlaanderen, van het designmuseum in Gent en het modemuseum in Antwerpen tot de interieurbeurs van Kortrijk. Niemand in dit land speelt alle troeven uit. Juist daarvoor dient MAD. Waar ik van droom, is dat Design Vlaanderen bij ons een vitrine heeft, en een voet binnen onze structuur, zoals Wallonie-Bruxelles Design/Mode al bereid is te doen. Maar laten we eerst het Brusselse project 'under construction' tot een goed eind brengen. MAD mag zich niet vergalopperen."

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Samenleving , Cultuurnieuws , Shop

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni