Summer vibe

Op stap met Daniel Soumillion: de wondere tuinwijken van Watermaal-Bosvoorde

Danny Vileyn
© BRUZZ
20/07/2019

| Op stap met Daniel Soumillion in de wondere wereld van de tuinwijken, goed voor 20 procent van de huizen in Watermaal-Bosvoorde

Sinds de gemeenteraadsverkiezingen van oktober vorig jaar telt het Brussels Hoofdstedelijk Gewest niet minder dan 27 Vlaamse schepenen en OCMW-voorzitters. Wij kozen er vier uit om op stap te gaan in hun gemeente en ons mee te tronen naar drie plekken in de gemeente. Daniel Soumillion (Groen) uit Watermaal-Bosvoorde leidt ons rond in de tuinwijken.

Ooit was Watermaal-Bosvoorde beroemd om zijn Japanse kerselaars, maar tegenwoordig zijn de bomen te jong of te armoedig om er grootse feesten voor te organiseren zoals in de jaren 1970. Dat zegt schepen van Patrimonium en Cultuur Daniel Soumillion (Groen). Welkom in de wondere wereld van de tuinwijken die goed zijn voor twintig procent van het Bosvoordse woon­bestand.

Daniel Soumillion is een a-typische Groen-schepen: hij is geen vrouw en hij is niet meer zo jong, en bovendien is hij pas twee jaar na zijn pensionering politiek actief geworden. Dat hij de gemeente door en door kent, zoals tijdens onze wandeling zal blijken, is te danken aan zijn carrière als ambtenaar bij de gemeente, eerst bij de dienst openbare werken, de laatste 25 jaar als gemeenteontvanger. Soumillion woont al 46 jaar in Bosvoorde, woonde voordien in Oudergem. Hij heeft altijd in het zuiden van Brussel gewoond.

Knokige kerselaar

“Als je zolang meegaat als ik heb je veel mensen gekend. Sommigen zijn er nu al niet meer. En ook memorabele evenementen. Zo herinner ik me de feesten rond de Japanse kerselaars in 1971. De Georges Benoîtlaan werd afgesloten voor het verkeer, onder iedere Japanse kerselaar stond een spot geplaatst en op de grasperken stonden er beeldhouwwerken van kunstenaars uit Bosvoorde en andere gemeenten. Er waren ook colonnes met klassieke muziek en verlichte fonteintjes midden in de straat. Voor de mensen die hier na hun werkuren een wandelingetje kwamen maken, was dit de hemel op aarde.”

Later in de voormiddag legt Soumillion bij een knokig exemplaar – typisch voor de middenperiode van zijn bestaan - uit dat de Japanse kerselaar een biologisch bestaan heeft van 65 jaar. Het zijn bomen die niet erg vorstbestendig zijn, daarom worden ze geënt op een andere boom. Zieke of oude bomen worden weggenomen en vervangen, meestal door Japanse kerselaars, maar niet altijd, zegt Soumillion: “Als Monumenten en Landschappen het vraagt, worden er andere bomen geplant, want een kleine honderd jaar geleden waren niet alle bomen Japanse kerselaars.”

Op Stap Met Daniel Soumillion 09 BRUZZ ACTUA 1671

| Een stevige Japanse kerselaar

Bijna honderd

De hoofdmoot van onze wandeling speelt zich af in Le Logis-Floréal, de twee tuinwijken die per 1 januari 2018 fuseerden en in 1921 hun honderdjarige bestaan mogen vieren. Samen zijn ze goed voor zo’n 1.800 woongelegenheden, de Logis telt er 1.045, de Floréal 715. Het overgrote deel van de woningen zijn coöperatieve huurwoningen, een tweehonderdtal is in privébezit.

Die woningen werden verkocht met de beurscrash van 1929 toen de federale overheid – toen nog de nationale overheid – geen centen meer veil had voor de bouw van sociale woningen en de Logis zich verplicht voelde om woningen te verkopen om verder te kunnen bouwen. Nu worden die woningen peperduur verkocht op de privémarkt. Tijdens onze wandeling merken we een klein huisje op dat door Sotheby’s te koop wordt aangeboden. “Je koopt hier geen huis, je koopt een omgeving,” legt Soumillion uit.

De schepen vertelt dat vorig jaar 376 woningen een nieuw dak en bijhorende isolatie kregen. Een van de klachten van sociale huurders over heel Brussel is dat de verwarmingskosten niet zelden zwaarder om te dragen zijn dan de eigenlijke huur. Soumillion: “De huurders zouden dertig procent moeten kunnen besparen op de stookkosten.” Het valt op dat tussen rijen nieuwe daken er een paar niet vernieuwd zijn. “Dat zijn privéwoningen, waarvan de eigenaar het niet opportuun vond tegelijkertijd zijn dak te vernieuwen,” zegt Soumillion.

"Voor de mensen die hier na hun werkuren een wandelingetje kwamen maken, was dit de hemel op aarde."

Daniel Soumillion (Groen), schepen in Watermaal-Bosvoorde

Aandeel kopen? 2,48 euro

Soumillion neemt ons mee naar de Aartshertogensquare, waar een vreedzame rust heerst, en waar een schitterend gebouw staat: het Hector Denisgebouw. “Voor de restauratie was de gevel effen grijs, maar met het zandstralen van de gevel zie je dat het pand uit twee verschillende soorten baksteen is opgetrokken. We hebben ook ontdekt dat de ramen oorspronkelijk in het oranje waren, terwijl we ervan uitgingen dat de Floréal altijd geel was en Le Logis altijd groen. Er waren dus uitzonderingen.”

Een blik door de ramen van het gebouw leert dat er van het oorspronkelijke interieur niets behouden werd. Dat de Commissie voor Monumenten en Landschappen niet wil dat er ook maar aan iets geraakt wordt tijdens renovaties blijkt de zoveelste mythe. “Oorspronkelijk telde het gebouw 70 appartementen, nu zijn er nog 44. Veel van die appartementen hadden geen badkamer en plaats voor een wasmachine en ander hedendaags comfort was er ook niet.”

Wie een sociale woning in Le Logis-Floréal wil betrekken, moet niet alleen aan de algemene voorwaarden voldoen die in heel het Brussels gewest gelden, hij of zij moet ook aandelen kopen. Het is en blijft een coöperatieve. Soumillion: “In 1925 was dat 15.000 frank, wat best veel geld was. Tegenwoordig kost één aandeel 2,48 euro, de totale prijs is amper geëvolueerd.”

Op Stap Met Daniel Soumillion 02 BRUZZ ACTUA 1671

| Het Hector Denisgebouw aan de Aartshertogensquare, met twee kleuren baksteen

Bloemen en dieren

Aan de Aartshertogensquare trekt de gemeente ook een gebouw op met 59 huurappartementen voor middeninkomens, een kinderdagverblijf en een klein medisch centrum. Dat er in een klein medisch centrum en een kinderdagverblijf voorzien wordt, ligt in de traditie van de tuinwijken. De coöperatieve bouwde naast grotere en kleinere woningen een eeuw geleden ook kleuter- en lagere scholen, en een cultureel centrum dat nog altijd in gebruik is.

De volgende stap is het Joseph Wautersplein, waar zich de hoofd­zetel bevindt van ex-Floréal: een gebouw dat hoog boven de rest uitsteekt. In de eerste decennia van de tuinwijk fungeerde het als watertoren. Het steekt zo’n honderd meter boven de zeespiegel uit, dat was nodig om voldoende druk te hebben voor de waterverdeling. Soumillion: “Maar toen de techniek zodanig geëvolueerd was en de functie als watertoren kon worden stopgezet, werd een deel van het water behouden en mochten de bewoners er in de grote badkuip zwemmen.” In de volksmond wordt het gebouw le fer à cheval genoemd. Vroeger, zo herinnert Soumillion zich, was er een postkantoor, maar ook een schoenmaker, een bloemen- en een groentewinkel. Nu is de meest opvallende zaak een dierenarts.

Terwijl Le Floréal opteerde voor bloemennamen, koos Le Logis dierennamen. Als we langs de Bosduiflaan stappen, komt een dame op krukken moeizaam haar woning uit. Soumillion wordt gesommeerd om haar een kus te geven. “Het gaat al beter,” lacht ze na de kus en hij mag daags nadien terugkeren.

Op Stap Met Daniel Soumillion 14 BRUZZ ACTUA 1671

| In de tuinwijken zijn er ook onbebouwde terreinen

Bio-abonnement

Het Kolibrieplein, zo had Soumillion ons beloofd, is een van de meer intieme plekken van de tuinwijken en dat klopt, de weidsheid van de Aartshertogensquare ontbreekt hier, al wordt de intimiteit ontsierd door geparkeerde auto’s. “Maar als er een buurtfeest plaatsvindt, worden de auto’s verplaatst, klinkt er muziek en heerst er een gezellige sfeer,” zegt Soumillion. De meeste huisjes aan het plein zijn privé.

Achter het Kolibrieplein bevindt zich La ferme du chant des cailles, een unieke plek die onbebouwd is gebleven, en dat is te ‘danken’ is aan de economische crisis van 1929. “Die crisis bracht met zich mee dat er geen middelen meer waren om deze drie hectaren te bebouwen. De grond is wel nog altijd eigendom van Le Logis-Floréal,” zegt Soumillion. Op het terrein bevinden zich een schapenweide, volkstuintjes en een bioveld, waarvan de groenten verkocht worden.

Naast de vrijwilligers werken er ook drie vaste medewerkers. “Het bioveld werkt met een abonnementenformule, abonnees kunnen er iedere dag verse groenten komen plukken. Het is een selfservice, gebaseerd op vertrouwen. Dit veld verschaft groenten aan 350 mensen.”

70 liter schapenmelk

La ferme du chant des cailles krijgt regelmatig bezoek van scholen, vooral de schapen zijn een attractie: “In de weide grazen 29 schapen die allemaal dit jaar, tussen januari en maart, geboren werden. Ze zijn allemaal van dezelfde vader. Er waren er 60, maar er werden er al 31 verkocht.” De meeste schapen die hier grazen belanden op het einde van de zomer op het bord van vleeseters.

De moeders bevinden zich op een terrein langs de Wienerlaan in een voormalige zusterschool. De zestig ooien geven gemiddeld zeventig liter melk per dag, zegt Soumillion. “Een schaap geeft nu eenmaal minder melk dan een koe, maar van de melk van de schapen worden er wel lekkere kaasjes en roomijs met vruchten van het veld gemaakt. Een deel van de productie van bewaarkazen wordt ook geleverd aan restaurants en kleinhandelszaken.”

Op Stap Met Daniel Soumillion 12 BRUZZ ACTUA 1671

| Deze lieflijke schapen zijn niet allemaal een lang leven beschoren

Een ooi heeft een productiviteitscyclus van vijf tot zes jaar. Na het zevende jaar komen er geen jongen meer, maar dan heeft de coöperatieve die voor de schapen instaat niet het hart om ze te laten verdwijnen. “Ze worden uitgeleend om het gras ‘af te rijden’. Zo zijn ze op pensioengerechtigde leeftijd nog nuttig,” zegt Soumillion.

Naast de tuinwijk en La ferme du champ des cailles heeft Soumillion voor de zondagse markt aan het gemeentehuis gekozen. Daar brengt BRUZZ in het laatste nummer van augustus een uitgebreide reportage over in de zomerreeks over Brusselse markten.

We nemen afscheid aan het Hooghuis, een pand dat deels in de zeventiende, deels in de negentiende eeuw gebouwd werd en nu gemeentelijke kantoren en zalen herbergt. “Wist je,” vraagt Soumillion, “dat het Hooghuis vele decennia een hotel was waar pasgehuwden uit andere Brusselse gemeenten zoals Molenbeek op huwelijksreis kwamen? Je vindt er nog namen van pasgehuwden in het glas gekrast.”

In deze zomerreeks laat BRUZZ vier Vlaamse schepenen tijdens een wandeling aan het woord over hun gemeente. In de volgende aflevering (21 augustus) leidt schepen van Jeugd, Nederlandstalige Cultuur, Nederlandstalige Kinderopvang en Reinheid Khadija Zamouri (Open VLD) onze redacteur rond in Molenbeek.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Watermaal-Bosvoorde, Samenleving, Daniel Soumillion, Le Logis, Le Floréal, tuinwijk, Vlaamse schepen, op stap met, summervibe

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni