Twee jaar humanitaire hub: ‘Zorg veroorzaakt geen aanzuigeffect’

In twee jaar tijd heeft de humanitaire hub 6.000 migranten op doorreis in België ondersteund. Bij gebrek aan structurele oplossingen van de overheid zagen middenveldorganisaties zich genoodzaakt om dat gat op te vullen: “Positieve en waardige ondersteuning is mogelijk voor mensen onderweg. Dat veroorzaakt geen aanzuigeffect.”

In twee jaar tijd heeft de hub in totaal 6.000 verschillende mensen geholpen, gemiddeld 250 mensen per dag, waarvan 15 à 20 procent vrouwen. Indrukwekkende cijfers, maar Pierre Verbeeren van Dokters van de Wereld wil dat nuanceren: “Het gaat uiteindelijk om een relatief laag aantal mensen.”

David Leclercq, de coördinator van de hub, valt hem bij: “De situatie moet in perspectief worden geplaatst. Het gaat om een groep van 1.000 mensen in België, waarvan 800 in Brussel. Er is duidelijk geen sprake van een aanzuigingskracht bij migranten voor België, aangezien het aantal migranten ongeveer gelijk blijft. ‘Ondanks’ de hulp die hen wordt geboden door de organisaties van de hub.”

Visie

De deelnemende organisaties, Het Burgerplatform voor Steun aan de Vluchtelingen, het Rode Kruis, Dokters van de Wereld, Artsen Zonder Grenzen en SOS Jeunes hebben een visie over hoe het verder moet: de oprichting van een opvang- en oriëntatiecentrum en een betere focus op de zorg van vrouwen kinderen.

“Op de lange termijn willen alle organisaties een structurele oplossing te vinden om migranten op een waardige manier op te vangen”, zegt coördinator David Leclercq. Al gedurende twee jaar pleiten de organisaties voor de oprichting van een opvang-en oriëntatiecentrum in samenwerking met de gemeentes en het Gewest.

Vrouwen en kinderen eerst

Tenslotte pleitten Leclercq en zijn collega’s voor meer focus op de ‘onzichtbare’ groep vrouwen en kinderen. “Doorheen de tijd hebben we een band met ze opgebouwd”, zegt Leclercq, en de cijfers ondersteunen dat: Tussen januari 2018 en juni 2019 is het percentage vrouwen in de hub gestegen van 5,4% naar 17,4%, terwijl het aantal vrouwelijke migranten in België niet toenam. Bijna de helft van de vrouwen geven aan te maken te hebben gehad met geweld onderweg of in het land van herkomst.

SOS Jeunes ondersteunt de minderjarigen die in het hub komen aankloppen. Iedere maand komen er gemiddeld 45 jongeren en kinderen op gesprek. “De overheid biedt deze jongeren geen enkele hulp, terwijl ze eigenlijk zouden moeten ingrijpen,” zegt coördinator Hugo Lantair. “Het kind moet voorop staan, zoals in het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind dat door België werd ondertekend.”

De hub is in die twee jaar tijd op drie verschillende locaties actief geweest. Van hun eerste dagen aan de Frontispiesstraat, naar het Noordstation tot hun huidige gebouw aan de Havenlaan. Sinds ze het grotere gebouw van de Haven van Brussel mogen gebruiken, hebben de hulporganisaties hun diensten voor de hulp van migrantenvrouwen- en kinderen kunnen uitbreiden met bijvoorbeeld een aparte wachtzaal die enkel voor vrouwen beschikbaar is.