Om nieuwkomers te introduceren in films over Brussel lanceert RITCS-docent Wouter Hessels de filmreeks ‘Brussels By Day & By Night’. Maar hij botst op een pijnpunt: heel wat films zijn nog steeds niet digitaal gerestaureerd. “De interesse van de Vlaamse Gemeenschap in filmisch erfgoed is bedroevend.”

©
Marieke Eggermont
Wouter Hessels over nieuwe filmreeks: 'De interesse in ons filmisch erfgoed is bedroevend'
Hoe hebben filmmakers in de loop der tijden Brussel verbeeld? Dat gaat Wouter Hessels, docent filmgeschiedenis en filmanalyse aan het RITCS, na in ‘Brussels By Day & By Night’. Die filmreeks, verrijkt met lezingen, panelgesprekken en interviews met regisseurs, is een samenwerking tussen filmschool RITCS, de Universitaire Associatie Brussel (EhB & VUB) en de Brussels Academy. “We mikken niet op het typisch Brusselse publiek, maar op een anderstalig publiek. Engels wordt de lingua franca. We willen de nieuwkomers in deze stad introduceren in films die zich afspelen in en gaan over Brussel,” vertelt Hessels.
Eva reste au placard les nuits de pleine lune (2006) van Alex Stockman opent de debatten, gevolgd door Toute une nuit (1982) van Chantal Akerman, de nagelnieuwe stadsthriller La nuit se traîne van Michiel Blanchart en het nog uit te komen BXL van de broers Ish en Monir Ait Hamou. “Ik wil niet voor de usual suspects kiezen. Ik toon Brussels by night van Marc Didden al aan elke generatie studenten. Ik wilde minstens twee hedendaagse films en een grote diversiteit qua toon, jaar en insteek.”
"Men vindt het terecht normaal dat er enorme bedragen geïnvesteerd worden in de restauraties van een schilderij van Rubens of Van Eyck, maar het is blijkbaar niet nodig om de Vlaamse film te koesteren"
Filmdocent RITCS
Het idee is ook om te schetsen hoe Brussel en de verbeelding van Brussel evolueerden. “Ik vind zelf dat Brussel niet zo goed geconserveerd is en dat het wat zoeken is naar mooie plekken. Maar filmmakers lijken daarmee om te kunnen. Ik vind niet dat je uit de films kan afleiden dat er iets verbeterd is en dat we nu beter omgaan met de architectuur en de schoonheid van de stad. Het was zoeken en het is nog steeds zoeken.”
“Edmond Bernhard zocht én vond die mooie plekjes in Dimanche, een film uit 1963 die toont hoe Brussel de zondagen aanpakt. Émile Degelin filmde met oog voor schoonheid het dagelijkse leven in Sonate voor Brussel (1954). De eigentijdse cineasten zoeken de bijzondere plekken nog steeds op of laten zich door de lelijkheid inspireren om er toch minstens schone cinema van te maken. In La nuit se traîne (2024) past Michiel Blanchart allerlei trucs, filters en special effects toe om zelfs de lelijkheid mooi te maken. De broers Ish en Monir Ait Hamou nemen het in BXL op voor de stad, maar doen dat mét maatschappelijk engagement, een boodschap en aandacht voor de problematiek van politiegeweld.”
De ‘Vlaamse Golf’
Hessels doceert film aan het RITCS en de Franstalige tegenhanger INSAS, maar maakt er ook zijn levenswerk van om Brussels en Belgisch filmerfgoed te promoten. Cinema RITCS, de voor iedereen toegankelijke bioscoop in de filmschool, besteedt veel aandacht aan de Belgische film en voorziet vaak Engelse ondertitels om een internationaal publiek aan te trekken. Sinds Cinema RITCS ook toegankelijk is met de Cineville Pass bereikt de bioscoop eindelijk ook toeschouwers buiten het traditionele studentenpubliek. “We zien een verdubbeling van het publiek,” zegt Hessels.

©
Mika Cotellon
| Wouter Hessels over La nuit se traîne van Michiel Blanchart: "De eigentijdse cineasten zoeken de bijzondere plekken nog steeds op of laten zich door de lelijkheid inspireren om er toch minstens schone cinema van te maken."
Voor de roemrijke Cinémathèque française werkte de cinefiele docent een programma rond de geschiedenis van de Vlaamse film uit: ‘Une certaine histoire du cinéma flamand’. “Ik heb hun het idee zelf voorgelegd. De Fransen kennen wel het werk van Chantal Akerman, Jaco Van Dormael en de broers Dardenne – als ze die laatsten tenminste niet accapareren als Frans. Maar de Vlaamse film kennen ze amper. Eerst dacht ik het te hebben over de ‘Vlaamse Golf’ die opstak na de oprichting van het Vlaams Audiovisueel Fonds in 2002. Enerzijds bestond die uit publieksfilms als De zaak Alzheimer, anderzijds ook uit auteursfilms die internationaal erkenning kregen, zoals Any way the wind blows van Tom Barman en de eerste films van Fien Troch of Felix Van Groeningen. Dat culmineerde, voorlopig, in twee films die tegelijk op het Festival van Cannes in de prijzen vielen: Close van Lukas Dhont en De acht bergen van Felix Van Groeningen en Charlotte Vandermeersch. Maar vervolgens leek het me toch interessanter om de films te belichten die geschiedenis hebben gemaakt en de weg hebben bereid voor de ‘Vlaamse Golf’. En dus moest ik openen met Meeuwen sterven in de haven (1955) van Rik Kuypers, Ivo Michiels en Roland Verhavert, de eerste Belgische film in de officiële competitie van Cannes. Vervolgens vertoon ik sleutelfilms, zoals De man die zijn haar kort liet knippen(1966) van André Delvaux of Malpertuis (1971) van Harry Kümel.”
Rode lap op een stier
Tot zijn verbijstering stelde Hessels vast dat heel wat belangrijke films nog steeds niet digitaal gerestaureerd zijn en bijgevolg afstevenen op de vergetelheid. “Er zijn een aantal films gerestaureerd, maar dat zijn er veel te weinig. Als je ziet hoeveel de Franse Gemeenschap jaarlijks investeert in de digitale restauratie van filmisch erfgoed, dan komt de Vlaamse Gemeenschap heel slecht uit die vergelijking. De interesse is bedroevend. Men vindt het terecht normaal dat er enorme bedragen geïnvesteerd worden in de restauraties van een schilderij van Rubens of Van Eyck, maar het is blijkbaar niet nodig om de Vlaamse film te koesteren.”
"Een paar jaar geleden moesten voor een retrospectieve van het werk van Dominique Deruddere films op dvd worden vertoond, er was zelfs geen Blu-ray beschikbaar. Dat vind ik schandalig en beschamend"
Filmdocent RITCS
Volgens Hessels moeten er verschillende films hoogdringend digitaal worden gerestaureerd en kost dat niet eens zo enorm veel geld. Met 50.000 euro kom je makkelijk toe. Onder de Vlaamse films vallen uiteraard ook de films van Brusselse makers als Marc Didden of Dominique Deruddere. “Het is toch onwaarschijnlijk dat een film als Brussels by night nog altijd niet digitaal gerestaureerd is. Er staat een digitale versie op Netflix, maar die is niet gerestaureerd. Een paar jaar geleden moesten voor een retrospectieve van het werk van Dominique Deruddere films op dvd worden vertoond, er was zelfs geen Blu-ray beschikbaar. Dat vind ik schandalig en beschamend. We spreken over uitzonderlijke films als Crazy love of Wait until spring, Bandini.”
Alle expertise om films te conserveren, restaureren en digitaliseren zit bij het prestigieuze Koninklijk Belgisch Filmarchief, roepnaam Cinematek. De stichting bewaart ook meestal de filmkopieën. Cinematek zet een deeltje van de eigen middelen in om zelf films digitaal te restaureren en had bijvoorbeeld een groot aandeel in de restauratie van de films van de internationaal zeer hoog aangeschreven Chantal Akerman. Maar de werkingsmiddelen zijn zwaar ontoereikend om alle belangrijke films te restaureren. “Met de huidige dotatie is dat onmogelijk,” knikt Hessels. “Je moet een extra financiële impuls geven. De Fédération Wallonie-Bruxelles doet dat en werkt goed samen met Cinematek. Vlaanderen laat na dezelfde inspanning te leveren.”

© Beursschouwburg
| Filmmaker Marc Didden en de cast van 'Brussels by night': "Het is toch onwaarschijnlijk dat die film nog altijd niet digitaal gerestaureerd is," zegt Wouter Hessels.
Volgens Hessels werkt het woordje ‘koninklijk’ op de N-VA als een rode lap op een stier. “Als de supernota van Bart De Wever beleid wordt, zal er zelfs zwaar bespaard worden op de internationaal gerenommeerde federale culturele instellingen. Dat zou helemaal dramatisch zijn. Men rekent op meemoo, een Vlaams instituut voor digitale archiefwerking van organisaties in cultuur, media en overheid. Meemoo staat al lang in de steigers, maar daar is met belangwekkende fictiefilms nog niet veel gedaan.” Samenwerking met Cinematek en het VAF is onvermijdelijk en noodzakelijk. Uiteindelijk moet er over de eigen schaduw gestapt worden en moet er worden samengewerkt. Liever gisteren dan vandaag. Voorlopig verliezen we alleen maar kostbare tijd.”
De vierdelige filmreeks ‘Brussels By Day & By Night’ start op 14/1 in Cinema RITCS, cinemaritcs.be; tot en met 19/2 leidt Wouter Hessels samen met Claudio Serafini vijf klassiekers met Italiaanse diva’s in bij Cinematek, cinematek.be
Lees meer over: Film , Wouters Hessels , RITCS , Brussels by Night , La nuit se traîne , Alex Stockman , Michiel Blanchart , bxl , Ish Ait Hamou , Monir Aït Hamou , Edmond Bernhard , Insas , Close , Lukas Dhont , Marc Didden