Een jaar voor ze op 58-jarige leeftijd overleed, schreef VUB-rector Caroline Pauwels het essay Ode aan de verwondering. Dat vormt nu de basis van Ode, een monoloog van An Miller, in samenwerking met Pauwels' kinderen.
©
Sara De Graeve
| An Miller brengt een ode aan de verwondering
In 2016 werd Caroline Pauwels rector van de Vrije Universiteit Brussel. In die functie toonde ze zich een zeer zichtbare en vocale ambassadeur van de wetenschap, maar ook een liefhebber van de kunsten. Naar aanleiding van haar curatorschap van Theater Aan Zee schreef Pauwels Ode aan de verwondering, een gestoffeerd essay over verwondering als motor voor wetenschap, kunst en het leven.
Op basis daarvan regisseert Dimitri Leue nu Ode aan de verwondering – voor de nochtans al zeer ervaren actrice An Miller haar allereerste monoloog. Kunstenaar Koen Vanmechelen, die nog met Pauwels samenwerkte, zorgt voor de artistieke intermezzo's op de scène. Maar ook Pauwels' kinderen Emil en Anna Violette Rousseau werkten mee. Emil, sociaal antropoloog, brainstormde mee over de tekst. Anna Violette, die momenteel in haar eerste masterjaar architectuur zit aan de Waseda Universiteit in Tokio, zorgde voor de scenografie.
Voor jou is dit de eerste theatermonoloog in een nochtans al rijkgevulde carrière.
An Miller: Ik wilde vroeger nooit een monoloog spelen, omdat ik het liefst samenspeel met collega's. Bij een monoloog moet de wisselwerking ontstaan met het publiek, en moet je er zelf van overtuigd zijn dat je het op je eentje anderhalf uur lang interessant kunt houden. Maar deze monoloog wilde ik absoluut doen. Omwille van de inhoud, maar ook omdat het geheel goed voelde. We zijn meteen aan de kinderen van Caroline gaan vragen of ze dit wel oké vonden. Als het voor hen te gevoelig had gelegen, dan hadden we het niet gedaan. En zij waren absoluut voorstanders. Omdat ze willen dat het verhaal van Caroline nog altijd wordt gehoord. Anna Violette maakte het decor, en ook Emil heeft mee gebrainstormd. We moesten ons bij de première dus niet afvragen wat de nabestaanden ervan zouden vinden. Heel veel familieleden en vrienden zijn ondertussen komen kijken en omarmden de voorstelling. Ik kende haar niet persoonlijk, maar ik heb wel het gevoel dat ik Caroline Pauwels door deze voorstelling beter heb leren kennen.
"Dat er wordt gespeeld met die gelijkenis tussen An en mama, was een speciale gewaarwording"
dochter van Caroline Pauwels
Waren jullie hier inderdaad meteen voor te vinden, Anna?
Anna Violette Rousseau: Het begon met een mail waarin Dimitri schreef dat hij het boek van mama fantastisch vond, en vroeg of hij er een theaterstuk van mocht maken. Eerst was er nog geen sprake van een samenwerking. Maar toen we op een zomerdag met z'n vieren koffie gingen drinken vlak bij ons huis in Bosvoorde, was dat zo gezellig dat het allemaal vanzelf ging. Emil was enthousiast om mee na te denken, en toen ze hoorden dat ik ook scenografie had gedaan aan La Cambre, vroegen ze of ik de scenografie voor deze voorstelling wilde maken.
Wat Emil en ik begrepen nadat onze mama overleed, is dat zij ook een grote steun was voor heel veel andere mensen. Ondanks het grote verlies, verspreiden we op deze manier toch haar intenties en overtuigingen.
Hoe heb je die scenografie aangepakt?
Rousseau: Omdat mama heel erg geïnteresseerd was in kunst en theater, vroeg ik me regelmatig af welke keuzes zij zou gemaakt, of goed zou hebben gevonden. Dat ik met mijn tekeningen en concepten terechtkon bij Dimitri en An maakte het wat minder intens voor mij als 'dochter van'. Soms werkte ik uren aan een stuk. Soms had ik plots een nieuw idee. Het was een proces om tot dat concept van die ovale ruimtelijke figuur met gordijnen te komen. Maar dat beeld klopte: ik heb het altijd geapprecieerd wanneer dingen een beetje doorschijnend zijn. Met transparantie werken vind ik plezierig. Niet enkel in architectuur, ook in het leven. En we hebben thuis ook lange gordijnen. (Lacht)
In die ovaal zit een kleine hommage aan architect Renaat Braem?
Rousseau: Het rectoraatsgebouw van de VUB was zijn laatste grote project, en mama was altijd tegelijk enthousiast en triest, trots en melancholisch wanneer ze vertelde hoeveel tijd Braem daaraan gespendeerd had, en hoe weinig begrip hij ervoor kreeg.
©
Sara De Graeve
| An Miller brengt voor het eerst een monoloog: “Het was niet de bedoeling om Carolines leven te vertellen, maar om een ode te brengen aan haar woorden.”
Jij lijkt wat op Caroline Pauwels, An. Een theaterzaal lijkt ook een beetje op een aula. En een monoloog op een academische lezing. Toch is Ode aan de verwondering geen docu, maar fictie.
Miller: Ik wilde echt niet Caroline Pauwels spelen. Je kunt ook niet zomaar in haar schoenen stappen. Het was niet de bedoeling om haar leven te vertellen, maar om een ode te brengen aan haar woorden. Maar uiteraard zou het ook vreemd zijn om volledig te negeren wie zij was. En dus komen er ook persoonlijke momenten voor in het stuk. Zo heeft haar personage het ook over haar kinderen of haar ziekte.
Rousseau: Dat er wordt gespeeld met die gelijkenis tussen An en mama, en tussen fictie en werkelijkheid, was een speciale gewaarwording. Maar ik vertrouwde erop dat zij dat goed zou doen, en ze doet het fantastisch. Uiteindelijk moet je het theater ook de vrijheid geven.
Niet alle kinderen interesseert het waar hun ouders mee bezig zijn. Hoe zit dat bij jullie?
Rousseau: Mijn broer is altijd wel bezig geweest met mama's projecten, boeken en artikels. Ik was meer de dochter die samen met haar dingen ging doen die niets met academische zaken te maken hadden. Ik had Ode aan de verwondering eerder ook maar half gelezen. Maar wat erin staat, is echt wat in onze opvoeding regelmatig terugkwam. Wat ze schreef, was ook hetgeen waarnaar ze streefde.
Het klopt dat ze tijd maakte voor gesprekken met mensen die ze onderweg tegenkwam, en daardoor al eens te laat was. Zowel de studenten als de andere mensen aan de VUB betekenden veel voor haar. Wat niet wil zeggen dat ze geen onderscheid maakte tussen de universiteit en wat zich daarbuiten afspeelde.
Wat heb jij uit dat pleidooi voor meer verwondering gehaald, An?
Miller: In deze tijden hebben we nood aan positieve boodschappen. En die bracht Caroline. Dat je gewoon door een andere instelling dingen kunt veranderen en zelfs grootse dingen bereiken, klinkt naïef. Maar zij toonde met voorbeelden uit de wetenschap, de kunstwereld en nog andere domeinen aan dat dat daadwerkelijk zo is. Ook mensen die bijvoorbeeld geen onderwijs hebben genoten, kunnen veel te weten komen, ontdekken hoe alles in elkaar zit en zich gelukkiger voelen door zich te verwonderen over de kleine dingen. Het is door de wisselwerking tussen wetenschap, kunst en andere takken in het leven dat we verder geraken. Alles vormt een geheel en beïnvloedt elkaar.
Openstaan voor verwondering vraagt wel een bepaalde instelling. Je moet je tijd nemen, en opnieuw een beetje als een kind naar de wereld kijken.
Miller: Het vraagt een andere mindset, maar zo moeilijk is dat uiteindelijk niet. Het is iets wat wij allemaal van nature hebben. Toen we drie jaar oud waren, vroegen we duizend keer waarom dit of dat zo in elkaar stak. Laat ons een beetje terugkeren naar die instelling.
- Ode aan de verwondering is te zien op 4 en 5/12, en op 3/3 in de KVS Bol, kvs.be
Lees meer over: Brussel , Podium , An Miller , Ode aan de verwondering , Caroline Pauwels