Royale Union Saint-Gilloise is de ancien van de drie. Of beter de 'ancienne', want het is een van de weinige clubs met een vrouwelijke benaming. De club is op nog andere gebieden een andere weg ingeslagen dan de concurrenten.
L'Union ontstond in 1897, kort nadat het voetbal aan zijn opmars was begonnen in België. In die tijd speelde vooral de elite voetbal en Union wilde af van dat elitaire kantje. Sport, en in het bijzonder voetbal dus, moest een verbinding creëren tussen spelers uit verschillende klassen. Om jongens aan te trekken uit lagere milieus was het de eerste club die haar spelers uitbetaalde. Dat was tegen de regels, voetbal mocht toen enkel een hobby zijn en geen beroep. Union hield vol, het kostte de club bijna een titel, maar dat stond haar succes niet in de weg.
Tot aan de Tweede Wereldoorlog was Union de grootste club van het land. Ze werd maar liefst elf keer landskampioen. De hoogdagen liggen in het interbellum, toen de club tussen 1934 en 1935 zestig keer op rij ongeslagen bleef. Hierdoor kreeg de club de bijnaam Union 60. In die tijd konden er trouwens 35.000 supporters komen kijken naar de wedstrijden in het prachtige Joseph Marienstadion, een thuis voor de club sinds 1920.
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.