Reeks

Laken, Haren en Heembeek, honderd jaar later: geen dorp in de stad meer

Filip Van Der Elst
© BRUZZ
02/04/2021
© Saskia Vanderstichele | Het centrum van Haren heeft nog altijd veel weg van een dorp. Toch ontsnapt ook Haren niet aan de toenemende verstedelijking.

Honderd jaar geleden werden Laken, Haren en Neder-­Over-Heembeek grondgebied van Brussel-Stad. In de eeuw die volgde raasde met de toenemende verstedelijking een tornado van vernieuwingen door de uitbreidingsgebieden. Van het aloude landelijke karakter blijft weinig meer over en zelfs het gevoel 'een dorp in de stad' te zijn, sterft uit. “Ze zijn een deel van de stad. Die evolutie kan je niet tegenhouden,” zegt schepen Ans Persoons.

Hoewel Laken al van voor 1921 aanvoelde als 'de stad', lagen de kaarten in Haren en Heembeek anders. Beide gemeenten zijn sinds 1921 de facto Belgische hoofdstad, maar daar was in de beginfase niet veel van te merken. Zo kregen heel wat straten in Heembeek en Haren pas in de jaren vijftig een menswaardige uitrusting op het vlak van wegenaanleg en riolering.

In de jaren vijftig kreeg de urbanisatie wind in de zeilen, onder meer ten gevolge van Expo 58. Geen atypisch fenomeen, zegt demograaf Patrick Deboosere: “In de jaren zestig en zeventig leidde de suburbanisatie tot een snelle verstedelijking. Brussel werd na de Tweede Wereldoorlog een aantrekkingspool. Tegelijkertijd palmde de auto de stad in. Grote infrastructuurprojecten zoals de Noord-Zuidverbinding, het viaduct in Koekelberg en het Manhattanproject aan het Noordstation jaagden duizenden inwoners naar de buitengebieden.” Zo is de beruchte Versailles-woontoren in Neder-Over-Heembeek een rechtstreeks gevolg van de kaalslag aan het Noordstation.

1747 Annexering Groen Haren
© Saskia Vanderstichele | Haren heeft nog steeds een groen karakter.

Die processen zijn gelijkaardig voor andere randgemeenten binnen of buiten de gewestgrenzen: ook Evere en Schaarbeek zijn vandaag de dag zo goed als volgebouwd, merkt Deboosere op. “Met dat verschil dat Haren en Heembeek geen eigen bestuur hebben en de Stad Brussel hier planmatig is tussenbeide gekomen. Als de stad sociale woningen wil bouwen, dan kijkt het bestuur automatisch naar de gebieden met meer open ruimte, en dat is natuurlijk niet in de Vijfhoek.”

Het aantal gekozenen uit Haren en Heembeek is beperkt, en er is zelfs geen Brusselse schepen die er woont. Maar dat wil volgens Ans Persoons (one.brussels-Vooruit), schepen van Stedenbouw en Openbare Ruimte, Nederlandstalig(e) Aangelegenheden en Onderwijs, niet zeggen dat het schepencollege er geen aandacht voor heeft. “Dat is net de essentie van een politicus: buiten je eigen belevingsveld ook de belangen van anderen kunnen vertegenwoordigen. Natuurlijk kennen de randgebieden andere uitdagingen dan de Vijfhoek, maar de prioriteiten van de Stad zijn dezelfde.”

Het stadsbestuur heeft oren naar de verzuchtingen van 'buitenwijken'. Onder meer daarom zijn de Wijkraden opgericht, waarmee de Stad Brussel de burgerparticipatie wil opkrikken. Zo'n Wijkraad bestaat uit uitgelote burgers en vertegenwoordigers van verenigingen en krijgt een eigen budget om projecten te realiseren. Ook met het project 'de stad op 10 minuten' wil Brussel-Stad de inwoners van de drie wijken tegemoetkomen: elke Brusselaar moet op tien minuten stappen toegang hebben tot alle diensten, zoals scholen, crèches, cultuur- en sportinfrastructuur.

Eén ding is duidelijk: het dorp van honderd jaar geleden komt nooit meer terug. “Natuurlijk zijn Haren en Heembeek een deel van de stad. Die evolutie kan je niet tegenhouden. Op zijn minst worden ze een 'stedelijk dorp',” aldus Persoons. 'Meer stad worden' is niet iets waar de burgers bang voor moeten zijn, zegt ze. “Deel zijn van de stad brengt voordelen met zich mee, denk maar aan de werkgelegenheid en de investeringen in openbaar vervoer, onderwijs en cultuur.”

Haren: de verwoeste gewesten

Het centrum van Haren voelt nog altijd aan als een dorp met idyllische binnenwegjes, maar het is ook omgeven door mastodonten die de beschikbare ruimte beperken. In de jaren zestig was de stelplaats van de MIVB het eerste megaproject, de toekomstige gevangenis sluit het rijtje af. De Harenaren voelen zich, naar analogie met Asterix & Obelix, weleens als inwoners van het laatste Gallische dorp dat zich dapper verzet tegen de Romeinse invasie.

1747 Annexering Groen Haren zicht op Infrabel
© Saskia Vanderstichele | Haren heeft nog altijd een groen karakter, maar wordt omsingeld door grote industriele projecten.

Het dorp stond lange tijd bekend om zijn witloofteelt (nu ook erfgoed geworden) en telde in de jaren zestig tot driehonderd witloofboeren, maar ook die traditie doofde stilaan uit. Een van de laatste witloofboeren in Haren was Erik Roggeman. “Eigenlijk is Haren tot de eeuwwisseling een landbouwdorp gebleven,” zegt hij. “Je had natuurlijk al de enorme bouwprojecten rond het dorp, maar de fysieke verstedelijking binnen Haren zelf kwam pas in de jaren 2000 op gang. Het leek alsof de Stad Brussel Haren eindelijk ontdekt had.” En dat had een impact op het bevolkingsaantal (zie tabel).

1747 Annexering Gevangenis Haren
© Saskia Vanderstichele | De gevangenis is voor veel Harenaren het project te veel.

Tijd voor de scheiding

De gevangenis is voor velen het project te veel. “Onder Harenaren doet er een mop de ronde: als de nieuwe gevangenis opent, moeten wij zo snel mogelijk achter slot en grendel zien te belanden. Want dan kunnen we van meer voorzieningen genieten dan als inwoner,” zegt Hendrik Coenen, bestuurslid van de plaatselijke KWB. Voor hem is het duidelijk: “Als Haren getrouwd is met Brussel, is het hoog tijd om de scheiding aan te vragen.”

“De fysieke verstedelijking binnen Haren zelf kwam pas in de jaren 2000 op gang. Het leek alsof de Stad Brussel Haren eindelijk ontdekt had”

Erik Roggeman, voormalige witloofboer in Haren

1747 Annexering Erik Roggeman

De bezwaren van de Harenaren zijn voor een groot deel van praktische aard. De lijst is lang: geen openbaar zwembad, geen rusthuis, een verloederd kerkhof, illegale parkings, manifeste overtredingen van de bouwwetgeving die onbestraft blijven, een Nederlandsonkundig verbindingsbureau voor administratieve zaken dat slechts één namiddag per week geopend is, en een beperkte politiewerking, met een commissariaat dat na 18 uur niet meer open is. “Daarom is de Wijkraad zeker voor Haren een belangrijke tool,” pikt Persoons in. “Heel wat zaken die de inwoners van de gemeente vragen zijn immers kleinschalig en relatief eenvoudig te realiseren.”

Een treffend voorbeeld van waarom ze zich in Haren achtergesteld voelen, blijkt uit de toekomstige metrolijn 3. Coenen: “De stelplaats van de metro komt in Haren, maar we krijgen geen halte. De metro stopt dus voor onze neus, maar we kunnen niet opstappen,” zegt de Harenaar. Een zorg waar Ans Persoons zich bij aansluit. “We pleiten ervoor bij het Brussels Gewest om de metro door te trekken naar Haren.”

De oorspronkelijk Nederlandstalige bevolking is voor een groot deel weggetrokken uit het dorp, maar in hun hart blijven ze 'van Haren'. Een wijk in het nabijgelegen Perk (Vlaams-Brabant) wordt niet voor niets 'klein-Haren' genoemd. Een van de vertrokken inwoners is witloofboer Erik Roggeman. Hij voelde zich steeds onveiliger in zijn eigen gemeente. “Er hing al enkele jaren een agressieve, broeierige sfeer in de wijk. Vergaderingen met stad en politie leverden niets op. Op papier was er geen probleem voor de Stad. 'De problemen in Haren zijn niet groter dan elders', zei toenmalig burgemeester Thielemans laconiek.”

Met amper 6.000 inwoners kunnen de Harenaren geen politieke invloed uitoefenen. Dominique De Backer is sinds jaar en dag het enige Harense gemeenteraadslid in Brussel-Stad. “In die honderd jaar is Haren één legislatuur op de twee nooit vertegenwoordigd geweest in de Brusselse gemeenteraad,” zegt hij. De Backer probeert de uitdagingen voor de gemeente op de politieke agenda te zetten, weliswaar zonder veel resultaat. “Er staan nog verschillende bouwprojecten op stapel, waardoor de bevolking binnen dit en acht jaar zal groeien tot ongeveer 10.000 inwoners,” zegt hij.

Neder-Over-Heembeek: het nieuwe woonuitbreidingsgebied

Neder-Over-Heembeek is een Brussels woonuitbreidingsgebied geworden. Dat blijkt uit de cijfers van de Wijkmonitor (zie tabel rechtsboven). “Op enkele uitzonderingen na zijn de meeste stukken groen verkaveld en volgebouwd,” zegt Heembeeks senator Bert Anciaux (one.brussels-Vooruit). “Om precies te zijn: volgebouwd met grote sociale woonblokken, terwijl jongeren haast smeekten om meer eengezinswoningen. Die zijn er bijna niet gekomen.” Een socialistisch politicus die tégen de bouw van sociale woningen pleit, het lijkt een vreemde combinatie. “Natuurlijk vind ik de bouw van sociale woningen een goede zaak, maar het verstedelijkingsproces had op een meer gecontroleerde en sociologisch vriendelijke manier moeten plaatsgrijpen.”

“Er zijn grote sociale woonblokken gebouwd, terwijl jongeren meer eengezinswoningen vroegen”

Bert Anciaux, senator en inwoner van Heembeek

Bert Anciaux 5 uitgesneden BRUZZ ACTUA 1646

Uit de cijfers van de Wijkmonitor blijkt dat er in Neder-Over-Heembeek inderdaad meer sociale woningen gevestigd zijn dan elders in Brussel-­Stad of het hele Gewest. In Brussel-Stad scoren Heizel en de Marollen wel nog hoger.

Schepen van Stedenbouw Persoons denkt niet dat de slinger te ver is doorgeslagen. “Er wordt meer verdicht, omdat er daar meer ruimte is dan in het centrum,” zegt ze. Dat de Stad inzet op doordachte bouwprojecten, toont ze aan met ZIR4 (voorlopige naam), de nieuwe wijk met tweehonderd woningen die Brussel wil bouwen in Heembeek, aan de Van Praetbrug. “We bouwen niet alleen woningen, maar ook een middelbare school, we houden rekening met de impact op het verkeer, creëren een groot park en denken na over andere nodige voorzieningen.”

Moeilijk verenigingsleven

Het is niet eenvoudig om de vele nieuwe inwoners te betrekken bij het ooit bruisende Heembeekse verenigingsleven. “Veel verenigingen hebben het moeilijk, ook zonder corona. Veel jongeren, zeker Nederlandstaligen, zijn de bouwwoede moe en hebben Heembeek verlaten. Voor een kleine gemeenschap zijn we nog altijd erg actief, met veel activiteiten, maar het zijn wel altijd dezelfde mensen zijn die initiatief nemen. En die groep wordt steeds kleiner,” erkent Eddy De Backer, voorzitter van Gemeenschapscentrum (GC) Nohva. Het GC wil een brug zijn tussen 'oude' en 'nieuwe' Heembekenaren. “We doen daar wel zelf moeite voor: telkens als we onbekende gezichten zien, spreken we hen aan. Als we merken dat ze uit Heembeek zelf komen, sporen we hen actief aan om vaker langs komen,” zegt De Backer.

Eén recent infrastructuurproject doet de gemoederen in Heembeek hoog oplaaien: de aanleg van een tramlijn, die Heembeek met Brussel-centrum zal verbinden. Het tracé van die tram, recht door het centrum van het dorp, doet de gemoederen hoog oplaaien. Burgers werden via verschillende burgerpanels bij het project betrokken. “Volgens de Stad was het de eerste keer dat de burgers in zo'n vroeg stadium van het project erbij betrokken werden. Maar eigenlijk is de burgerinspraak toch eerder cosmetisch,” zegt Peter Borghs, voormalig voorzitter van het gemeenschapscentrum Heembeek-Mutsaard en lid van een van de twee burgerpanels.

“Het tracé lag al vast van voor ik erbij kwam, en ook in de eerste fase was de burgerinspraak op dat vlak beperkt. Bovendien draagt dat tracé zoveel technische beperkingen met zich mee, bijvoorbeeld op het vlak van de inplanting van de haltes, dat onze rol als burgerpanel niet heel groot is. Alleen de Zavelput is een blanco pagina, die burgers en handelaars samen kunnen invullen.”

Laken: 'Waarom kunnen we niet trouwen in het gemeentehuis?'

Laken is al langer dan vandaag sterk verstedelijkt, en kent typische grootstedelijke problematieken. “Openbare netheid en sluikstorten zijn een groot probleem, naar mijn mening meer dan in andere delen van het gewest,” zegt Thomas Sennesael, bestuurslid van de vzw Laken Onthuld, en ook actief als gids in de gemeente. “Laken is een wijk met vele gezichten: soms heel volks, en andere plekken voelen dan weer heel 'bourgeois' aan. Als je even door Laken wandelt en een andere straat inslaat, lijkt het alsof je plots een andere wereld binnenstapt.”

1747 Annexering Bocstael Laeken
© Saskia Vanderstichele | Volgens schepen Ans Persoons wordt er veel geïnvesteerd in Laken, onder meer via het wijkcontract Bockstael.

Ook in Laken voelen ze zich weleens vergeten door het stadsbestuur. “Politiek wordt in Brussel hoofdzakelijk aan de Grote Markt bedreven,” zegt Sennesael. “Het is heel moeilijk om voor alle deelgebieden van Brussel-Stad een gerichte politiek te voeren. Als het stadsbestuur bijvoorbeeld de handen vol heeft met de winkelstraten in de Vijfhoek, is er dan nog wel voldoende tijd en energie om de slabakkende handel in de Maria Christinastraat in Laken erbovenop te helpen?”

Nochtans kunnen de Lakenaren, in tegenstelling tot Heembekenaren en Harenaren, niet beweren dat ze niet vertegenwoordigd zijn in het stadsbestuur. Het schepencollege bestaat zelfs voor meer dan de helft uit inwoners van Laken. Zeven op de elf, om precies te zijn: Pinxteren, Dhondt, El Ktibi, Jellab, Zian, Mutyebele en Persoons. “Toch hebben ook Lakenaren soms het gevoel dat we te weinig voor hen doen,” erkent Ans Persoons. “Dat is volgens mij een perceptieprobleem: beslissingen die over het stadscentrum gaan, worden sneller opgepikt in de media. Er wordt veel geïnvesteerd in Laken, kijk maar de resultaten van wijkcontract Bockstael.”

Bockstael als Laken-centrum

Sennesael: “Wanneer men het over Laken heeft, gaat het heel vaak over het Atomium, de Heizel en het toekomstige Neo-project. Maar het echte Laken, oud-Laken waar mensen elke dag werken en leven, valt ertussenuit.” Hij pleit ervoor om het Bockstaelplein nog meer te verankeren als het echte centrum. “Met een divers aanbod aan handel en horeca in plaats van het monotone straatbeeld van nu, dat bovendien nog eens verminkt wordt door de grote assen als de Bockstaellaan en de spoorlijnen.”

In Laken zouden symbolische beslissingen al een goede eerste stap zijn, volgens Sennesael. “Zou het niet mooi zijn mochten Lakenaren in hun eigen gemeentehuis kunnen trouwen? Het is toch de plek waar Jacques Brel in 1950 ook in het huwelijksbootje is gestapt. En waarom kan er niet af en toe een Brusselse gemeenteraad in Laken plaatsvinden? Dat soort initiatieven zouden de relatie met Brussel-Stad ten goede komen.”

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Haren, Laken, Neder-Over-Heembeek, Stedenbouw, Samenleving, annexering, Brussel-19, verstedelijking, erfgoed, geschiedenis

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni