De daders van de terroristische aanslagen in Brussel van 22 maart 2016 pleegden eerder al een moord in Jette. Ze deden dat om te weten hoe het voelt om te moorden. Dat schrijft De Morgen.
Ibrahim (l.) en Khalid (r.) El Bakraoui.
Daders aanslagen 22 maart pleegden 'oefenmoord' in Jette
Lees ook: Bijna vijf jaar na de aanslagen, 34 operaties later: 'Staat heeft ons in de steek gelaten'
Ibrahim El Barkaoui en zijn broer Khalid waren twee van de terroristen die zich opbliezen bij de aanslagen in Brussel. Volgens Osama Krayem, een van de overlevende terroristen, pleegden de broers op 14 december 2014 nog een andere moord op Paul-André Vanderperren uit Jette.
“Khalid vertelde me dat hij en Ibrahim op straat iemand hadden doodgeschoten,” zo citeert De Morgen uit de verhoren van Krayem. “Een willekeurig gekozen iemand. Ik vroeg hem wat er verder was gebeurd. Hij zei dat de politie het lichaam had geborgen en dat dat het was. Hij glimlachte toen hij me dit vertelde.”
In een volgend verhoor, op 19 juni 2018, verduidelijkte Krayem: “Khalid legde me uit dat het een bejaarde persoon was, en dat ze wilden testen hoe het was om iemand te vermoorden.”
Nietsvermoedend
Dat bejaarde slachtoffer werd dus Paul-André Vanderperren. De man keerde die avond nietsvermoedend terug van het café Le Mercure waar hij een wedstrijd van RSC Anderlecht had gekeken. Hij werd met een kogel door het hoofd vermoord.
Het gerecht had lange tijd het raden naar de daders of motieven van de moord. In 2018 deed het parket nog een oproep naar mensen die meer wisten over de moord.
Na de bekentenissen van Krayem besloot de Brusselse raadkamer het onderzoek op 21 oktober 2020 met een buitenvervolgingstelling.
Bekijk hier de reportage uit 2018 naar aanleiding van de oproep van het parket.
Lees meer over: Brussel, Jette, Veiligheid, Justitie, aanslagen 22 maart 2016, proces aanslagen 22 maart 2016
