Een nieuw burgerplatform ontfermt zich over gewonde stadsduiven, nu het Koninklijk Belgisch Verbond voor de Bescherming van de Vogels (LRBPO) die taak aan anderen overlaat.

©
Shutterstock
| De stuidsduif is een gedomesticeerde variant van de rotsduif
Nieuw burgerplatform bekommert zich om gewonde stadsduiven
Al meer dan dertig jaar baat het LRBPO in de Anderlechtse Veeweydestraat een opvangcentrum voor wilde dieren uit, het enige in Brussel. De lente blijk steevast het drukste seizoen, ook dit jaar. “De vraag neemt de laatste weken al toe en zeker mei staat garant voor een piekperiode,” zegt communicatieverantwoordelijke Natalia Grega. “Er lopen en vliegen dan veel jonge, recent geboren dieren rond, die kwetsbaarder zijn voor blessures.” Tegelijk komen ook veel vogels terug uit warmere streken.
In de jaren voor 2024 nam het aantal 'patiënten' stelselmatig toe, tot meer dan 3.000 dieren per jaar. “Terwijl de huidige gebouwen niet over de nodige opvangcapaciteit beschikken, en de subsidies altijd verder afnemen.” Daarom besliste de vereniging om niet langer 'gedomesticeerde dieren' zoals konijnen, parkieten en kanaries op te ontvangen. Hetzelfde geldt voor ganzen, eenden van gedomesticeerde rassen of reptielen zoals schildpadden en slangen. Ook stadsduiven worden niet meer aanvaard.
“Mede daardoor daalde het aantal opnames vorig jaar met zowat een derde, tot ongeveer 2.100,” aldus Grega. “Op die manier kan het team zich volledig concentreren op de wilde fauna in de stad.” Het centrum moet bijvoorbeeld veel tijd en ruimte investeren in de groeiende populatie stadsvossen. Ook egels blijken vaste klanten in Anderlecht.
Onder de vogels, de grootste groep gekwetsten, is de houtduif de soort die het vaakst wordt binnengebracht, terwijl haar tamme familieleden, de stadsduiven, dus niet meer welkom zijn.
'Jonge, recent geboren duiven zijn kwetsbaar voor blessures'
Koninklijk Belgisch Verbond voor de Bescherming van de Vogels
Voor sommige andere soorten bestaan lokale alternatieven – zoals SRPA Veeweyde en het Blauwe Kruis – maar stadsduiven moet het LRBPO doorverwijzen naar een centrum dat een heel eind buiten het gewest ligt: het opvangcentrum voor vogels en wilde dieren (VOC) in Malderen bij Londerzeel. “Vroeger stuurden we mensen ook naar Au bonheur de Vica (in de buurt van La Louvière, red.) maar dat is te ver voor Brusselaars.”
Door die lacune namen enkele burgers zelf het heft in handen, met de Facebookgroep Bruxelles Sauvetage des pigeons. Ook naar hen verwijst het LRBPO door als mensen in Anderlecht toch komen aankloppen met een gewonde stadsduif. In de groep, die op het moment van schrijven 520 leden telt, bundelen Brusselaars de krachten om duiven te verzorgen en wisselen ze informatie uit over de juiste behandelingsmethodes. Via onder meer het Teaming-platform zamelt de groep giften in om dierenartskosten of voeding te betalen.
Misschien kan het LRBPO in de toekomst die zorg weer op zich nemen, als het nieuwe opvangcentrum voor wilde dieren op de universitaire campus aan de Pleinlaan in Elsene – voorzien voor 2029 – is gebouwd. Eerder vertelde directeur Jean-François Buslain aan BRUZZ dat de huidige faciliteiten in Anderlecht mogelijk, na een renovatie, gewijd zouden kunnen worden “aan exotische dieren en tamme vogels zoals stadsduiven,” maar intussen moeten die laatste in nood dus rekenen op de inzet van geëngageerde burgers.