''Strippers zijn geen psychologen, psychiaters, maatschappelijk werkers, verpleegkundigen of artsen, en toch zien sommigen mannen ons in die rol.'' Dat schrijft sekswerker La Morrigasme in een nieuwe column voor BRUZZ.

©
Saskia Vanderstichele
La Morrigasme: 'Ik ben soms een therapeut in een string'
Als strippers zeggen we vaak tegen elkaar dat we “therapeuten in een string” zijn, omdat we de vertrouwelingen van onze klanten zijn. Maar een psycholoog raadplegen is niet “zomaar wat praten,” het is een langdurig proces onder begeleiding van een daarvoor opgeleide professional. Wij strippers zijn echter geen psychologen, psychiaters, maatschappelijk werkers, verpleegkundigen of artsen, en hebben dus geen enkele opleiding in die richting gevolgd. Ik ben letterlijk gewoon een meid in een string aan wie wildvreemden hun diepste geheimen toevertrouwen.
Meestal ligt het gesprek natuurlijk op hetzelfde niveau als een praatje bij de kapper. Maar het komt ook voor dat ik geconfronteerd word met mannen in extreme mentale nood. Ik zie mannen hun emoties wegdrinken en ze dan, figuurlijk gesproken, op onze schoot uitbraken. Ze kunnen hun pijn niet onder ogen zien. Ze kunnen hun problemen niet aanpakken. Ze kunnen geen hulp vragen. Dus luchten ze af en toe hun hart bij een courtisane die hun pijn tijdelijk stilt met troost tegen betaling, in plaats van medische hulp in te winnen en aan zichzelf te werken.
Die mannen willen niet dat we hen helpen. Ze willen ons meeslepen in hun zelfvernietiging en verwachten vooral dat we hen afleiden van zichzelf, ook al sleuren ze ons zo mee de afgrond in.
Als danseres kan ik mijn klanten niet verplichten om zich te laten opnemen. Dat valt niet onder mijn verantwoordelijkheid en is ook niet mijn taak
Ik ben weleens bij zonsopgang helemaal leeggezogen uit een club vertrokken. Zonder enige energie, emotie of levenskracht, omdat ik acht uur lang een vaste klant in de gaten moest houden die de hele nacht dreigde met zelfmoord en ik alleen maar kon toekijken hoe hij zichzelf verloor in een net niet comateuze alcoholroes. Ik had zelfs de kracht niet meer om te huilen.
Als danseres kan ik mijn klanten niet verplichten om zich te laten opnemen. Dat valt niet onder mijn verantwoordelijkheid en is ook niet mijn taak.
Emotionele vuilnisbak
Uit zelfbescherming moet ik me hiertegen verzetten. Het is oneerlijk! Ja, het is oneerlijk dat ze hun ellende op mijn schoot komen uitbraken, mijn medeleven opeisen en vervolgens opgelucht vertrekken zonder stil te staan bij de impact die het heeft op mijn mentale welzijn dat ik hun emotionele vuilnisbak ben. Waarom zouden ze zich daar iets van aantrekken? Ze betalen mij er toch voor?
Toch kan ik niet echt boos zijn op hen. Ik ben boos op het systeem dat van mannen eist dat ze hun emoties onderdrukken om zogenaamd “sterk” te zijn. Niemand trapt daarin. Die onderdrukte emoties zie ik ‘s nachts weer bovenkomen in alcohol, drugs, woede (de enige emotie die blijkbaar “mannelijk” genoeg is) en zelfmedelijden.
Ik schrijf dit omdat dat patroon zich niet beperkt tot stripclubs. Ook in mijn dagelijkse leven kom ik mannen tegen die, in plaats van aan zichzelf te werken, al het emotionele werk afschuiven op vrouwen in hun omgeving.
Intussen moet ik, om te overleven, een pantser optrekken. In mijn ogen is dat het ergste geweld dat klanten me aandoen. Het is zelfs erger dan fysieke agressie. Want ze dwingen me om een ontmenselijkte versie van mezelf te worden. Ze beroven me van wie ik ben. Zodra ik merk dat ik geen enkele empathie meer voel tijdens mijn werk, verplicht ik mezelf om enkele maanden pauze te nemen, zodat ik mijn menselijkheid kan terugwinnen en niet door hun duisternis word opgeslokt.
Lees meer over: Column , Column La Morrigasme