42.000 Brusselse werkzoekenden dreigen uitkering te verliezen, vooral in maart-april 2026

Bijna 42.000 Brusselse werkzoekenden dreigen tussen januari 2026 en juli 2027 getroffen te worden door de beperking van de werkloosheidsuitkering in de tijd. Zo blijkt uit een analyse die de arbeidsbemiddelingsdienst Actiris dinsdag heeft verspreid. Voor de helft van de getroffen werklozen gebeurt dat in maart en april.

Actiris wijst erop dat 87 procent van de stopzettingen van het recht op uitkering als gevolg van de Arizona-hervormingen in de eerste zeven maanden van 2026 plaatsvindt.

In januari 2026 verliezen ongeveer 4.000 van de getroffen werkzoekenden (10 procent) hun uitkering. Het gaat om mensen die meer dan 20 jaar werkloos zijn, sinds meer dan een jaar een inschakelingsuitkering hebben of hun eerste inschakelingsuitkering ontvingen tussen begin 2025 en midden 2026.

Het zwaartepunt ligt op maart (11.900 getroffenen of 29 procent) en april 2026 (13.300 getroffenen of 32 procent), de maanden waarop de werklozen die respectievelijk na meer en minder dan acht jaar werkloosheid hun uitkering verliezen. De overige 13.000 getroffen werklozen vallen in de laatste drie golven tussen juli 2026 en juli 2027.

De getroffen werkzoekenden zijn proportioneel ouder en hoger opgeleid dan gemiddeld het geval is bij de ingeschreven werkzoekenden. Een derde van hen is 50 jaar of ouder (tegenover 26 procent van het totaal aantal Brusselse werkzoekenden) en 25 procent is hooggeschoold (tegenover 19 procent van het totaal).

Profielverschillen

Hoewel ongeveer een kwart van hen minstens een diploma secundair onderwijs heeft, gaat het vooral om werkzoekenden tussen 25 en 49 jaar (ongeveer 7.000 van de 10.000). Daarentegen is 64 procent van de 50-plussers (ongeveer 9.000 van de 14.000) laaggeschoold, wat betekent dat ze geen diploma secundair onderwijs hebben of een buitenlands diploma bezitten dat niet erkend is in België.

Er is een relatief evenwicht tussen mannen en vrouwen (55 procent mannen, 45 procent vrouwen), maar de profielverschillen zijn vrij uitgesproken. Zo zijn de vrouwen die hun recht verliezen relatief sterker vertegenwoordigd in de middelste leeftijdscategorie (25-49-jarigen).

Voorts is 60 procent van de laaggeschoolde werkzoekenden die hun recht verliezen man, terwijl vrouwen relatief sterker vertegenwoordigd zijn onder de houders van een diploma secundair onderwijs (47 procent) en vooral onder de werkzoekenden met een diploma hoger onderwijs (54 procent).

Vrouwen zijn ook vaker samenwonend (53 procent) of gezinshoofd (50 procent), terwijl mannen oververtegenwoordigd zijn in de categorie alleenstaanden (66 procent).