Het klassieke spaarboekje verliest aan populariteit onder Brusselse jongeren, die steeds meer hun spaargeld beleggen in trackers, een financieel product met zogenaamd weinig risico. “Ik zit in een speciale chatgroep met vrienden waar het de hele tijd gaat over koersen, indexen, en exchange-traded funds.”
©
Freya Caris
Ken jij miljonairs die rijk werden met een spaarrekening?” vroeg de Amerikaanse beleggingsadviseur Robert Allen zich enigszins provocerend af in zijn bestseller Creating Wealth. “I rest my case.” Allen maakte zijn punt in 2006, maar de boodschap geldt vandaag des te meer: sparen brengt nauwelijks iets op. Dat besef begon de voorbije jaren ook bij veel Brusselaars te dagen, mede door de genadeloze inflatie die een winkelkar of cafébezoek bijzonder snel duurder maakte.
Wat dan wel doen met al dat spaargeld? Beleggen? Is dat niet erg risicovol, moeilijk en tijdrovend? Niet per se, beweren de auteurs Yoran Brondsema en Tim Nijsmans in hun populaire boek De hangmatbelegger dat in 2023 uitkwam, en waarin ze een lans breken voor beleggen in exchange-traded funds (ETF’s), ook wel trackers genoemd.
Wie aan hangmatbeleggen doet, investeert in zulke ETF’s. Dat zijn beursgenoteerde beleggingsfondsen die een mandje van honderden of soms duizenden aandelen volgen binnen een bepaalde regio of sector. Zo zijn er trackers die een index (een mandje) met de grootste bedrijven van de VS volgen, of de belangrijkste ondernemingen uit de gezondheidssector. In plaats van te beleggen in één bedrijf volgt een ETF een hele markt. Stijgt de index met vijf procent, dan bedraagt het rendement van de ETF ook ongeveer vijf procent, al geldt hetzelfde natuurlijk als er verlies wordt gemaakt.
Een ETF maakt het mogelijk om in één beweging gespreid te beleggen – dat wil zeggen: verdeeld over verschillende domeinen en landen. Een belegger moet zo niet langer op zoek naar de geschikte appel of peer – aparte aandelen, van één specifiek bedrijf – maar koopt meteen een hele fruitmand.
“Sommige mensen zullen uit hun hangmat vallen en een beetje onzacht terechtkomen, maar dat hoeft niet het einde van de wereld te zijn.”
Beursexpert

Tweede voordeel: een belegger heeft geen tussenpersoon bij een bank nodig, iedereen kan met een paar klikken in een app zelf ETF’s kopen. Hierdoor vallen heel wat beheerskosten weg die klassieke beleggingsfondsen wel aanrekenen. Daar moet een fysiek persoon, een bankier of fondsenbeheerder, de aandelen in het fonds uitpikken.
Bij een ETF volgt een computerprogramma, niet zelden op basis van artificiële intelligentie, automatisch een korfje met aandelen. Volgens Brondsema en Nijsmans moet een belegger vooral het programma zijn werk laten doen, en weinig actief tussenbeide komen. Vandaar de term ‘hangmatbeleggen’ of ‘passief beleggen’.
Koudwatervrees
Het idee is niet nieuw, maar het boek van Brondsema en Nijsmans blies het wel opnieuw leven in en plakte er een catchy term op. Sindsdien scheert het fenomeen hoge toppen: in de eerste negen maanden van 2024 kochten maar liefst 39.000 Belgische beleggers voor het eerst een ETF. Dat is dubbel zoveel als in dezelfde periode in 2023. Dat het echt om een hype gaat, werd bevestigd toen ‘hangmatbeleggen’ in december verkozen werd tot Woord van het Jaar door woordenboekenuitgever Van Dale.
“Meer en meer jonge mensen zijn met trackers bezig,” vertelt de 26-jarige VUB-doctoraatsstudent Thijs. “Afgelopen zomer kwam het besef dat ik iets moest doen met het geld dat op mijn spaarrekening stond te verkommeren. Toen ik op mijn werk om raad vroeg, bleek dat iedereen met trackers bezig was.”
“Bij veel vrienden zie ik angst over hun oude dag, zeker zoals de wereld vandaag evolueert. Door te beleggen, willen ze zelf hun lot in handen nemen.”
Rapper

Toch zat hij zelf nog met koudwatervrees. De beurs blijft immers een risico. “Ik vond het best eng om te beginnen, maar ik las mij in over het onderwerp, en besloot uiteindelijk enkele erg brede trackers met aandelen uit Europa en Amerika te kopen. Inmiddels stort ik iedere maand nog wat bij, het is bijna een automatisme geworden.”
Ook Hannelore Van Laer, een 29-jarige vertaalster uit Brussel-Stad, moest een drempel over, zegt ze. “In het begin voelde het voor mij allemaal een beetje als cryptomunten. Artificiële intelligentie die beleggingen stuurt? Daar had ik mijn twijfels bij, maar door de vele positieve artikels begon ik mij altijd maar geruster te voelen.”
Gokken
Inmiddels bezit Van Laer een zestal trackers en koopt ze er maandelijks bij. “Telkens maximaal voor 333 euro, ik hou van leuke cijfers.” Ze heeft ook een aantal aandelen in portefeuille, maar die koopt ze niet meer bij. “Omdat ik besef dat ik er niet genoeg van ken, waardoor het bijna op gokken leek.”
Bij de trackers vond ze een goede tussenoplossing. “Je moet er niet al te veel van kennen om mooie rendementen te boeken,” zegt ze, al omschrijft Van Laer zichzelf wel als “een hangmatbelegger met één voet op de grond”. “Ik controleer het trackrecord van wat ik koop en check of de samenstelling van de tracker niet al te geconcentreerd is.”
Het was ook het gemak van het passieve beleggen dat onderzoeker Mathias De Roeck (37) uit Anderlecht overtuigde om de sprong te wagen. “Ik heb niet veel tijd om me echt te verdiepen in individuele aandelen. Dan zijn ETF’s interessant door het bijna gegarandeerde rendement, zeker als je wereldwijd investeert. Het idee is dat de wereldeconomie altijd met een bepaald percentage groeit, en dus ook je tracker. Dat geeft meer garanties dan op één bedrijf in te zetten. Ik beleg nu nog maar in één mondiale tracker, waar ik maandelijks ongeveer 250 euro bijstort. Ik zie dat als een vorm van sparen.”
“Het gevaar is dan dat iedereen tegelijk wil uitstappen, en trackers automatisch gaan verkopen. Dan zakt de beurs, waardoor nog meer mensen gaan panikeren wat leidt tot een hangmatcrash.”
Beursexpert

De Roeck zegt met zijn mondiale tracker de afgelopen twee jaar een rendement van 50 procent te hebben gehaald. Gemiddeld wordt geschat dat ETF’s op de lange termijn, als ze goed gespreid zijn, 6 tot 7 procent per jaar behalen, al blijft rendementen voorspellen altijd moeilijk en gevaarlijk.
Sparen voor een eigen woning
Het valt op hoe hangmatbeleggen zich vaak via mond-tot-mondreclame verspreidt, waarbij nieuwe beleggers zich ontpoppen tot ware apostelen. “Ik heb de neiging om de mensen rond mij aan het investeren te helpen,” zegt Hannelore Van Laer. “Laatst nog sprak ik erover met het meisje bij wie ik een broodje kocht.”
Doctoraatsstudent Thijs zette intussen zijn hele gezin aan het hangmatbeleggen en ook zijn vrienden probeerde hij al te overtuigen. “Omdat het over geld en financiën gaat, helpt het altijd als iemand die je kent de nodige uitleg geeft. Daarnaast speelt volgens mij het collectieve gevoel mee: andere mensen doen hetzelfde. Als het dan wat minder gaat, voelt het niet zo erg aan.”
Ook opvallend: hangmatbeleggers zijn door de band een stuk jonger dan hun ‘actieve’ tegenhangers. De gemiddelde ETF-belegger in België is een veertiger, terwijl de leeftijd voor aandelenliefhebbers rond de vijftig schommelt en voor beleggers in obligaties (waarbij de belegger voor een bepaalde periode geld leent aan een bedrijf of de overheid) zelfs rond de zestig jaar.
Voor Schaarbekenaar Daan De Witte (23), ook bekend als rapper LeBlanc, komt het succes van trackers niet als een verrassing. “Bij veel vrienden zie ik angst over hun oude dag, zeker zoals de wereld vandaag evolueert. Door te beleggen, willen ze zelf hun lot in handen nemen. Ik zit zelfs in een speciale chatgroep met vrienden waar het de hele tijd over onze trackers gaat.”
Zelf stapte De Witte al zo’n 2,5 jaar geleden in ETF’s. “Ik probeer op die manier wat geld – maandelijks 200 euro – opzij te zetten om ooit een woning te kopen.” De Witte zegt het afgelopen anderhalf jaar een rendement van 26 procent te hebben gehaald.
Spieken
Toch blijkt het échte hangmatbeleggen niet zo simpel. “Ik heb met opzet mijn beleggingsapp niet op mijn gsm staan, om het spieken tot een minimum te beperken,” vertelt De Witte. “Ik bekijk de voortgang zowat één keer per maand.”
Bij doctoraatsstudent Thijs lukt dat minder goed. “Ik stres er nu minder over, maar check mijn beleggingen nog altijd dagelijks. Als ik naar het toilet ga bijvoorbeeld doe ik de app enkele seconden open.”
Beursexpert en medeoprichter van de beleggerswebsite Spaarvarkens.be Pascal Paepen juicht de hangmathype toe. “Ik vind het fantastisch. In de eerste pensioenpijler (het wettelijk pensioen, red.) zit geen geld meer, dus mensen moeten echt beleggen voor later.”

©
Freya Caris
Volgens Paepen is het daarom goed dat passief beleggen de beurs heeft gedemocratiseerd. “Bij ETF’s moet je je nooit afvragen wat de volgende Apple of Nvidia is: je koopt gewoon alles en verkoopt nooit. Dat is volgens mij de beste manier van beleggen voor negentig procent van de mensen.”
Slecht huiswerk
Critici beweren weleens dat een teveel aan hangmatbeleggers de natuurlijke werking en prijsefficiëntie van de beurs – waarbij geïnformeerde beleggers gezonde bedrijven doen groeien – zou verstoren. Hangmatbeleggers kopiëren immers simpelweg indexen zonder de onderliggende aandelen echt te analyseren. De professor wuift die kritiek weg: “In de praktijk zie ik dat veel beleggers in individuele aandelen hun huiswerk slecht maken. Dat blijft gewoon erg moeilijk. Dan koop je beter een ETF, die erg gespreid zit. In dat mandje zitten dan misschien naast goede ook wel slechte bedrijven, maar dat compenseert voor het feit dat je weinig of geen research doet.”
Een andere veelgehoorde kritiek is dat het succes van al dat passieve beleggen vooral te danken is aan de hype die rond die beleggingsvorm hangt. Omdat steeds meer mensen er hun geld insteken, blijven ETF’s en indexfondsen uitblinken, maar dat is een zelfversterkend proces: die bubbel zal ooit barsten.
Paepen wijst naar een lightversie van dat scenario toen het Amerikaanse steraandeel Nvidia (dat in veel indexen is opgenomen) in één klap 560 miljard euro aan beurswaarde verloor, na een artikel in de Financial Times over DeepSeek, de veel goedkopere en minstens even efficiënte Chinese variant van ChatGPT. “Het gevaar is dan dat iedereen tegelijk wil uitstappen, en trackers automatisch gaan verkopen. Dan zakt de beurs, waardoor nog meer mensen gaan panikeren wat leidt tot een hangmatcrash.”
Volgens Paepen zal dat in de toekomst zeker nog gebeuren. “Sommige mensen zullen uit hun hangmat vallen en een beetje onzacht terechtkomen, maar dat hoeft niet het einde van de wereld te zijn. De beurs draait op emoties en schommelt nu eenmaal soms.”
Blijft de vraag: is het hangmatbeleggen een lang leven beschoren en kan het de doodsteek betekenen van het klassieke spaarboekje? Dat zou alvast passen in de plannen van de nieuwe federale regering die, aldus het regeerakkoord, het “spaargeld van onze burgers wil mobiliseren en het opnieuw wil investeren in onze economie”.Voorlopig blijft het passieve beleggen in Europa, ondanks de forse groei, echter nog veel kleiner dan zijn actieve tegenhanger. Begin vorig jaar was ‘slechts’ 26,7 procent van het Europese beleggingsgeld in fondsen passief belegd.
“Ik zie de trend nog verder groeien,” zegt Paepen. “Mensen zijn op zoek naar gemakkelijke en goed geprijsde beleggingsproducten. Dat zal niet ineens veranderen.”
Lees meer over: Brussel , Economie , Hangmatbeleggen , Beleggen , aandelen , beurs , Pascal Paepen , ETF's