Vastgoedsector stapt naar Grondwettelijk Hof tegen Brusselse huurprijsregulering

Een groep vastgoedfederaties, bouwbedrijven en ondernemersorganisaties trekt naar het Grondwettelijk Hof om de Brusselse ordonnantie over huurprijsregulering aan te vechten. Volgens hen vormt de wet een aanval op het eigendomsrecht en dreigt ze huurwoningen schaarser te maken.

Sinds begin mei mogen huurprijzen in Brussel niet meer dan 20 procent boven de referentiehuurprijs uitstijgen, zoals vastgesteld in een huurprijzenrooster. Dat rooster houdt onder meer rekening met het aantal kamers, de bewoonbare oppervlakte en het energieprestatiecertificaat. Huurders kunnen hun contract voorleggen aan een paritaire huurcommissie, die oordeelt over de redelijkheid van de huurprijs.

De maatregel moet buitensporige huurprijzen tegengaan, maar volgens de sector dreigt de maatregel het omgekeerde te bereiken: minder huurwoningen en stijgende prijzen. "Dit beleid treft in de eerste plaats de huurders", zegt Katrien Kempe van de Beroepsverening van de Vastgoedsector (UPSI-BVS). "Het zijn vooral kandidaat-huurders met een bescheiden inkomen die steeds moeilijker een betaalbare, kwaliteitsvolle woning vinden. Zij worden slachtoffer van ondoordacht beleid. Op deze manier wordt de hele huurmarkt ontwricht."

Referentierooster

De organisaties hebben ook kritiek op het referentiehuurprijzenrooster, omdat het gebaseerd is op huurcontracten uit de periode 2017-2020. Volgens de federaties houdt het systeem bovendien onvoldoende rekening met factoren zoals locatie, renovatiegraad of materiaalkeuze.

“De sector heeft geen probleem met het feit dat buitensporige huurprijzen en excessen kunnen worden aangevochten. Maar vandaag kan élke huurder, ook wie geen enkele financiële druk ervaart, een correcte huurprijs betwisten op basis van een sterk verouderd huurprijzenrooster. Dat creëert een scheefgetrokken situatie die zijn doel compleet voorbijschiet", zegt Patrick Willems van NEMS.

Grondwettelijk Hof

Zeven organisaties (UPSI-BVS, Embuild Brussel, CIB, SNPC-NEMS, Federia, BECI en UCM) bereiden nu een beroep voor bij het Grondwettelijk Hof. Ze hopen zo de nieuwe regels ongrondwettig te laten verklaren. Tegelijk roepen ze de Brusselse politiek op om de ordonnantie op te schorten "in afwachting van een geactualiseerd en representatief huurprijzenrooster."

Daarnaast vragen ze ook andere maatregelen, zoals een verlaagde onroerende voorheffing voor energiezuinige woningen, snellere vergunningstrajecten en meer publiek-private samenwerking om het huuraanbod te vergroten.