Man vergiftigt tennisvriend met thallium, 20 jaar cel gevorderd

De advocaat-generaal van het hof van beroep in Brussel heeft vrijdag twintig jaar cel en een terbeschikkingstelling aan de strafuitvoeringsrechtbank gevorderd voor Jean-François G, een man uit Sint-Lambrechts-Woluwe die ervan beschuldigd wordt zijn vriend te hebben vergiftigd met thallium tussen augustus 2021 en juni 2022. In eerste aanleg kreeg G. 18 jaar cel.

De advocaat-generaal behield de kwalificatie poging tot doodslag door vergiftiging. "De voortdurende vergiftiging die het slachtoffer onderging, bevestigt de kwalificatie", zei hij.

De periode waarin de misdrijven plaatsvonden, de wreedheid van de vergiftiging en het gebrek aan spijt bij de verdachte rechtvaardigen een gevangenisstraf van twintig jaar, betoogde het openbaar ministerie. "De verdediging neemt een vreemde positie in door de aanklacht van poging tot moord te betwisten, zonder het gebruik van thallium op het slachtoffer zo categoriek te betwisten."

Thallium in bodycrème

Op 11 december 2024 veroordeelde de correctionele rechtbank van Brussel de 34-jarige biochemicus tot achttien jaar cel. Het slachtoffer, een dertiger uit Ukkel, werd in augustus 2021 ernstig ziek. Zijn toestand verslechterde zienderogen waardoor hij werd opgenomen in het ziekenhuis. Pas een jaar later stelden artsen vast dat hij was vergiftigd met thallium, een uiterst giftig metaal. Tussen de spullen van het slachtoffer troffen speurders een tube bodycrème aan die het gif bevatte. De politie startte een onderzoek.

Dat onderzoek leidde de speurders al gauw naar de beste vriend van het slachtoffer, die ook zijn tennispartner was. Ze ontdekten dat hij een grote hoeveelheid thallium had besteld via het internet. Uit de zoekresultaten op zijn computer bleek ook dat hij onderzoek had gedaan naar novitsjok, het zenuwgas dat werd gebruikt om de Russische oppositieleider Aleksej Navalny te vergiftigen.

Het is nog altijd onduidelijk wat het motief voor de vergiftiging was. De twee mannen kwamen uit gegoede kringen, hadden beide de Franse nationaliteit en waren zonen van hoge legerofficieren. Ze leerden elkaar kennen in het Lycée Français De Bruxelles in Ukkel en waren volgens getuigen onafscheidelijk.