Brusselse luchtvervuiling nam afgelopen tien jaar gestaag af

Volgens metingen van Leefmilieu Brussel haalde de Brusselse luchtkwaliteit in 2024 de Europese normen in alle referentiestations in de hoofdstad. Ook de aangescherpte doelstellingen die tegen 2030 bereikt moeten worden, bleken grotendeels behaald. Al geldt dat niet voor wijken met veel wegverkeer.

Uit het recentste jaarverslag over de luchtkwaliteit van Leefmilieu Brussel blijkt de vervuiling de laatste tien jaar gestaag af te nemen. In 2024 werden algemeen de geldende Europese normen in alle meetstations in het Brussels gewest behaald. Ook de aangescherpte Europese normen die tegen 2030 bereikt moeten worden, zijn grotendeels verworven.

Als verklaring verwijst de overheidsdienst naar onder meer de lage-emissiezone, de shift naar minder verplaatsingen met de wagen en de versnelde transitie van diesel naar andere motoren.

De strengere richtlijnen van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), gebaseerd op de gezondheidsimpact van luchtverontreiniging, worden echter niet behaald. Leefmilieu Brussel erkent dat daarvoor “nog grotere inspanningen nodig zijn, om de gezondheid van de Brusselaars te beschermen”.

Overmatige blootstelling aan luchtvervuiling, vooral aan fijn stof, kan immers leiden tot hart- en vaatziekten, aandoeningen aan de luchtwegen en vroegtijdige sterfte.

Wegverkeer

Gekeken naar de resultaten per verontreinigende stof, valt wel op dat de Europese normen voor 2030 voor stikstofdioxide (NO2) niet behaald werden in wijken waar veel wegverkeer is. De hoogste concentraties werden gemeten aan de meetstations Regent, Kunst-Wet en de Charles Buls-school, die zich aan de kleine Ring bevinden.

Voor fijnstof (PM10 en PM2,5) en ozon werden de Europese normen behaald, maar niet de richtlijnen van de WHO. Dat is wel het geval voor zwaveldioxide en koolmonoxide.