Een op de twee Brusselaars kiest openbaar vervoer voor woon-werkverkeer

48,4 procent van de werknemers in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gebruikt de trein, tram of bus om naar het werk te pendelen. Dat blijkt uit de jongste mobiliteitsbarometer van HR-dienstengroep Acerta. Ook de fiets wint langzaam maar zeker aan belang.

Op het vlak van mobiliteit is het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een buitenbeentje in vergelijking met de andere regio’s en provincies. Zo is het openbaar vervoer in de hoofdstad veel populairder om naar het werk te pendelen dan elders in het land. 48,4 procent van de werknemers gebruikt in Brussel het openbaar vervoer tegenover het nationale gemiddelde van 8,5 procent. Bovendien wordt het openbaar vervoer ook steevast populairder in het Brusselse woon-werkverkeer: vijf jaar geleden ging het nog om 43,4 procent.

Nog meer winst is er voor de fiets: vijf jaar terug gebruikte 10,9 procent het stalen ros voor minstens een deel van het pendeltraject, vandaag is dat 18,7 procent. Dat heeft voor een deel te maken met het feit dat Brusselse werknemers gemiddeld slechts 13,5 kilometer van hun werk wonen terwijl het nationale gemiddelde op 20,8 kilometer ligt.

“Dat er een shift en een verdere diversifiëring van vervoersmodi aan de gang is, blijkt onder andere ook uit het feit dat de wegcode is herzien”, klinkt het bij Karolien Van Herpe, juridisch experte bij Acerta.

“Doordat steeds meer mensen een elektrische fiets kunnen leasen én het feit dat de wegcode steeds meer ruimte laat voor de fiets, verwachten we dat het aantal fietsende pendelaars alleen nog maar zal toenemen.” De 18,7 procent fietsende pendelaars in Brussel liggen voorlopig wel nog ver onder het nationale gemiddelde van 39,1 procent.

De grote verliezer in de nieuwste mobiliteitsbarometer is de auto. In vijf jaar tijd is zijn rol binnen het woon-werkverkeer in Brussel geslonken van 48 naar 42,6 procent.