Koten van Brusselse universiteiten vanaf 2026 vrijgesteld van onroerende voorheffing

Vanaf volgend jaar zijn studentenkoten van universiteiten en hogescholen vrijgesteld van onroerende voorheffing. Het Brussels parlement keurde vrijdagavond unaniem bij vijf onthoudingen een voorstel van ordonnantie goed van Celia Groothedde (Groen), mee ingediend door de socialisten, MR en Les Engagés. Omdat Najima El Arbaoui (Team Fouad Ahidar) nadien de tekst meetekende, trok Olivier Willocx (MR) zijn handtekening in.

Door een ongelukkige formulering in het wetboek van inkomstenbelastingen ontstond er sinds 2017 rechtsonzekerheid voor de Brusselse universiteiten en hogescholen die rechtstreeks of onrechtstreeks niet-commerciële studentenhuisvesting aanbieden, waardoor ze onroerende voorheffing dienden te betalen. Daardoor steeg ook de prijs van een kot.

Uit de nota van de gewestelijke administratie Brussel Fiscaliteit op vraag van de commissie blijkt dat deze heffing jaarlijks 350.000 euro opbrengt, 85.000 voor het Brussels Gewest en 265.000 voor de 9 betrokken Brusselse gemeenten, lichtte aftredend minister van Financiën en Begroting Sven Gatz (Open VLD) maandag in het parlement toe.

Als de vrijstelling met terugwerkende kracht zou worden ingevoerd vanaf 2018 zou het prijskaartje oplopen tot 1,8 miljoen euro, waarvan 1,3 miljoen voor de gemeenten, aldus nog Gatz. Maar de vrijstelling gaat pas in vanaf 2026, zodat er geen sprake is van terugwerkende kracht.

Bij het plenaire debat over de derde tranche van voorlopige twaalfden had de Open VLD-minister vorige week expliciet naar deze tekst verwezen toen hij opriep om af te zien van maatregelen die de begroting verder bezwaren.

Celia Groothedde, Brussels parlementslid voor Groen, ontkent dat de vrijstelling het Gewest geld zou kosten. "Deze ordonnantie zal helemaal geen 350.000 euro kosten en zal het Gewest en de gemeenten allicht geld besparen in plaats van kosten", zo laat ze weten in een schriftelijke mededeling aan BRUZZ.

Teruggestort

Volgens haar doorstond de inning namelijk nooit juridische toetsing en moest het Gewest het geld steeds weer terugbetalen aan de instellingen. "De 350.000 euro waar Brussel Fiscaliteit van spreekt, is nooit geïnd. Deze onroerende voorheffing wordt namelijk altijd aangevochten, en ik heb alleen veroordelingen van de overheid teruggevonden in die gevallen", zo legt Groothedde uit.

"Niet alleen de sommen werden daarbij teruggestort, maar de overheid moest ook de gerechtskosten en verwijlinteresten ophoesten. Die verwijlinteresten staan nu op 4 procent. "We hebben nu als parlement de wetgeving verduidelijkt en zowel het Gewest als de gemeenten die zware interesten én gerechtskosten bespaard", zo klinkt het bij Groothedde.

Brussel is met 110.000 studenten de grootste maar ook de duurste studentenstad van België. "Gemiddeld kost een kot maar liefst 680 euro en per jaar slaat die prijs 5 procent op", aldus Groothedde. "In een dure studentenstad moeten de drempels naar de universiteit zo laag mogelijk zijn voor studenten met talent. Dat we dat met brede parlementaire steun konden realiseren in een periode van politieke blokkades, maakt het des te mooier", aldus de politica van Groen.