Brusselse regering vergadert volgende week over bewarende maatregelen: ‘Bang afwachten’

Over de bewarende maatregelen die minister Gatz heeft voorgesteld om het begrotingstekort onder controle te krijgen, is nog geen akkoord. De Brusselse regering in lopende zaken zal daar volgende week pas verder over vergaderen. “Ik ben er niet gerust op. Het is bang afwachten,” klinkt het vanop de oppositiebanken.

De Brusselse financiën kleuren bloedrood met een begrotingstekort dat oploopt tot meer dan anderhalf miljard euro. Om die situatie onder controle te krijgen is een volwaardige regering nodig die structurele maatregelen moet nemen, maar 325 dagen na de verkiezingen is er nog altijd geen zicht op een nieuwe meerderheid.

Er moet dringend iets gebeuren, beseft aftredend minister van Financiën en Begroting Sven Gatz (Open VLD), want tegen juni komt ratingbureau Standard and Poor’s met een nieuwe beoordeling van de kredietwaardigheid van het Brussels Gewest. Een ratingverlaging betekent dat de Brusselse schulden nog sneller zouden oplopen.

Vorige week had Gatz zijn collega-ministers gevraagd om een aantal bewarende maatregelen in overweging te nemen. Die moeten een verdere ontsporing van het budget enigszins binnen de perken houden. Het voorstel van Gatz werd vandaag besproken op de ministerraad, maar een concreet resultaat heeft dat niet opgeleverd.

Dat blijkt uit het antwoord van de minister tijdens de plenaire vergadering. Daar hadden drie Nederlandstalige parlementsleden – Benjamin Dalle (CD&V), Jan Busselen (PVDA) en Gilles Verstraeten (N-VA) – vragen over de stand van zaken.

'Stabiliseren of terugdringen'

“In het Brussels Parlement ging het al vaak over de dramatische situatie van de Brusselse financiën. De regering in lopende zaken heeft een belangrijke verantwoordelijkheid om de tekorten te beperken. Hoeveel heeft uw voorstel opgeleverd?,” vroeg Dalle aan de minister.

“De regering heeft zich gebogen en buigt zich nog steeds over mijn voorstel,” antwoordde Gatz daarop. “De doelstelling is duidelijk: het stabiliseren of terugdringen van het tekort. Daar bestaat een consensus over. Daarom zullen we daar volgende week, op uitnodiging van de minister-president en mezelf, verder over vergaderen.”

Vervolgens legde de minister uit wat die bewarende maatregelen precies inhouden. “De personeelskredieten moeten strakker gemonitord worden en de ministers moeten vijftien procent van de facultatieve subsidies niet uitgeven. De rapportage daarover moet nog gebeuren,” aldus Gatz. Daarnaast wil hij vasthouden aan de onderbenutting van 472 miljoen euro die is vastgesteld in de begroting van vorig jaar.

“Ik heb elke minister gevraagd om te kijken naar investeringen die niet kunnen doorgaan of die verschoven kunnen worden naar de volgende jaren. Dat wil ik verder bespreken om tegen eind mei een pakket te kunnen voorleggen. Ook structurele maatregelen kunnen daarbij aan bod komen. Het is voor de ministers niet verboden om daar voorstellen over te doen,” ging de minister verder.

'Perspectief'

“Stap per stap bekijk ik met de minister-president of we tot een pakket aan maatregelen kunnen komen die ons budgettaire zuurstof moeten geven. Dat zal er waarschijnlijk toe leiden dat we in juni een derde reeks van voorlopige twaalfden kunnen voorleggen,” aldus Gatz nog. “Als we de oefening in mei – dat wordt nog een hard werk op juridisch-technisch, financieel en politiek vlak – volbrengen, zullen we in september een begroting voorstellen of vroeger als het kan.”

Die stappen moeten volgens de liberale minister perspectief bieden, al gaf het de Nederlandstalige oppositie weinig vertrouwen. “De olifant heeft een muis gebaard,” klonk het bij Dalle, die onder meer aanhaalde dat enkele collega’s van Gatz – staatssecretaris Persoons (Vooruit) en minister Maron (Ecolo) – negatief hadden gereageerd op zijn voorstel. “De regering in lopende zaken moet haar verantwoordelijkheid nemen.”

'Failliet'

“Als ik u hoor ben ik er niet gerust op. Er zal verder worden vergaderd en we zullen verder zien. De reactie in het halfrond spreekt boekdelen: u krijgt applaus van Smet en Bex en daar houdt het op. De reacties van de collega-regeringsleden in de pers voorspellen niet veel beter,” zei Gilles Verstraeten. “Om een ratingverlaging te voorkomen is er meer nodig.”

“Het is bang afwachten,” aldus Verstraeten nog. “Het ligt niet aan dat u geen verantwoordelijkheid wil nemen, maar een aantal collega’s op de regeringsbanken moeten zich beginnen te beraden.”

PVDA’er Jan Busselen hekelde dan weer de aangekondigde besparingen, onder meer op gewestelijk personeel, en de impact daarvan op de sociale noden in Brussel. “Op de riante lonen van ministers wordt niet bespaard en ik zie geen pistes over de peperdure consultancykosten.”

“Maar als het Brussel Gewest over wie weet een paar weken of enkele maanden failliet gaat en helemaal niets meer kan betalen, zullen alle Brusselaars dat voelen,” zei Verstraeten daar op. “Het lijkt me zeer urgent om die situatie zo snel mogelijk af te wenden.”