Parlementsvoorzitter beschikt ondanks besparing over chauffeur, maar zal wagen delen

In juni besliste het Brussels parlement om de dienstwagen met chauffeur voor de voorzitter af te schaffen. Toch zal huidig parlementsvoorzitter Bertin Mampaka (MR) niet meer zelf moeten rijden, dankzij een afspraak tussen het Brussels parlement en de Franse Gemeenschapscommissie Cocof.

Voor de zomervakantie besliste het Bureau van het Brussels parlement om in de eigen budgetten te snijden. Zo besliste het om de dienstwagen met chauffeur voor de voorzitter van het Brussels parlement af te schaffen. Nu blijkt dat de huidige leider van het Brusselse halfrond Bertin Mampaka (MR) toch over een chauffeur zal beschikken, schrijft La Capitale.

“In het kader van een strikt beheer van de overheidsfinanciën hebben het Brussels parlement en de Cocof beslist om te besparen op de transportmiddelen van de voorzitters,” zegt Mampaka aan BRUZZ. “Het Brussels parlement heeft toen beslist om de dienstwagen die exclusief voorbehouden was voor de voorzitter af te schaffen.”

Autodelen

Wel bleef er voor het Brusselse halfrond één dienstwagen over, voor gedeeld gebruik door de administratieve diensten van het parlement in de Lombardstraat. Dat terwijl de Cocof-raad, waar Mampaka ook voorzitter van is, tot nu toe nog steeds over een dienstwagen en chauffeur voor de voorzitter beschikte, maar ook daarop wordt er nu bespaard.

“De raad van de Cocof stelt een chauffeur ter beschikking van de voorzitter, maar zet de leasing van de dienstwagen stop,” zegt Mampaka. “Tegelijk stelt het Brussels parlement zijn enige dienstvoertuig ter beschikking. Die auto wordt gedeeld tussen de voorzitter en de parlementaire diensten.”

Dankzij die afspraak tussen beide halfronden zal de parlementsvoorzitter voortaan niet meer zelf moeten rijden of beroep doen op een taxi voor verplaatsingen in het kader van zijn mandaat, terwijl er van een nieuwe aankoop of leasing geen sprake is.

Mampaka zelf heeft het over een “systeem van 'mutualisering' tussen beide halfronden.” “Deze maatregel vormt een substantiële besparing voor beide parlementen.”