Het stripverhaal wordt nu officieel opgenomen in de lijst van immaterieel cultureel erfgoed van het Hoofdstedelijk Gewest, dat maakte staatssecretaris Ans Persoons donderdag bekend in het Brusselse Stripmuseum. Naast het stripverhaal staan onder meer ook de witloofcultuur, het nachtleven in de hoofdstad, de Brusselse 'zwans' en het Brusselse dialect op die lijst.
"Het stripverhaal, de negende kunst, is zonder twijfel een van de belangrijkste symbolen van Brussel en haar identiteit. (...), een echte Brusselse bijzonderheid, die nu eindelijk erkend wordt als immaterieel cultureel erfgoed", zegt Persoons. Ook Isabelle Debekker, directrice van het Stripmuseum, is tevreden. Zij spreekt van "een noodzakelijke eerste stap naar erkenning".
200 jaar
Hoewel stripverhalen niet in Brussel zijn ontstaan, wordt er in de hoofdstad al 200 jaar strips gemaakt. 'Le déluge à Bruxelles' van Richard de Querelles uit 1843 was de eerste in het rijtje, maar Brusselaar Hergé, de geestelijke vader van Kuifje, maakte de Belgische strip in de twintigste eeuw echt bekend.
Naast Hergé speelden ook andere Brusselse striptekenaars een belangrijke rol in de groeiende wereldwijde populariteit van de kunstvorm. Naast Kuifje zijn bijvoorbeeld titels als De Smurfen, Thorgal, XIII en Largo Winch internationaal bekend.
In een volgende stap wil Persoons de Belgische strip laten erkennen als UNESCO-werelderfgoed. Ze wil samenzitten met de Vlaamse en Franse Gemeenschap met het oog op het indienen van een kandidatuur bij UNESCO. Persoons hoopt dat werk in 2029 af te ronden, op de honderdste verjaardag van de eerste Kuifje-strip.
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.