Dichter aan Brusselse politici: 'U blijft champagne nippen terwijl buiten mensen stikken'

Bij het Irisfeest donderdag in het Brussels parlement heeft een Brusselse dichter, Farbod Fathinejad, vanop het spreekgestoelte een scherpe aanklacht gehouden tegen de Brusselse politiek, die er niet in slaagt een nieuwe regering op de been te brengen. "Driehonderdzestig organisaties vallen stil, buurthuizen sluiten, kinderen leren dansen op de rand van wanhoop. En wat doet u, Brusselse leiders? Rien. Niks."

In het Brussels parlement klonken donderdag voor de 36ste verjaardag van het Brussels Gewest de traditionele toespraken. Een opmerkelijk moment daarbij was een gedicht dat de Brusselse dichter Farbod Fathinejad bracht.

Lotte Stoops (Groen), de vicevoorzitster van het parlement, had tien minuten van haar spreektijd aan hem afgestaan. Stoops had in haar toespraak al de politieke impasse aangeklaagd én een pleidooi gehouden voor participatiedemocratie, nu de representatieve democratie het laat afweten. Door de dichter aan het woord te laten, die ze een week eerder per toeval had gehoord, wou ze het woord geven aan 'de stad'.

Maar het gedicht dat Fathinejad bracht, werd een opvallend felle aanklacht. "Buiten lopen er gewapende jongeren die een machtsvacuüm vullen, dat u in Brussel laat vallen. En u twijfelt, en de stad is verminkt. Er is geen plan en visie, wel videoboodschappen en toespraken", klonk het.

Of nog: "Driehonderdveertig dagen zonder regering, zonder ruggengraat. Driehonderdzestig organisaties vallen stil, buurthuizen sluiten, kinderen leren dansen op de rand van wanhoop. En wat doet u, Brusselse leiders? Rien. Niks. U bent verdampt en u zwijgt. Uw zwijgen is geen vergissing, maar een structureel falen."

"Kijk goed. Dit is geen verhaal. Dit is Brussel, uw Brussel, mijn Brussel, ons Brussel. En zolang u blijft nippen aan uw champagne en wijn terwijl buiten mensen stikken, blijft elke stilstand een daad. Niet van neutraliteit, maar van lafheid", besloot Fathinejad, die de politici opriep tot handelen.

Beperkt applaus

Afgaand op het beperkte applaus was de waardering van de parlementsleden voor het gedicht niet erg groot. Bij een dergelijke academische zitting is het bovendien de gewoonte dat enkel de minister-president, de voorzitter en de vicevoorzitter van het parlement het woord nemen.

Lotte Stoops, achteraf gevraagd om een reactie, zegt dat ze "voor een groot deel" op de hoogte was van de inhoud van het gedicht dat Fathinejad zou brengen. Wel vroeg ze om enkele specifieke namen te weren. Stoops legt uit dat ze ervoor koos om een deel van haar spreektijd af te staan aan de Brusselse dichter, omdat dat paste in het concept van haar toespraak.

Toen Stoops het gedicht voor het eerst hoorde, voelde ze zich naar eigen zeggen zelf ongemakkelijk. "Maar we moeten die ongemakkelijke waarheid durven horen", zegt Stoops. Voor haar is het ook de rol van een kunstenaar om zo'n moeilijke, ongemakkelijke boodschap te brengen. "Als parlementslid weet ik heel goed dat wij wél met van alles bezig zijn, maar het gaat hier over hoe het volk het aanvoelt."