Vijf jaar na de start van de eerste coronalockdown, op 13 maart 2020, is Brussel nog niet begonnen aan een gedegen evaluatie van de gevolgen ervan op de stad. De impact op onze mentale gezondheid blijft wat gissen, een collectieve herdenking kwam er nog niet. “Om ergens overheen te raken, moet je verhalen delen en naar elkaar luisteren.”
©
RV
| Trouwen kon alleen in kleine kring, met mondmasker.
“Je hoort mensen vaak zeggen dat het lijkt alsof die hele covidperiode niet is gebeurd. Dat is natuurlijk niet zo. Wanneer je doorvraagt, heeft iedereen iets verloren, of dat nu een geliefde is of een vrolijke schooltijd. Alleen spreken we als samenleving liever niet over verlies, terwijl de slachtoffers dat net heel waardevol kunnen vinden.”
Rouwcoach Katleen Van Langendonck uit Laken neemt BRUZZ mee naar dertien gedenkstenen voor covidslachtoffers in het Ossegempark. Een Onument, “met de 'o' van openheid,” zegt Van Langendonck, “want rouw is een proces, altijd onaf en in beweging.” Het Onument staat er nu een volledig jaar, sinds de inhuldiging op 13 maart 2024, maar is amper bekend bij het grote publiek. “We denken na over een ritueel om eraan te koppelen, zoals een wandeling of rouwcirkels,” zegt Van Langendonck.
De coronacrisis, die 4.500 dodelijke slachtoffers maakte in Brussel, vindt vijf jaar na de startdatum nog weinig weerklank in de publieke ruimte. Van het hele land had Brussel het hoogste sterftecijfer door covid-19, rekening houdend met de leeftijdsstructuur van de (relatief jonge) bevolking. Vooral tijdens de eerste golf, in de lente van 2020, was de oversterfte bijzonder hoog: in Brussel vielen toen 1.379 meer doden dan verwacht, becijferde gezondheidsinstituut Sciensano, ruim de helft meer dan in een normale lente.
Ter vergelijking, in de rest van het land was die oversterfte procentueel maar half zo laag. Bovendien lijdt naar schatting drie tot vijf procent van de bevolking aan een vorm van long covid, zo leren verschillende studies wereldwijd. Voor Brussel komt dat neer op grofweg dertigduizend longcovidpatiënten. Minstens enkele honderden van hen zijn nog altijd ernstig verhinderd om te werken of studeren.

©
Ivan Put
| De afdelingen intensieve zorg in de ziekenhuizen lagen overvol, de beschermingsmaatregelen voor het personeel waren ongezien.
Verklaringen, van krappe woningen tot armoede en moeizame communicatie, zijn tijdens de crisis al aangestipt. Vijf jaar later zinderen vooral de mentale en emotionele gevolgen nog na. Zijn we al goed en wel hersteld van die opeenvolgende periodes van isolatie?
“Nee, we zijn eigenlijk nog niet aan de verwerking begonnen,” zegt sociologe Beate Völker (Universiteit Utrecht), expert in vriendschappen en sociaal contact. “Corona lijkt lang geleden, maar het is echt niet zomaar voorbij. We hebben het in een doosje gestopt dat we liever dicht laten. Toch hoort het bij ons leven. Veel mensen zijn dierbaren verloren, anderen zijn nog altijd ziek. Om eroverheen te komen, moet je die verhalen delen en naar elkaar luisteren.”
Minder praatjes
In de eigen vriendenkring of familie zal dat inmiddels wel lukken, merkt Völker in eigen en buitenlands onderzoek. “De meeste mensen zijn hun allerbeste vrienden wel blijven zien tijdens de pandemie. We zijn vooral zwakkere contacten verloren buiten onze onmiddellijke leefwereld. Goede kennissen, vaak gekoppeld aan een bepaalde activiteit, maar ook toevallige contacten op straat of in de winkel. Die spontane praatjes zitten nog altijd niet op het niveau van voor corona,” vertelt Völker.
“Veel jongeren zijn het verleerd om spontaan contact te leggen. Ze voelen zich er ongemakkelijk bij, durven niet meer te bellen.”
Sociologe Universiteit Utrecht
Terwijl die erg belangrijk zijn voor ons welzijn, zegt ze. “Het zijn vaak die contacten die eens iets zeggen waar jij totaal niet op had gerekend. Verre kennissen geven jou niet altijd gelijk. Ze zijn een doorgeefluik naar een grotere wereld,” aldus Völker. “Het is nog niet cijfermatig bewezen, maar de ruk naar rechts lijkt op die manier mee aan corona te linken. De pandemie liet ons terugtrekken in een bubbel. Nog meer dan vroeger richten we ons vandaag op mensen die we al kennen en niet op de situatie om ons heen.” Wie videobelt op de tram, kan geen praatje slaan met de medereizigers, zegt ze. “Die ontwikkeling was uiteraard al bezig, maar is versneld. We zijn het kwijtgeraakt om solidair te zijn met anderen.”

©
Ivan Put
| Het openbaar vervoer bleef de hele tijd rijden, maar het aantal plaatsen werd beperkt.
In eigen land zoekt gezondheidsinstituut Sciensano sinds vorig jaar naar de corona-effecten op blijvende eenzaamheid. Resultaten zijn er nog niet, net zo min als langetermijndata over het welzijn van jongeren, senioren, daklozen of andere risicogroepen voor en na de pandemie. Daar zijn de laatste maanden wel studies over opgestart met federale financiering. “Tijdens de lockdowns piekten eenzaamheid, angst en depressie vooral bij jongeren en vrouwen,” zegt onderzoeker Lize Hermans van Sciensano. “Telkens wanneer de strenge maatregelen versoepeld werden, namen die angstproblemen en depressies weer af. Vandaag is dat nog altijd zo, maar onze mentale gezondheid is nog niet beter dan tijdens zo'n periode tussen twee lockdowns in. We weten nog niet of we er slechter aan toe zijn dan voor corona.”
“Uit Europese cijfers weten we dat de emotionele impact van de pandemie bij 65-plussers nog lang na de lockdowns is blijven voortduren.”
onderzoeker Gezondheid en Welzijn bij Sciensano
Dat komt omdat er geen zogenoemde nulmeting is. Pas vanaf de lente van 2020 hield Sciensano elke vier maanden een onlinebevraging naar ons welzijn en eenzaamheid, voordien was die er niet. Het is nu wachten tot volgend jaar, wanneer de nieuwste Nationale Gezondheidsenquête verschijnt. “Die gegevens kunnen we vergelijken met een vorige meting uit 2018,” zegt Hermans. Al is er in die periode natuurlijk nieuwe stress opgedoken voor veel Brusselaars. Denk maar aan de oorlog in Oekraïne, de energiecrisis en de Gaza-oorlog.
Drugsexperts willen de toenemende problematieken op straat en in metrostations dan weer niet een-op-een aan corona linken, want daar speelt georganiseerde misdaad mee. “Het is wel zo dat de meest precaire groepen, zoals migranten, het tijdens de eerste maanden van corona nóg moeilijker hebben gekregen. Straathoekwerkers konden hen niet meer bereiken,” zegt Martin Wagener van de ULB, die nu bekijkt welke lessen het sociale hulpnetwerk moet trekken voor toekomstige rampen. “In Brussel zijn zeer snel nieuwe diensten opgezet, zoals de hotels voor daklozen. Dat was ongezien en zelfs enkele OCMW's deden dat, maar die zijn inmiddels gesloten en de extra middelen weer afgeschaft.”

©
Saskia Vanderstichele
| Bezoek was niet toegestaan tijdens de lockdowns. Wie zijn familie wou zien, kon dat alleen achter glas.
Het is maar één voorbeeld dat in de toekomst beter of sneller kan. In dezelfde lijn loopt bij Sciensano het onderzoek naar eenzaamheid en hoe dat beter te vermijden valt, ook in rusthuizen. “Uit Europese cijfers weten we dat de emotionele impact van de pandemie bij 65-plussers nog lang na de lockdowns is blijven voortduren,” zegt Lize Hermans. Bovendien voelen vrouwen boven de 65 zich consequent meer eenzaam dan hun mannelijke leeftijdsgenoten, zo bleek. Belgische cijfers zijn er nog niet.
Open de rusthuizen voor de buurt
“We weten wel dat vriendschap enorm belangrijk blijft op latere leeftijd, zeker bij 80-plussers. Net je zwakkere contacten trekken je uit huis en houden je cognitief sterk. Een vaste partner blijft gewoon bij jou op de zetel,” zegt sociologe Beate Völker. “Zonder sociale stimulatie kan een proces van dementie versnellen. Dat cognitieve aspect is tijdens de crisis amper onderzocht, maar ik raad rusthuizen nu aan om de deuren open te zetten voor de buurt. Zorg dat er regelmatig iets gebeurt.”
Ook voor jongeren is ontmoeting volgens Völker meer dan ooit nodig. “Voor hen kwam de pandemie op het moment dat zij horen te experimenteren met relaties en te kiezen waar ze zullen wonen, studeren of werken. Dat haal je niet zomaar in in drie jaar tijd. Ik denk dat de politiek de jongeren een beetje zal moeten helpen,” zegt Völker, en dan vooral om buiten de eigen vriendenkring te kijken. “Veel jongeren zijn het verleerd om spontaan contact te leggen. Ze voelen zich er ongemakkelijk bij, durven niet meer te bellen. Breng hen samen, organiseer evenementen. Dat klinkt betuttelend, maar je wil toch ook geen eenzaamheidsepidemie?”

©
Ivan Put
| De scholen sloten een tijd. Toen ze weer openden, waren er strenge maatregelen.
De Nederlandse antropologe Irene Stengs (Vrije Universiteit Amsterdam), gespecialiseerd in rouw in de openbare ruimte, gaat nog een stap verder. “Waarom organiseer je geen coronafestival in de stad, met muziek, theater en tentoonstellingen, waar iedereen zijn eigen verhaal kan delen over de pandemie?” Belangrijk is dat ook de politiek daarbij aanwezig is, benadrukt Stengs. “Als je niets doet, is het ook alsof er niets is gebeurd. Er moet op zijn minst worden nagedacht hoe het leed dat veel mensen is overkomen, erkend kan worden. Dan heb ik het over de nabestaanden van de coviddoden, die geen afscheid hebben kunnen nemen, maar ook over longcovidpatiënten die nog ziek zijn. Voor hen is de crisis niet voorbij. Er is geen closure.”
Expliciete erkenning
Stengs onderzoekt al jaren collectieve rouwrituelen. “Dat gaat breed: bij grote emoties die we samen uiten, zoals woede, frustratie, verdriet, afschuw of empathie, ligt heel vaak een sterfgeval in de publieke ruimte aan de basis. Zoals een verkeersongeluk, een natuurramp of gewelddadige aanslag. Het verschil met de covidcrisis is dat daar niet één dode, één tijdstip of één plek was: de ramp voltrok langdurig in onze eigen huizen en ziekenhuizen,” zegt Stengs. Dus is één herdenkingsdag kiezen moeilijk, net als een geschikte plek. “Dat het monument in Brussel niet gebruikt wordt, betekent dat het niet werkt. Je zal nooit iedereen bereiken met alleen bloemen of kraanvogelorigami. Maar hoe langer je wacht om een ramp te herdenken, hoe ingewikkelder het wordt.”
“Waarom organiseert Brussel geen coronafestival, met muziek, theater en tentoonstellingen, waar iedereen zijn verhaal kan delen over de pandemie?”
Antropologe en rouwexperte Vrije Universiteit Amsterdam
Bovendien vraagt een goede herdenking ook evaluatie, zegt Stengs. “Een ritueel is niet gratis, het houdt een belofte in. Zo'n herdenking draait ook om transformatie. Wat zouden we anders doen bij een volgende pandemie? Daarvoor komen de studies natuurlijk veel te laat,” vindt ze. Het zorgpersoneel kreeg bijvoorbeeld nog geen duidelijke verbetering van zijn statuut of werkomstandigheden. “Het dagelijkse applaus tijdens de eerste lockdown, ook zo'n ritueel, is een koude douche gebleken: er is geen extra geld gekomen en je zit nog altijd met een gapend gat aan respect voor de zorg.”
De financiering van de zorg is grotendeels federale materie, maar rond verlies in het algemeen kan een stad als Brussel wel een rol spelen. VUB-onderzoeker Bert Quintiens werkt rond zogenoemde compassionate cities, steden met aandacht voor het levenseinde. “Je kan daarover praatcafés organiseren, maar ook klasgesprekken in lagere scholen. Zo geven we woorden aan verlies. Ook meer groene ruimte in een stad werkt troostend,” zegt Quintiens. In Leuven wordt elke laatste maandag van de maand gedanst op de markt voor overleden inwoners. Quintiens: “Covid heeft de dood een tijdje meer bespreekbaar gemaakt, zowel in het nieuws als in enkele televisieprogramma's. Dat is nu weer gaan liggen.”
Empathische stad
Bij de Brusselse politiek ligt zo'n herdenking, of zelfs coronafestival, momenteel niet op tafel. Gezondheidsadministratie Vivalis heeft wel een risicobeheersplan klaar voor toekomstige crisissen, zegt woordvoerder Frédéric Pellissier. “Dat kunnen we flexibel aanpassen aan elk type crisis, om sneller verantwoordelijkheden te verdelen en beslissingen te nemen. Onze crisiscel, die tijdens de pandemie is opgericht, houdt zich nu al bezig met mazelenuitbraken en met de drugsproblematiek rond het Zuidstation.” En voor de woonzorgcentra kwam al een apart plan om de deuren te openen voor buurtbewoners, onder ontslagnemend minister Alain Maron (Ecolo). De implementatie daarvan is pas voor de volgende Brusselse regering.

©
Saskia Vanderstichele
| Tijdens de eerste coronalockdown mocht je niet op publieke banken zitten.
“Wat ik nog altijd mis in het debat, zowel vanwege politici als in de media, is een echte reflectie over de keuzes destijds,” zegt rouwcoach Katleen Van Langendonck aan het Lakense Onument. “Ik ben zo kwaad geweest over hoe we oude en zieke mensen aan hun lot overlieten. Wie afscheid moest nemen van geliefden via videocall lijdt daar nog altijd onder.”
Om de gedenkstenen bekender te maken en de 4.500 Brusselse coviddoden beter te eren, is Van Langendonck in gesprek met gemeenschapscentrum Nekkersdal. “Het probleem is dat niemand het dossier oppikt, nu er geen Brusselse regering is,” zegt ze.
De vraag is of dat erg is. “Niemand heeft zin om oude wonden open te rijten,” zegt een twintiger verderop in dit magazine over covid. Veel Brusselaars denken er liefst zo min mogelijk aan terug. “We zijn met zijn allen stilletjes verouderd,” zegt een andere getuige. Maar zo'n gezamenlijk zwijgen heeft volgens antropologe Irene Stengs wel degelijk impact op de stad.
“Collectieve rouwrituelen gaan over verdriet, frustratie, onmacht en empathie uiten. Al die emoties kunnen door elkaar bestaan. Het tegenovergestelde van een empathische stad is een soort meritocratie, waarbij iedereen zijn eigen problemen moet zien op te lossen of er zelf verantwoordelijk voor is,” zegt ze. “Dat is niet zo. Er zullen nog pandemieën komen, we moeten ons daarop voorbereiden. Als we vandaag beschouwen als een tussenperiode van vrijheid en veiligheid, beseffen we dat die vrijheid niet vanzelfsprekend is en hoe we toekomstig leed kunnen voorkomen. Het wantrouwen tegenover vaccinaties of de politiek is totaal niet weg. Pas door verhalen te delen, kunnen we lessen trekken uit wat ons is overkomen en beslissen welke maatregelen we in de toekomst nooit meer zullen nemen.”
Lees meer over: Brussel , Samenleving , Vijf jaar na corona , covid-19 , Long Covid , rouwproces , Katleen Van Langendonck , Beate Völker , Sciensano , Lize Hermans
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.