Cyberaanvallen, politieke connecties en huiszoekingen bij een lid van de veiligheidsdiensten... wordt Brussel stilaan een broeihaard voor Chinese spionage? “Zelfs Chinese restaurants zouden in ons land gebruikt worden als veilige plek voor ontmoetingen tussen Chinese inlichtingenagenten en hun contacten”, zegt onderzoeksjournalist Kristof Clerix, naar aanleiding van een spion die recent is opgepakt.
©
Belgaimage
| De ambassade van de Volksrepubliek China in Brussel.
Spionage-expert: ‘Iedereen in Brussel is voor China een potentiële bron van inlichtingen’
De laatste jaren hebben een aantal ophefmakende gevallen van Chinese spionage het nieuws gehaald. Donderdag nog werd een Belgische veiligheidsagent opgepakt op verdenking van spionage, volgens nieuwssite Politico was dat voor China.
Vorige week werd bovendien een voormalige medewerker van een ex-Europees parlementslid in Duitsland veroordeeld voor spionage voor Beijing, een nieuw geval in een reeks van spionageverhalen waarbij uiterst rechtse politici betrokken lijken te zijn.
Moet Brussel meer op zijn hoede zijn voor de activiteiten van Chinese inlichtingendiensten? “Ik pleit voor een gezond evenwicht tussen waakzaamheid en niet vervallen in paranoia”, klinkt het bij Kristof Clerix, onderzoeksjournalist bij Knack. Hij schreef twee boeken over spionage in België en volgt het thema al twintig jaar op.
Weten we wie actief is als Chinese spion?
Clerix: Het werk van de Chinese inlichtingendiensten wordt gekenmerkt door twee aspecten. Enerzijds zijn ze erg goed in langetermijndenken. Ze nemen vaak jaren de tijd om goede bronnen te werven. Daarnaast zien ze ook de hele maatschappij als een mogelijke bron van inlichtingen. Ze gebruiken dus niet enkel klassieke dekmantels zoals diplomaten, lobbyisten of studenten. Voor Chinese inlichtingendiensten kan iedereen potentieel interessant zijn om in te schakelen als bron.
Er zijn vandaag 114 Chinese diplomaten geaccrediteerd in België, enerzijds bij de ambassade, anderzijds bij de Chinese vertegenwoordiging bij de Europese Unie. Daar zullen zeker inlichtingenofficieren tussen zitten. Maar China maakt ook gebruik van pakweg zakenlui, advocaten of journalisten die worden ingezet.
Het Chinese inlichtingennetwerk in Europa is een heel divers netwerk van denktanks, vzw’s, bedrijven en individuen dat aangestuurd wordt vanuit het United Front Work Department (UFWD) in Beijing. Die organisaties worden gebruikt om inlichtingenwerk te faciliteren, en hebben vaak openlijk een link met China.
Ook culturele instellingen spelen een rol. Onder meer daarom heeft de VUB een aantal jaar geleden haar samenwerking met het Confuciusinstituut stopgezet. Officieel promoot die instelling de Chinese taal en cultuur. Maar de Staatsveiligheid beschuldigde het voormalige hoofd van dat instituut ervan spionage- en inmengingsactiviteiten direct te ondersteunen. Zelfs Chinese restaurants zouden in ons land gebruikt worden als veilige plek voor ontmoetingen tussen Chinese inlichtingenagenten en hun contacten.
Kortom, het netwerk waarop de Chinese inlichtingendiensten kunnen steunen, is heel fluïde. Bovendien is het vaak moeilijk om het onderscheid te maken tussen legitieme activiteiten en inlichtingenwerk. Die organisaties gaan heel vaak niet zelf inlichtingen verzamelen, maar ze bieden logistieke steun aan wie dat wel doet.
"Wanneer Oeigoerse activisten in Brussel een demonstratie houden, dan worden die wel eens in de gaten gehouden door agenten van de Chinese geheime dienst"
Journalist Knack
Waar houdt de Chinese inlichtingendienst zich mee bezig?
Clerix: Een belangrijke reden voor hen om hier te zijn, is het in de gaten houden van Chinese dissidenten. Het gaat dan voornamelijk om vijf groepen die in China worden gebrandmerkt als ‘vijf vergiften’. Dat zijn de minderheidsgroepen van de Oeigoeren en Tibetanen, mensen afkomstig uit Hong Kong en Taiwan, en aanhangers van de religieuze beweging Falun Gong, die in China verboden is.
Bijvoorbeeld wanneer Oeigoerse activisten in Brussel een demonstratie houden, dan worden die wel eens in de gaten gehouden door agenten van de Chinese geheime dienst, soms worden deelnemers ook geïntimideerd.
Daarnaast houdt China zich ook bezig met wetenschappelijke of economische spionage, en dat bevindt zich vaak in een grijze zone. Wat met Chinese onderzoekers aan onze universiteiten die eens ze terug in hun thuisland zijn, uitgebreid verslag doen van hun bevindingen? Of Chinees personeel dat bij bepaalde bedrijven werkt met gevoelige technologie? Dat is veel moeilijker te bestrijden dan een klassiek spionagewerk.
Dan is er ook nog het cyberverhaal, zo zijn servers van de FOD Binnenlandse Zaken en Defensie gehackt. Daarbij is het niet altijd gemakkelijk om aan te tonen dat China achter een hacking zit, maar in die twee gevallen heeft België toch Chinese hackergroeperingen met de vinger gewezen, weliswaar zonder de link met de Chinese overheid aan te tonen.
Zelfs de Belgische Staatsveiligheid heeft er mee te maken gekregen. Met Knack en Datanews hebben we in 2023 aan het licht gebracht dat onze inlichtingendienst zelf getroffen was door de hack van het Amerikaanse securitybedrijf Barracuda. Het externe mailverkeer van de Staatsveiligheid bleek daardoor kwetsbaar: cyberpiraten – vermoedelijk uit China – konden gedurende twee jaar zowat 10 procent van het mailverkeer meelezen.
Waarom is de Chinese geheime dienst geïnteresseerd in Brussel?
Clerix: Spionage is van alle tijden, maar lijkt nu in deze tijden van toegenomen geopolitieke spanningen terug van nooit weggeweest. En in Brussel gaat veel belangrijke informatie rond.
Het belang van de beslissingen die in Brussel worden genomen is de laatste jaren enorm toegenomen. Spionnen zijn hier natuurlijk al kind aan huis sinds de verhuizing van het NAVO-hoofdkwartier in 1968. Maar sindsdien is het diplomatieke belang van Brussel alleen maar gegroeid. En China heeft altijd gewerkt met het eeuwenoude advies van militair strateeg Sun Tzu: “Ken uw vijand.”
Is België daartegen opgewassen?
Clerix: Mijn eerste boek over spionage in België, twintig jaar geleden verschenen, heette ‘Vrij Spel’. Buitenlandse inlichtingendiensten, van grootmachten zoals Rusland en China, maar ook van bevriende naties, konden hier zo goed als ongestoord hun gang gaan.
België had ook heel weinig juridische instrumenten om dat tegen te gaan buiten oorlogstijd. Intussen is het bewustzijn van het gevaar bij onze beleidsmakers gegroeid en is er op dat vlak veel werk verricht, en zijn onze inlichtingen- en veiligheidsdiensten versterkt.
Zo zijn de inlichtingendiensten groter geworden. Staatsveiligheid en ADIV tellen nu ongeveer 1.000 personeelsleden elk, en kunnen zo beter optreden tegen spionage. Ook is het wettelijk arsenaal waar ze mee aan de slag kunnen gaan, flink verbeterd, zeker op vlak van de bijzondere inlichtingenmethoden zoals het afluisteren van telefoonverkeer.
En ten derde is het nu makkelijker om spionnen ook echt voor de rechtbank te krijgen. Het parket heeft nu ook een wettelijke basis om die personen te vervolgen. Daardoor is België nu beter beslagen om spionageactiviteiten van andere landen op ons grondgebied onder controle te houden.
Zijn alle politici doelwit van Chinese inlichtingenoperaties?
Clerix: Alle Europese beleidsmakers moeten op hun hoede zijn, van verschillende partijen. Maar de laatste tijd valt op dat China vooral interesse toont voor contacten met extreemrechtse politici.
Dat is ook in de Belgische politiek te merken. Al in 2018 raakte bekend dat dat Filip Dewinter (toenmalig kopstuk van Vlaams Belang, red.) in contact stond met Changchun Shao, door de inlichtingendiensten geïdentificeerd als een spion.
Dewinter verklaarde daarop dat hij ‘naïef’ was geweest en dat hij vooral had samengewerkt rond cultuur en economische investeringen. Maar nieuwe onthullingen in Humo en Apache in 2024 brachten aan het licht dat zijn samenwerking met Shao nauwer was dan Dewinter had verklaard. Ze toonden bijvoorbeeld aan dat hij werd betaald.
En dan is er nog de zaak-Creyelman, waarbij eind 2023 uitlekte dat oud-senator en oud-Vlaams Parlementslid voor Vlaams Belang Frank Creyelman jarenlang werd betaald door de Chinese inlichtingendiensten. De interesse in politici in België is duidelijk.
Zijn de activiteiten van de Chinese inlichtingendiensten in Brussel toegenomen?
Clerix: Dat valt moeilijk te zeggen. Ik zou de toename van voorvallen die de pers halen vooral wijten aan de verhoogde aandacht in Europa en België voor het probleem, wat heeft gezorgd voor een verhoogde waakzaamheid ervoor.
Maar ik zou Brusselse politici en bedrijfsleiders die met gevoelige technologie of sensitief materiaal werken toch aanraden om op te letten, ook buiten de hoofdstad.
Lees meer over: Brussel , Samenleving , filip dewinter , Europees Parlement , Staatsveiligheid , ADIV , spionage
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.