PhotoNews

| Koning Boudewijnstadion

Koning Boudewijnstadion onder druk als thuishaven van Rode Duivels

Emmanuel Vanbrussel
25/03/2025

Na de alom geprezen passage van de Rode Duivels in het stadion van Genk wint een sluimerende vraag aan pertinentie: heeft het Koning Boudewijnstadion afgedaan als vaste stek van de nationale voetbalploeg?

De Belgische voetbalbond (KBVB) geniet nog na van de gewonnen interland België-Oekraïne (3-0) van afgelopen zondag in de uitverkochte Cegeka Arena, de thuisbasis van Racing Genk. Niet alleen het sportieve resultaat stemt tot tevredenheid, maar ook alles wat errond hing.

"De sfeer in het stadion, de wedstrijdorganisatie, de hospitality, de ontvangst van de vips, alles was top. Je merkte aan alles dat Genk gewoon is om dat soort wedstrijden te organiseren," zegt David Steegen, de woordvoerder van de KBVB.

De Rode Duivels speelden in Genk in het kader van 'L'Union Fait la Force', de campagne waarmee de voetbalbond de wat vertroebelde relatie tussen de Duivels en hun supporters te lande weer wil herstellen via een 'ronde van België'. Het is de bedoeling de thuismatchen in de komende kwalificatiecampagne voor het WK 2026 in verscheidene stadions te spelen.

De Cegeka Arena in Genk is kandidaat voor een bisnummer en ook de Planet Group arena (KAA Gent) en Sclessin (Standard Luik) zullen in het najaar wellicht de Rode Duivels ontvangen. Het Lotto Park (Sporting Anderlecht) zou ook kandidaat zijn voor een WK-kwalificatiematch, maar de financiële onderhandelingen zijn nog niet rond.

En het Koning Boudewijnstadion, de vertrouwde thuisbasis van de Rode Duivels op de Heizel, dan? Dat mag nog de eerste thuismatch op 9 juni organiseren, omdat de meeste clubs in die periode hun voetbalveld opnieuw inzaaien.

Grasmat

Dat het Koning Boudewijnstadion niet meer incontournable is als stadion voor de Rode Duivels, heeft te maken met de spanningen tussen de voetbalbond en de Stad Brussel, de eigenaar van het Koning Boudewijnstadion.

De kwetsbare grasmat op de Heizel, onder meer het gevolg van slechte drainage, is al jaren een bron van ergernis bij de bond en was vorige maand nog mikpunt van spot, net als de verouderde infrastructuur in en rond het stadion. Het is bidden dat het veld er redelijk bij zal liggen op 4 mei, voor de bekerfinale Club Brugge-Anderlecht.

De Stad Brussel belooft in haar jongste beleidsverklaring wel "een renovatie en modernisering van het stadion, met de nadruk op het verbeteren van het dak, de verlichting en het drainagesysteem van het veld om het aan te passen aan de internationale normen voor het organiseren van belangrijke evenementen".

Maar het geduld van de KBVB lijkt stilaan op. De kwaliteit van het veld is geen bijzaak, maar cruciaal bij de toewijzing van een interland, valt daar te horen. De meeste Rode Duivels spelen immers in grote Europese competities als de Premier League of La Liga en zijn daar grasmatten gewend die zo perfect zijn als een biljartlaken. "De beste voetballers verdienen de beste grasmat," vat Steegen samen.

Dubbel zo groot

Het Koning Boudewijnstadion (42.000 zitjes) heeft natuurlijk wel als troef zowat twee keer zoveel capaciteit - en dus potentiële ticketinkomsten - te hebben als Genk (21.000), Anderlecht (21.000) en Gent (20.000). In België komen alleen Brugge (Jan Breydel, 29.000) en Luik (28.000) enigszins in de buurt.

Bij echte topaffiches gaan de 42.000 tickets ook vlot over de toonbank. Zo waren de aan Club Brugge toegewezen tickets voor de bekerfinale in amper twee uur tijd uitverkocht. De voetbalbond rekent ook voor de interland op 9 juni, tegen Wales, op een vol stadion.

Voor interlands tegen kleinere ploegen is die grote capaciteit eerder een nadeel dan een voordeel, omdat een halfleeg stadion niet bevorderlijk is voor de sfeer. Dat het Koning Boudewijnstadion ook een atletiekpiste heeft en volgens sommige fans daarom geen 'echt' voetbalstadion is, kan als bijkomend minpunt gezien worden. De kleinere, maar modernere stadions in pakweg Gent of Genk hebben bovendien betere faciliteiten.

Dat een nationale ploeg geen vast stadion heeft, komt overigens wel vaker voor. In Nederland wisselt Oranje ook van stadion, en dan vooral tussen De Kuip (Feyenoord Rotterdam, 47.000 zitjes) en de Johan Cruijff Arena (Ajax Amsterdam, 56.000 zitjes). Qua middelgrote stadions heeft Oranje overigens keuze zat, want de Nederlandse stadions zijn veel moderner dan de Belgische.

Stad Brussel

Mocht de voetbalbond de relatie met het Koning Boudewijnstadion definitief doorknippen, is dat een flinke streep door de rekening van de Stad Brussel. De stadskas dreigt dan circa 150.000 euro per match aan inkomsten te verliezen.

“Indien de Belgische voetbalbond niet langer wil spelen in het Koning Boudewijnstadion, zullen we daar akte van nemen. Maar dan moet hij ons dat duidelijk maken,” liet burgemeester Philippe Close (PS) verstaan in de marge van een inhuldiging in Mini-Europa.

“Het is een stadion waar we veel middelen aan besteden, we zijn de enige die er in investeren. Een stad kan de renovatie echter niet alleen dragen. De voetbalbond moet specifiëren wat zijn intenties zijn.”

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni