De Belgische kampioen Union Sint-Gillis werd vandaag door twee burgemeesters gehuldigd, die van Sint-Gillis én die van Vorst.

Vorst brengt hulde aan Union Saint-Gilloise: ‘We hebben hier een toekomst’

© BRUZZ
26/05/2025
Updated: 26/05/2025 18.24u

De spelers en staf van Union Saint-Gilloise zijn maandag gehuldigd in het gemeentehuis van Vorst. Daar speelt de landskampioen al meer dan een eeuw haar thuismatchen en de club hoopt er ook te kunnen blijven. “We houden van het Joseph Marienstadion, maar een nieuw stadion zouden we ook op prijs stellen.”

Ici, c’est Forest,” lacht burgemeester van Vorst Charles Spapens (PS) wanneer hij een volle zaal in zijn gemeentehuis toespreekt. Hij ziet er de humor wel van in, dat de landskampioen eigenlijk de ploeg van Sint-Gillis is. Maar het Dudenpark in Vorst is al sinds 1919 de thuisbasis van Union Saint-Gilloise. Daar zingen duizenden supporters om de twee weken “Ici, ici, c’est Saint-Gilles”.

“Het echte volksfeest was gisteren wel degelijk in Sint-Gillis. De taferelen aan het Van Menenplein (daar verzamelden zondagavond meer dan 5.000 Union-supporters, red.) waren ongezien,” zegt burgemeester van Sint-Gillis Jean Spinette (PS). Hij is voor de officiële huldiging naar het gemeentehuis van Vorst afgezakt, en draagt daar net als Spapens een blauw-gele sjaal. Ze bedanken de spelers en staf met een gouden medaille met daarop het opschrift “1060 Saint-Gilles”.

“Kijk: dat Union in Vorst speelt, heeft te maken met de gemeentegrenzen,” gaat Spinette verder. “Onze gemeente is gewoon te klein. Zelfs onze begraafplaats ligt in een andere gemeente. Maar dat is de toekomst van Brussel: gemeenten die samenwerken, zoals Vorst en Sint-Gillis dat doen voor Union.”

'Magisch'

Na de gigantische ontlading gisterenavond sijpelt het besef van het historisch belang bij iedereen door. Vier seizoenen geleden speelde Union nog in tweede klasse en de laatste landstitel dateert van 1935. “Het is ongezien dat er negentig jaar tussen twee titels zitten. Hopelijk moeten we niet even lang wachten op de volgende,” speecht Union-voorzitter Alex Muzio. De Brit nam Union zeven jaar geleden over, samen met Tony Bloom.

Die miljardair, ook eigenaar van het Engelse Brighton & Hove Albion, is meestal een pak discreter en spreekt zelden de pers toe, maar voor deze gelegenheid neemt hij toch even de microfoon in de hand. “Het is een magisch, historisch moment. We zijn hier zeven jaar geleden met hoop en een visie aangekomen, maar jullie maken onze dromen waar,” zegt Bloom aan zijn spelers en staf, voor hij zich tot de Union-supporters richt. “Jullie zijn de beste supporters van België. Ik zou zeggen ‘van de hele wereld,’ maar ik heb ook fans in Engeland.”

Ook kapitein Anthony Moris, één van de ‘anciens’ van Union, wil de supporters uitdrukkelijk bedanken. Het stadion van Union staat niet alleen gekend om zijn charmante, enigszins verouderde infrastructuur, maar ook om zijn familiale en positieve sfeer. Dat is de Luxemburgse doelman na vijf seizoenen niet ontgaan. “Dankzij jullie kunnen supporters met kinderen, zoals mijn gezin, in het stadion komen supporteren zonder geweld.”

Nieuw stadion

“We houden van het Joseph Marienstadion, maar een nieuw stadion zouden we ook op prijs stellen,” gaat Moris verder terwijl hij zijn blik op Spinette werpt, waarop die laatste naar collega Spapens wijst. Union kan nog even feest vieren, samen met de burgervaders van Sint-Gillis én Vorst, maar blijft op de achtergrond wel verder werken aan het stadiondossier dat al jaren aansleept.

Kort samengevat: het Joseph Marienstadion is te klein, te oud en voldoet niet aan de UEFA-normen. Union wil al langer een nieuw stadion bouwen in Vorst en heeft daarvoor de gemeentelijke Bempt-site op het oog, maar staat nog ver van de eerste spadesteek. De titel en het bijhorende rechtstreekse Champions League-ticket tonen volgens de Union-fans nog maar eens aan dat het nieuwe stadion een noodzaak is.

“Straks ontvangen we ploegen als Barcelona of Real Madrid, maar we hebben niet eens een eigen stadion waar dat mogelijk is. Dat gaat toch niet?,” vertelt de 63-jarige Edmond Demeyer, die nog tot 3 uur ’s nachts gevierd heeft. “Ik ben al 55 jaar supporter en we staan vandaag heel ver van de tijden dat we nog in vierde klasse speelden. Door al het volk kan je als supporter niet eens naar toilet gaan tijdens de thuismatchen.”

“Het nieuwe stadion moet er komen. Anders gaat die Engelsman niet blijven hoor, want met een stadion van 8.000 man maak je alleen maar verlies,” gaat Demeyer verder. “Het is ook in het belang van het Gewest, want stel je voor dat Union uitwijkt naar bijvoorbeeld Sint-Pieters-Leeuw. Het is hier Sint-Gillis, het is hier Vorst, maar het is hier vooral ook Brussel.”

Het vorige gemeentebestuur liep niet al te warm voor de stadionplannen van Union, maar volgens huidig burgemeester Spapens verlopen de gesprekken met de club wel op een constructieve manier. Dat bevestigt ook Union-CEO Philippe Bormans. “Ik weet niet of je het al hebt gemerkt, maar we hebben nu toch betere banden met de gemeente. Binnen dit en enkele maanden dienen we onze vergunningsaanvraag in,” zegt hij over de toekomst op de Bempt-site. “Een alternatief plan hebben we niet.”

Bormans heeft er nu wel vertrouwen in, blijkt ook uit de speech die hij eerder tijdens de huldiging gaf terwijl hij tussen Spinette en Spapens stond: “We kijken uit naar de toekomst, want we hebben hier een toekomst.” “In Sint-Gillis zijn er geen mogelijkheden. De enige mogelijkheid ligt in Vorst,” zegt ook Spinette, “en ik denk eerlijk gezegd dat een oplossing mogelijk is.”

'Familie'

In afwachting zal Union haar Europese wedstrijden komend seizoen in Leuven of op de Heizel moeten afwerken. Het maakt Union-supporter Michaël Marque allemaal niet zoveel uit.

“Ik kom al negentien jaar kijken en herinner me nog dat er echt niemand in het stadion zat. Ik denk dat we toen zelfs geen inkom moesten betalen,” vertelt hij na een korte nacht voor het gemeentehuis van Vorst. “Wat pas echt ongelooflijk is, is dat we straks tegen ploegen spelen waar de marktwaarde van één speler meer kan zijn dan het budget van onze hele club.”

“Union, dat is het verhaal van David tegen Goliath. Dat is een constante,” gaat Marque verder, die aan thuiswerk doet om de spelers te kunnen zien aan het gemeentehuis. “Waar we ook spelen, het DNA van Union zal niet veranderen: Wij zijn een familie.”

Union landskampioen

Na 90 jaar en drie keer net-niet, kroonde Union zich op de laatste speeldag tegen AA Gent tot landskampioen en brak het feest los. Alles over de nieuwe landskampioen in dit dossier.

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni