Menu

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni
Reportage

Een dag in de overvolle gevangenis van Sint-Gillis: 'Altijd code oranje en interventies'

Bram Van Renterghem, Renée Vervaet
© BRUZZ
02/10/2025

Donderdag voerden de Belgische gevangenissen collectief actie tegen de overbevolking. Ook in de gevangenis van Sint-Gillis zorgt de maximale bezetting voortdurend voor spanningen. "Iedereen terug de cel in! Een gedetineerde heeft een beambte aangevallen.”

België heeft 13.200 gedetineerden, terwijl er maar 11.000 plaatsen zijn. Dat kan zo niet verder, zeggen alle directeurs samen. Ze dreigen met verregaande acties zoals strikte quota. Mathilde Steenbergen, directeur-generaal van het Gevangeniswezen, wil zelfs een vorm van collectieve genade, om plaats te maken.

Dat de toestand ernstig is, bewijzen ook de taferelen in de gevangenis van Sint-Gillis. Die zit continu op haar maximumcapaciteit van 515 gevangenen. “En dat zet spanning”, zegt directeur Jo Hayen. Hij neemt ons mee naar vleugel C, waar 170 kortgestraften zitten en de vergeten geur van indoor sigarettenrook hangt. “De gedetineerden kunnen op hun cel roken”, legt Hayen uit, “dat is hun woonst. Maar door de maximale bezetting moeten we soms een roker bij een niet-roker zetten, en dat 22 uur per dag. Dat geeft spanningen. Hetzelfde geldt voor mensen die elkaars taal niet spreken of van landen zijn waartussen spanningen bestaan. Als je een beetje speling hebt, kan je dat oplossen. Nu moet je soms een tijd wachten, en bouwt die spanning zich op.”

Even verderop bonst een gedetineerde op de deur, daarbij ‘pedophile’, ‘fuck you’ en allerhande roepend. Na vijf minuten razen opent de vrouwelijke cipier het luikje in zijn celdeur en vraagt beleefd om daarmee te stoppen. “Ik krijg er hoofdpijn van”, zegt ze. Toch gaat de man onverminderd door. “Hij heeft van de Dienst Vreemdelingenzaken te horen gekregen dat hij terug naar Marokko moet”, zegt Hayen.

65 procent van de gedetineerden in Sint-Gillis heeft geen wettelijke verblijfsstatus. "De meesten zitten er voor diefstallen of drugs, of moeten eigenlijk al in het gesloten terugkeercentrum zitten, wachtend op repatriëring. Maar daar klinkt het ook al ‘wij zitten vol’", aldus Hayen.

Geen wandeling

De gevolgen van die maximale bezetting, in combinatie met een tekort van 41 cipiers, laten zich voelen in alledaagse dingen. De bezoeken, cursussen of wandelingen worden afgeschaft. "Dat zorgt nog eens voor extra onrust", zegt Hayen. "Eens per week kunnen ze hier voor het douchen trainen”, en hij wijst naar een kleine ruimte met fitnesstoestellen. "Maar ook dat gaat soms niet door. Bovendien is al jaren niet meer in deze gevangenis geïnvesteerd. De staat van de oude cellen is een shock voor mensen die naar hier worden overgebracht.”

Een wietgeur drijft voorbij. Doordat alle celdeuren dicht zijn, lijkt het rustig, maar elk hokje, drie verdiepingen hoog, is bezet. Gedetineerde Essalhi had eerder al aangegeven dat hij zijn verhaal wil doen. Maar net als de cipier zijn deur opendoet om ons binnen te laten, roept een collega 'dans la cellule!’. Directeur Hayen belt meteen om te vragen wat er aan de hand is. “Een interventie”, klinkt het, “agressie tegen een beambte. In een andere vleugel weliswaar, maar cipiers worden opgevorderd voor de overplaatsing naar de strafcel."

Het is een goede illustratie van wat hier dag in dag uit speelt. Omdat er maar 5 à 6 beambten per vleugel zijn in plaats van 7, zet elk voorval de zaken op scherp.

Geen Nederlands

In een ruimte van ongeveer vier meter op twee staat een stapelbed, een koelkastje, een afgescheiden toilet, een kleerkast en een bureau, met daarop een waterkoker en een tv-scherm, waarop 'The First 48', een truecrimereeks speelt. Handdoeken hangen te drogen voor het raam. “Ik zat eerst in Antwerpen”, zegt Essalhi, “waar er wel grondslapers waren. Door die overbevolking ben ik naar Brugge en later naar het detentiehuis in Vorst en nu Sint-Gillis gemoeten. In het begin had ik het heel moeilijk omdat bijna niemand hier Nederlands en ik nauwelijks Frans praat. Dan zit je echt...alleen. Nu met mijn celgenoot, een Nederlander, is het al beter."

De overbevolking en bijhorende overplaatsing zorgden er ook voor dat hij zijn moeder nauwelijks nog ziet. "De drie uur heen en terug naar Antwerpen, het uur dat je hier moet wachten, om elkaar dan één uurtje te zien: dat wil ik mijn mama niet aandoen. Ik heb gezegd dat we beter gewoon elke dag bellen.”

Een karretje met eten wordt voortgeduwd door een vrouwelijke cipier, een gedetineerde volgt haar met een kan soep. Royale porties gekookte aardappelen worden opgeschept, met boontjes en een soort vleestortilla. Een gedetineerde vraagt lachend wanneer ze nu eindelijk eens frieten serveren. De sfeer is joviaal. “Wij hebben hier gelukkig een hele goeie equipe”, zegt Hayen.

Toch zorgt de maximale bezetting voor frustratie bij het personeel, dat handen tekort heeft. De gemoedelijke sfeer kan ieder moment omslaan. “Het kan er hier heel gespannen aan toegaan”, zegt Nathalie Rappez. “Het tekort zorgt ervoor dat niet iedereen altijd kan douchen, dat mensen met iemand in de cel zitten met wie het niet gaat...Gisteren nog heeft iemand zijn celgenoot aangevallen. Door het personeelstekort is een humane detentie niet mogelijk”, zegt ze. “Er zijn de hele tijd interventies, de hele tijd code oranje. Ik werk hier al 23 jaar en dit jaar is het slechtste jaar tot nu.”

De oplossing voor dit alles? Hayen is voorzichtig. “Dat is aan de politiek. Maar zo’n collectieve genade is – voor een beperkte groep - een mogelijkheid. Je kunt je afvragen of mensen die verkeersinbreuken hebben gepleegd, per se hun volledige straf moeten uitzitten. Het gaat om 10 procent van deze gevangenispopulatie. En niet om doodrijders hé, maar om mensen die bijvoorbeeld zonder rijbewijs reden. Wel al voor de twintigste keer en ik snap en respecteer de rechtelijke uitspraak. Maar gezien de overbevolking: is dat dan echt prioritair?”