Interview

Frédéric Van Leeuw, nieuwe procureur-generaal: ‘Betalen zware prijs voor onze veiligheid'

Eva Christiaens
© BRUZZ
08/02/2024

| Frédéric Van Leeuw: “Als je mensen totaal wanhopig maakt, dan fabriceren wij zelf de terroristen.”

De voorbije tien jaar zag Frédéric Van Leeuw drugsgeweld en terreur toenemen, maar ook camera's en controledrang. “Ten koste van onze vrijheid,” vindt de federaal procureur, die op 1 april afzwaait en een maand later de nieuwe procureur-generaal van Brussel wordt. “De druk ligt hoog om alles op te lossen, maar wij zijn slechts de brandweer.”

Wie is Frédéric Van Leeuw?

  • 51 jaar, woont in Jette
  • Studeert rechten aan de KU Leuven
  • Begint in 2000 als jeugdmagistraat bij het parket van Brussel, wordt in 2007 federaal magistraat
  • Federaal procureur sinds 2014
  • Start in mei als procureurgeneraal van Brussel

"Ze zitten daarachter,” wijst Frédéric Van Leeuw naar een muur in zijn kantoor. De Jettenaar is de langst bewaakte man van ons land. Al zeven jaar, sinds de aanslagen in 2016, beschermen politiemensen hem als federaal procureur tegen terreurdreigingen en steeds zwaarder drugsgeweld. Ook tijdens een afscheids­interview blijven ze in de buurt. “Ik zal me natuurlijk vrijer voelen zodra ik geen bewaking meer heb, maar je raakt eraan gewoon. Het is niet dat ik niet meer geniet van Brussel. Ik hou van mijn stad en ga graag op restaurant. Daar hebben mijn bodyguards helemaal geen probleem mee.”

Zal die beveiliging minderen in uw nieuwe functie?
Frédéric Van Leeuw: Die evaluatie loopt. Maar als je ziet wat we allemaal tegemoet gaan met Sky ECC en georganiseerde misdaad, denk ik dat we de bewaking van bepaalde sleutelfuncties nog moeten opschalen. Er zijn veel hypothetische risico's.

Van Leeuw vertrekt in april bij het federaal parket en verhuist een maand later naar het parket-generaal van Brussel. Daar zal hij de vier procureurs des Konings van Brussel, Halle-Vilvoorde, Leuven en Waals-Brabant leiden, net als de vier arbeidsauditeurs daarvan. Ook zal hij de beroepszaken van hun parketten behandelen. Binnen het nationale college van procureurs-generaal wordt hij als Brusselaar trouwens bevoegd voor strafbeleid rond jeugd en slachtofferhulp én voor communicatie. “Ik zie veel continuïteit met wat ik al deed. Ik ben lang jeugdmagistraat geweest, heb veel geijverd voor een betere aanpak van slachtoffers en heb ingezet op moderne communicatie binnen justitie.”

Laten we beginnen met de aanslagen van 2016, wellicht de grootste zaak uit uw voorbije tien jaar als federaal procureur. Hoe hebben ze u getekend?
Van Leeuw: Uiteraard was dat een schok. Het begon al in 2014 met de aanslag op het Joods Museum en ging daarna crescendo met de tussenkomst in Verviers en de aanslagen in Parijs. En dan volgde het grote drama van de aanslagen bij ons. Die hebben mij, net als heel veel mensen, veranderd. Ik heb altijd een beetje schroom om dat te zeggen, want er zijn slachtoffers die het veel meer in hun ziel en lichaam hebben gevoeld. Maar toch, wij hebben als federaal parket beslist om zeer dicht bij het lijden van de slachtoffers te staan, voor wie die dat wilde. Altijd voel je ergens de vraag: had ik niet anders kunnen handelen?

“Mensen herleiden tot één taal of identiteit, vind ik absurd”

Frédéric Van Leeuw

wordt volgende maand de nieuwe procureur-generaal van Brussel

Is het terreurproces van het voorbije jaar daarin louterend geweest?
Van Leeuw: Ik vond het vooral belangrijk om een woord te geven aan veel slachtoffers die je anders niet hoorde. Parallel aan het proces liep een geweldig project dat families van slachtoffers en van sommige daders samenbracht, Retissons du lien. Daaruit zijn banden ontstaan. Het was een plek waar iedereen zijn ervaring kon uitwisselen, buiten de officiële instellingen. Het proces was een belangrijk hoofdstuk in de zaak, dat nu afgesloten is. Maar de aanslagen blijven een geschreven bladzijde die ik niet zomaar kan wissen.

Net toen we terrorisme leken te vergeten, was daar Abdessalem Lassoued. De Tunesiër schoot in oktober twee Zweedse voetbalsupporters dood in Brussel.
Van Leeuw: Terreur blijft zeer actueel. Wij zien dat hier elke dag: het gaat niet goed met de wereld. Jongeren communiceren vandaag ook anders dan vroeger. Via sociale media raken meer en meer mensen opgesloten in een bubbel van algoritmes die hen altijd hetzelfde discours voorschotelen. Islamitische Staat heeft daarvan geprofiteerd, maar het is ook een belangrijke bron van radicalisering bij extreemrechts en complotdenkers. Dat begint gevaarlijk te worden.

Voor hoeveel figuren als Lassoued moeten we dan nog vrezen? Het dreigingsniveau staat nog altijd op drie.
Van Leeuw: Risico nul bestaat niet. Er zijn veel mensen met veel frustraties. Gelukkig beslissen die niet allemaal om een aanslag te plegen. Ik heb geen glazen bol en kan niet zeggen of het morgen weer zo ver is. Wel zijn de veiligheidsdiensten beter bewapend en is de wet sterk geëvolueerd de voorbije tien jaar. Alleen, dat is ten koste van onze vrijheid. Aan het begin van mijn carrière als magistraat kon niemand mij traceren met mijn telefoon. Er waren geen ANPR-camera's en mijn bankkaart of Mobib-kaart werd niet gevolgd.

Maakt dat u bezorgd?
Van Leeuw: Toch wel. Je kan nooit meer even verdwijnen, als je dat zou willen. Er is altijd een vorm van controle. We betalen dus een zware prijs voor onze veiligheid. De druk ligt zodanig hoog om alles op te lossen dat wij elk risico lijken te moeten beheren. Zo beland je in een big brother-­verhaal.

1876 GESPREK Frederic Van Leeuw 5

| Frédéric Van Leeuw over het groeiende drugsgeweld: “We doen alsof we op een eiland leven, terwijl de wereld is geglobaliseerd.”

Bij de zaak-Lassoued ging de kritiek vooral over de opvolging bij het Brusselse parket. De gegevens waren gemeld, maar zijn dossier lag verdwaald in een kast. Snapt u dat mensen denken: waarom laat die digitalisering zo lang op zich wachten?
Van Leeuw: Zo lang? Omdat er niet genoeg geïnvesteerd is in justitie. Er zijn veel projecten geweest, die niet altijd goed zijn aangepakt. Nu denk ik dat we op een goede weg zitten. Dat vraagt wel een enorme inspanning van de organisatie. Ik wil me niet uitspreken over het dossier-Lassoued, dat onderzoek loopt, maar er is veel kans dat het ook te maken had met telewerk. Tijdens de covidperiode zijn we daar naar overgestapt en niet alle administraties waren dat gewoon. Ik heb sindsdien zoveel grijze haren gekregen! Vroeger moest ik drie verdiepingen beheren op het federaal parket, nu zijn dat 150 huizen. Iedereen zit thuis. Als een dossier dan blijft liggen op een tafel of in een kast, ziet niemand het.

Kan u uw personeel dan niet terug naar kantoor halen?
Van Leeuw: Er is geen weg terug van telewerk en ik vind het ook goed, maar het functioneert volgens mij niet zonder gemeenschappelijke momenten waar je werkt aan een groepsgeest. We moeten er oplossingen voor vinden en dat wordt hier al begeleid. Al is het een dynamisch proces.

Het imago van de Brusselse justitie is dat niets er echt vlot gaat. Uw eigen benoeming was nog maar eens een voorbeeld. Die werd politiek tegengehouden omdat u officieel Franstalig bent, de voorzitster van het Hof van Beroep ook en de procureur van Brussel Nederlandstalig. Maar ze zochten voor die functies net de omgekeerde taalrol.
Van Leeuw: (Zucht) Ik loop hier al lang rond en ken de gevoeligheden. Brussel is symbolisch belangrijk voor de twee grote gemeenschappen van ons land en ik kan dat goed begrijpen. Maar mensen herleiden tot één taal of identiteit, vind ik absurd. Ik heb een grote link met het hele land, ik spreek thuis Nederlands met mijn kinderen en mijn vrouw komt uit Antwerpen. Ik heb mijn hele carrière bruggen gebouwd tussen de twee kanten van het land én het buitenland. En toch was ik aan de verkeerde kant van de brug geboren voor deze functie?
Nu, dat is niet de boodschap die ik gekregen heb. Het probleem was institutioneel. Wat spijtig is, is dat het al tien jaar bestond en nooit was opgelost. Blijkbaar moet je een crisis provoceren, waarvan ik en de andere kandidaat het slachtoffer zijn geworden, vooraleer er actie komt.

U moest ook lang wachten op politieke aandacht voor het groeiende drugsgeweld, vond u. Is dat besef nu gegroeid?
Van Leeuw: Er zijn meer middelen, maar dat heeft bloed, zweet en tranen gekost. Volgens mij door een psychologisch aspect. Bij terrorisme voelt iedereen zich een mogelijk slachtoffer, net zoals iedereen bij seksueel geweld kan vrezen dat het zijn eigen kinderen kan overkomen. Bij georganiseerde misdaad denken velen nog altijd dat het iets tussen anderen is, een soort onderling gevecht. Dat klopt niet. Kijk maar naar de recente beelden uit Ecuador (met een gijzeling tijdens een tv-journaal en twee drugsbazen die ontsnapten uit de gevangenis, red.).

Qua drugsgebruik staat Antwerpen vandaag op nummer één en Brussel op nummer vier in een ranking van 150 Europese steden. Dat is niet niks. We hebben vorig jaar 112 ton cocaïne onderschept, goed voor miljarden euro's. Jammer genoeg kunnen we die niet verkopen, het zou de begroting deugd doen. (Lees verder onder de foto)

1876 GESPREK Frederic Van Leeuw 7

| Frédéric Van Leeuw: "Het strafrecht kan niet alles oplossen. Toch is dat de tendens. Zodra er iets verkeerds gebeurt, kijkt men naar de speurders en magistraten voor fouten."

Mensen zien het toch wel? Schietpartijen op straat nemen toe, onlangs nog aan de Guldenvlieslaan.
Van Leeuw: Dat klopt, maar we hebben het heel ver laten komen. In Nederland zijn er al decennialang vergismoorden (met andere slachtoffers dan bedoeld, red.) en bedreigingen. Toch leek men te denken dat het niet tot hier zou komen. Als ik één verwijt kan maken, is het wel dat: we doen alsof we op een eiland leven, terwijl de wereld is geglobaliseerd.

Wat kunnen we doen om het drugsprobleem in te perken, ook aan de vraagkant?
Van Leeuw: (Denkt na) Als procureur probeer je crimineel gedrag niet te vergoelijken, maar toch te begrijpen wat iemand triggert. Ik moet vaststellen dat we niet onbeschadigd uit de coronajaren zijn gekomen. Er zijn veel psychische problemen en mensen zoeken naar medicatie en drugs om iets te vergeten. Heel veel mensen voelen zich duidelijk alleen. En er is druk van sociale media. We willen constant een mooi beeld geven van onszelf, nieuwe uitdagingen aangaan en veel mensen kunnen dat niet aan. Ik vrees dat het gemeenschapsgevoel een beetje verdwijnt.

Kan het helpen om een deel van dat het gebruik te decriminaliseren?
Van Leeuw: Om drie uur 's nachts rijden veel mensen door het rood. Moet je het daarom legaliseren? Ik denk dat het drugsprobleem van iedereen een persoonlijke inzet vraagt. Misschien moet je eens minder narcistisch naar jezelf kijken en gewoon ook eens naar je buren, die het soms moeilijk hebben?

1876 GESPREK Frederic Van Leeuw 2

| Frédéric Van Leeuw: "Je kan nooit meer even verdwijnen, als je dat zou willen. Er is altijd een vorm van controle. We betalen dus een zware prijs voor onze veiligheid."

Mij treft het in elk geval dat veel jongeren via drugs in de criminaliteit belanden. En ze worden jonger en jonger. Er is een soort interimbureau in Rotterdam dat minderjarigen wat geld geeft om granaten te gooien. Dat toont dat zij de nood voelen aan een project. Jongeren zoeken een gemeenschap, een familie. Dat was een van de argumenten van Islamitische Staat, die hen vriendschap en een thuis beloofde. En het is vandaag een argument voor wie drugs wil verkopen, maar ook consumeren.

(Zucht) Het is paradoxaal. Ik heb als federaal procureur veel kunnen reizen, overal in de wereld. Als ik terugkeer, zeg ik altijd hoe blij ik ben dat ik in België woon. Een ingewikkeld land, maar toch een land waar rechtvaardigheid leeft. Als ik dan zie hoeveel mensen hier verzuurd rondlopen, krijg ik soms zin om hen eens naar Afrika te sturen of zelfs dichterbij. Ga eens naar Lesbos waar alle vluchtelingen aankomen.

De crackgebruikers in de Brusselse straten hebben daar misschien minder boodschap aan.
Van Leeuw: Ik vind dat die mensen geholpen moeten worden, uiteraard. Het strafrecht kan niet alles oplossen. Toch is dat de tendens. Zodra er iets verkeerds gebeurt, kijkt men naar de speurders en magistraten voor fouten. Maar wij zijn slechts de brandweer. We moeten brandjes blussen en ons elke keer verantwoorden. Uiteraard moet je de brandweer versterken als er overal branden ontstaan. Maar op de lange termijn is wel een multidisciplinaire aanpak nodig.

Ik zou willen dat de mensen die ervoor zorgen dat het gras zo makkelijk in brand schiet, het ook eens komen uitleggen. Dat gaat niet alleen over drugs, maar ook radicalisering. De mensen die naar Syrië gingen, waren geen Syrisch probleem. Het waren allemaal Belgische of Franse producten. Als we horen dat Abdessalem Lassoued geen papieren had, staat het land op stelten. Terwijl de echte vraag is weten wat die man getriggerd heeft om dat te doen. Hij is via Lampedusa aangekomen in Europa, zes landen hebben pingpong met hem gespeeld. Als je mensen totaal wanhopig maakt, dan fabriceren wij zelf de terroristen. Ik weet dat ik me daarmee politiek uitdruk, maar wel gebaseerd op mijn ervaring.

U heeft de afgelopen tien jaar de hele wereld zien voorbijkomen in uw job. Gaat u dat missen als procureur-generaal?
Van Leeuw: Zeker, want het zal niet dezelfde functie zijn. Al kan ik nog bepalen wat ik ermee zal doen. Ik denk dat bepaalde zaken nog altijd internationale contacten zullen vereisen. Ik blijf optimistisch en een groot voorstander van ontmoeting. Dat zal ik zeker verder doen.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel , Veiligheid , Justitie , Frédéric Van Leeuw , procureur-generaal van Brussel , drugsgeweld

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni