Nieuwbakken minister van Defensie Theo Francken (N-VA) lanceerde deze week het idee om de Audi-site in Vorst om te vormen tot een oorlogsfabriek. Militair expert Wally Struys juicht het voorstel toe: “Er zijn nog veel vraagtekens, maar de nood is in ieder geval hoog.”

©
Photonews/Belga (montage: BRUZZ)
| Links: de Audi-site in Vorst. Rechts: minister van Defensie Theo Francken (N-VA), die deze week voorstelde om er een oorlogsfabriek neer te poten.
Krijgt Audi-site tweede leven als oorlogsfabriek? ‘We moeten Europees denken’
Het lijkt minister van Defensie Theo Francken (N-VA) menens met zijn voorstel om de Audi-site in Vorst, die over twee weken sluit, om te toveren tot een oorlogsfabriek. In La Dernière Heure kwam hij woensdag met het idee op de proppen. “We moeten munitie en andere zaken produceren”, benadrukte Francken. “Al het nodige voor die productie is aanwezig op de Audi-site. Ik ga me in dit dossier verdiepen”, beloofde de N-VA-minister.
De timing van het voorstel is geen toeval. Met het vertrek van Audi in het vooruitzicht moet de toekomst van de site vroeg of laat vorm krijgen. Bovendien is de nieuwe federale regering van plan om fiks te investeren in defensie: van nieuw materiaal en meer werkingsmiddelen tot extra personeel.
Verder is ook de precaire internationale context bekend. Deze week nog verklapten de Deense inlichtingendiensten dat het Russische leger in zo’n doorgedreven oorlogseconomie zit dat het over vijf jaar bij machte zou zijn om een Navo-lidstaat aan te vallen. Die dreiging is weliswaar afhankelijk van het verloop van de oorlog in Oekraïne.
Europa
Voor Wally Struys, professor emeritus aan de Koninklijke Militaire School, staat het buiten kijf dat ons land middelen in defensie moet pompen. “We zijn veel te lang blijven aarzelen”, zegt hij tegen BRUZZ.
“Rusland zit inderdaad in een oorlogseconomie. De Russische agressie stijgt al gestaag sinds het einde van de jaren negentig. Ondertussen is defensie in ons land goed voor 1,78 procent van de overheidsuitgaven, terwijl sociale- en zorguitgaven 53 procent van de overheidskosten uitmaken. Die twee zijn dus geen concurrenten van elkaar.”
Het idee van Francken past dus in de investeringslogica die de Arizona-regering naar voren schuift. “Dat is positief, want we kampen met een gebrek aan productiecapaciteit – overal in Europa”, weet Struys.
Die Europese link speelt trouwens een hoofdrol in het verhaal van Struys. Francken nam uitgerekend vrijdag ook nog eens deel aan de Veiligheidsconferentie in München, waar hij zijn idee naar eigen zeggen heeft afgetoetst bij “een aantal van 's werelds grootste leiders en ondernemers uit de defensie-industrie”.
Struys hoort het graag. “Een nieuwe oorlogsfabriek op Belgische bodem klinkt goed, maar je moet er vooral voor zorgen dat je op Europees vlak gezamenlijk materieel produceert en zo de kosten drukt. Die samenwerking is belangrijk, je moet materieel creëren dat geleverd kan worden binnen de logistieke aanvoerketens van grotere bedrijven, die ze vervolgens overal in omloop kunnen brengen”, zegt de defensie-econoom. “We denken nog steeds te soeverein over defensie. We moeten dringend Europeser denken.” Net die slagkracht is vandaag een van de Europese manco’s in de internationale veiligheidscrisis.
“Ons land heeft een internationale reputatie op het vlak van kleine wapens en zogenoemde dual-use-producten. Die niches zou ik uitbreiden.”
Professor emeritus Koninklijke Militaire School

Klassieke munitieproductie
Wat voor fabriek Francken op de site in Vorst zou willen planten, is nog niet bekend. In zijn omgeving valt te horen dat de mogelijke pistes nog verder ontwikkeld moeten worden. Volgens Struys zou het geen slecht idee zijn om de niches waarvoor de Belgische wapenindustrie bekendstaat nieuw leven in te blazen.
“Er is nood aan van alles: zowel elektronica als munitie. Maar ons land heeft een internationale reputatie op het vlak van kleine wapens en zogenoemde dual-use-producten (goederen die in de civiele industrie worden gebruikt, maar ook een militaire bestemming kunnen hebben, red.). Die niches zou ik uitbreiden”, stelt Struys voor. De aard van de productie zal hoe dan ook in de weegschaal gelegd moeten worden met de bestaande wapenfabrieken in ons land, klinkt het.
“Dat is namelijk een van de vele vraagtekens. Hoe verhoudt zo’n fabriek zich tot andere productie-entiteiten? Wie investeert erin? Privéspelers staan daar niet altijd voor te springen en het is vitaal dat niet alleen deze en de volgende regering, maar ook de volgende vijf regeringen blijven investeren in defensie.”
Personeel vinden
Dat de nieuwe minister van Defensie het in La Dernière Heure heeft over tweeduizend à drieduizend banen – “misschien voor Anderlechtse jongeren, zodat ze minder stommiteiten uitsteken” – wijst volgens Struys eerder op een piste voor klassieke munitieproductie.
“Het voordeel is dat zo’n fabrieken snel operationeel kunnen zijn. De productielijnen ontwikkelen zou op de Audi-site ook vlot moeten gaan. Personeel vinden: dat is een ander paar mouwen. Dat is ook het geval bij hoogtechnologisch materieel, al heb je voor munitie wel veel minder hoogopgeleide werkkrachten nodig. Als voor de productie van technologisch hoogstaand materieel wordt geopteerd, zal het bovendien veel langer duren om de fabriek gebruiksklaar te krijgen.”
Dat een oorlogsfabriek in het licht van de internationale veiligheidsdreiging zich in de hoofdstad zou vestigen, is voor Struys tot slot niet van tel. “België is toch een van de dichtstbevolkte landen in Europa.” De aanwezigheid van de Europese instellingen en het NAVO-hoofdkwartier draagt daarnaast sowieso al risico’s met zich mee.
Lees meer over: Vorst , Veiligheid , Economie , Audi Brussels , Theo Francken , Wally Struys , oorlogsdreiging , defensie
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.