IJskraam in Brussel op 20 mei 1971

| Brussel, 20 mei 1971.

Column

Beeldspraak: de kleine stadslegende van het manneke

Michaël Bellon
© BRUZZ
15/06/2019

Elke week verzint Michaël Bellon een nieuw onderschrift bij een oude persfoto. Deze week een foto van een Brussels ijskraam op 20 mei 1971.

In 1971 was de stad gedurende een tijdje in de ban van een ietwat speciale figuur. Dit is misschien wel de enige foto van de man die altijd anoniem is gebleven. En waarschijnlijk staat hij er eerder toevallig op, figurerend in een beeld dat de zonnige Hemelvaartsdag moest illustreren.

Veel Brusselaars noemden de man het manneke, naar de ooit populaire televisiesketch met Jef Cassiers op de BRT. Franstaligen noemden hem ook monsieur Chapeau. Ze kenden hem van ziens, en stootten elkaar weleens aan wanneer ze hem in het vizier kregen. Maar om van een echte bekendheid te kunnen spreken, was zijn curieuze aanwezigheid te lokaal, te kortstondig en te weinig gedocumenteerd.

Het is zelfs moeilijk te zeggen wanneer hij precies in Brussel opdook. Mogelijk heeft het eerst nog een hele poos geduurd voor het begon op te vallen dat dat opmerkelijke heertje met zijn keurige jas en zijn nette hoed zo vaak en zo drukdoend door de straten liep, zonder daarbij een duidelijk doel voor ogen te hebben.

"Voor de kinderen was het manneke een soort attractie, temeer omdat hij veel snoep en snacks kocht die hij al wandelend kon eten"

Michaël Bellon, columnist bij BRUZZ

michael bellon

Het manneke was altijd in de weer alsof hij belangrijke zaken te regelen had, maar wie hem iets langer of regelmatiger volgde, merkte dat hij nooit in gezelschap of in gesprek was. Wanneer hij weer eens een winkel of een gebouw binnenliep alsof hij daar moest zijn, kwam hij niet veel later altijd onverrichter zake weer naar buiten.

Tot zijn ongrijpbaarheid droeg bij dat hij zich op zijn dagelijkse tochten door de stad niet tot één buurt beperkte. Meestal hebben ‘dorpsgekken’ een beperkte actieradius en bekende routines, maar het manneke had geen vast parcours en stopte ook bijna nooit met wandelen. Door zijn eindeloze omzwervingen, en zijn gewoonte om overal binnen en buiten te lopen, was het onbegonnen werk om te achterhalen waar hij woonde.

Het meest opvallende aan het manneke was natuurlijk zijn kleine gestalte. Niet veel groter dan de kinderen op straat, die daardoor een speciale relatie met hem hadden. Voor hen was hij een soort attractie, temeer omdat hij veel snoep en snacks kocht die hij al wandelend kon eten. Dat jaloerse kinderen dat soms als een provocatie zagen, had hij dat niet in de gaten, en ook de spot waarvan hij daardoor al eens het voorwerp van was, gleed van hem af.

In het algemeen genoot het manneke als vast onderdeel van het straatbeeld trouwens eerder respect. Wanneer er ergens volk samentroepte voor een gebeurtenis of een incident, ging men voor hem aan de kant. Alsof hij op basis van zijn permanente straatsurveillance het voorrecht had verworven om altijd op de eerste rij te staan.

Maar natuurlijk leidde zijn onverklaarde piekfijne verschijning vooral tot veel speculatie. Omdat hij er niet uitzag als een dakloze, dacht de ene dat hij een dief was die de hele dag zocht naar leegstaande huizen om te beroven en te beslapen, terwijl een andere zeker wist dat hij juist onmetelijk rijk was en helemaal niet sliep. Volgens de ene was hij een joodse spion, en volgens de andere een Italiaan gevlucht voor de recente aardbeving.

Zelf gaf hij geen opheldering, want hij kon of wilde niet spreken. Omdat hij de taal niet kende, doofstom was, of om een andere reden. De aarzelende manier waarop hij straten overstak kon erop wijzen dat hij getraumatiseerd was, maar voor hetzelfde geld parodieerde hij als een mimespeler het drukke leven op straat.

Het zal niet verbazen dat het manneke op een dag verdween zoals hij was verschenen. Omdat hij altijd overal kon zijn, had niemand meteen in de gaten dat hij nooit meer ergens was. Dat hij dan kort nadien zogezegd zowel in Bremen als in Bohemen werd gesignaleerd klonk al bij al nog niet zo ongeloofwaardig.

Column: Beeldspraak

Elke week voorziet Michaël Bellon een oude persfoto van een nieuw onderschrift in zijn column Beeldspraak.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel, Column, Column: Beeldspraak, ijskraam, Michaël Bellon, jef cassiers

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni