Kunstproject rond Afrikaans paneel Expo 58: 'Collectief geheugen terugvinden'

Sophie Soukias
© BRUZZ
05/10/2023

Toen Sarah van Lamsweerde besefte wat de symbolische waarde was van het Afrikaanse paneel in het huis van haar tante in Sint-Joost, dat op Expo 58 als decor had dienstgedaan, richtte ze een interdisciplinaire groep op die onderzoek voerde naar de herkomst ervan. Het resultaat van die zoektocht heet Tracer, een artistiek project dat tot 19 oktober loopt in Wetsi Gallery.

In november 2019 zoekt de Brusselse kunstenares Sarah van Lamsweerde een geschikte locatie om een film te vertonen van een bevriende cineaste. Ze denkt daarbij aan het huis van haar tante in Sint-Joost. Een datum wordt vastgelegd, gasten krijgen een uitnodiging. Het blijkt het begin van een ongelofelijk relaas, dat culmineert in het artistieke project Tracer. BRUZZ vertelt het verhaal aan de hand van zes betrokkenen.

De galeriste

“Ik schudde het hoofd en zei: 'Maar wat gebeurt hier toch?'” herinnert Anne Wetsi Mpoma zich. “Ik was gekomen om een film te zien en toen zag ik dat.” De Belgisch-Congolese kunsthistorica, die een galerie runt in Etterbeek, doelt op “het object in de hoek van de kamer”, een van de drieëndertig panelen die de Congolese schilder Mwenze Kibwanga destijds maakte als decor bij de voorstelling Changwe yetu (Swahili voor 'Ons grote feest'). Een restant dat eigendom was geweest van Jean-Marc Landier, de oom van Sarah van Lamsweerde.

Vandaag doet Landier niet meteen een belletje rinkelen, maar in het begin van de jaren 1950 werd hij door Maurice Huisman, de latere directeur van de Koninklijke Muntschouwburg, ingehuurd om door Congo en Ruanda-Urundi te reizen en een groep van 120 dansers uit verschillende etnische groepen samen te stellen. Hun voorstelling werd eerst opgevoerd in de mijnstreek Katanga, om dan naar België te reizen voor Expo 58. Daar stonden de optredens van de groep in het teken van de idealisering van de koloniale politiek. De panelen dienden als achtergrond.

1860 EXPO58 Mwenze still 1

| De Congolese kunstenaar Mwenze Kibwanga schildert de decorpanelen voor de voorstelling Changwe yetu.

Van deze exotische voorstelling, waar de Belgische pers lovend over was, had Jean-Marc Landier drie panelen bewaard, maar slechts één ervan zou hem volgen naar zijn laatste huis in Brussel. Het is een feestelijk schilderij, met zwart-rode figuren op. Sommige personages drinken iets, andere lijken te dansen. De stijl kenmerkt zich door de brede penseelstreken die typisch zijn voor de schepper ervan: Mwenze Kibwanga.

Changwe yetu, een voorstelling met 120 dansers uit Congo en Ruanda-Urundi, wordt opgevoerd in het grote auditorium van Expo 58 op de Heizel

| Changwe yetu, een voorstelling met 120 dansers uit Congo en Ruanda-Urundi, wordt opgevoerd in het grote auditorium van Expo 58 op de Heizel.

“Mwenze Kibwanga is voor de Congolese schilderkunst wat Ensor of Magritte zijn voor de Belgische schilderkunst,” zegt Anne Wetsi Mpoma. “Hij werd opgeleid aan de Hangar-school, opgericht door de voormalige Franse soldaat Pierre Romain-Desfossés. Het was door dit soort ateliers dat de Congolese schilderkunst de overstap maakte van muur naar schildersezel.”
Vandaag hangt het paneel in Etterbeek, in Wetsi Gallery, “als een manier om te erkennen dat Congo deel uitmaakt van de Belgische geschiedenis.” “Voor mij is het alsof ik in dialoog ga met mijn Congolese grootmoeder,” vertelt Anne Wetsi Mpoma. “Ik zie een herontdekte voorouder voor mij die me de kracht geeft om over deze schaduwzijden van de geschiedenis te praten, omdat ze veel erger zijn dan ons is verteld.”

De bemiddelaarster

“En ik werd geconfronteerd met een object dat eigenlijk van niemand meer was en dat je kon aanraken,” zegt Sarah van Lamsweerde. “Wat niet het geval is in een museum. Ik vond het belangrijk om mensen toegang te geven tot dit schilderij.” Volgens de erfovereenkomst behoort het werk van Mwenze Kibwanga toe aan de zoon van Jean-Marc Landier, Johnnie, die in Oeganda woont. “Ik vroeg hem of we het paneel via een paar omwegen naar hem mochten brengen. Hij stemde toe.”

Anne Wetsi Mpoma (links) kon haar ogen niet geloven toen ze bij de tante van Sarah van Lamsweerde een schilderij van Mwenze Kibwanga zag staan

| Anne Wetsi Mpoma (links) kon haar ogen niet geloven toen ze bij de tante van Sarah van Lamsweerde een schilderij van Mwenze Kibwanga zag staan.

Met behulp van een bescheiden toelage stelt Sarah van Lamsweerde een multidisciplinaire werkgroep samen, die in de lente van 2023 naar Lubumbashi vliegt om in de voetsporen te treden van de Changwe yetu-dansvoorstelling en de Congolese decorbouwer. Behalve Sarah van Lamsweerde bestaat die groep ook uit een kunstrestauratrice en een historica, die elk op hun manier betrokken zijn.

“Het is alsof ik via het paneel in dialoog ga met mijn Congolese grootmoeder, een voorouder die me de kracht geeft om over de schaduwzijden van de geschiedenis te praten”

Anne Wetsi Mpoma, galeriste Wetsi Gallery

“Ik zie mezelf als een eenvoudige bemiddelaarster in dit project,” benadrukt Van Lamsweerde. Ter plaatse, wanneer gevraagd wordt naar de reden van haar bezoek, voelt de kunstenares zich beschaamd over de Belgische geschiedenis die ze met zich meedraagt. Met een knoop in de maag begint ze over de voorstelling van haar oom Jean-Marc, die in de jaren 1950 werd gemaakt om de kolonie te verheerlijken. Tot het kwartje valt. “Ik besefte uiteindelijk dat mijn verhaal een rol speelt in het project. Alleen moest ik te weten komen wat die oom betekende voor mij.”
Om daarachter te komen, moet we teruggaan naar haar jeugdherinnering aan een dansvoorstelling, waarin ze een sneeuwvlok speelde. Met in het publiek haar trotse oom en tante. “Zij waren het die me aanmoedigden om in de kunstwereld te blijven. Zij vertegenwoordigden een andere wereld dan die van mijn meer conventionele familieleden.”

Van Lamsweerde bouwde een carrière uit in de hedendaagse dans, vooral in Amsterdam, maar ook als performancekunstenaar. Tracer is haar jongste productie. “Als ik vandaag naar het schilderij kijk, observeer ik bij mezelf een aantal paradoxen en dubbelzinnigheden. Bij de andere betrokkenen maakt dit object iets anders los. Van daaruit probeerden we te kijken hoe we kunnen samenwerken in Tracer.”

De historica

“Oh, dus jij was danseres? In de archieven kwam ik de voorstelling Changwe yetu tegen. Die zal je vast interesseren,” zegt Sarah Van Beurden, professor aan de Ohio State University, tegen Emily Hardick, de Texaanse onderzoeker wier doctoraat in de Afrikaanse geschiedenis ze begeleidt.
Hardick heeft inderdaad grote belangstelling voor dit onderwerp. En zodra de veiligheidsmaatregelen in 2021 worden opgeheven, vliegt ze naar België en gaat ze naar het AfricaMuseum in Tervuren om zich te verdiepen in de archieven van de dansvoorstelling met 120 dansers uit Congo en Ruanda-Urundi, die in 1956 in Katanga werd opgevoerd voordat ze naar België reisde. Naar de grote zaal van Expo 58 op de Heizel, het Paleis voor Schone Kunsten in Brussel en andere belangrijke zalen in het land.

1860 EXPO58 Troupe Elisabeth

| De artiesten van Changwe yetu poseren met koningin Elisabeth van België, die in 1958 naar de voorstelling kwam kijken in het Paleis voor Schone Kunsten.

Gaandeweg hoort Emily Hardick over de artistieke onderzoeksgroep van Sarah van Lamsweerde en sluit ze zich aan bij het team, dat ze in het voorjaar van 2023 in Lubumbashi vervoegt. “We hoopten te kunnen praten met mensen die in contact waren gekomen met de voorstelling,” zegt de historica. “Natuurlijk willen we ons niet tevredenstellen met koloniale bronnen. En als we ze gebruiken, moeten we dat uiterst kritisch doen. Jean-Marc Landier beweert dat hij de rimboe heeft getrotseerd om dansen te redden die in de vergetelheid dreigden te raken. Maar ze waren verre van vergeten. Zijn rol bestond er vooral in om ze te reduceren tot een formaat dat geschikt was voor het theater en dat een Europees publiek zou aanspreken. Hij werd bijgestaan door een Congolese producer, Adolphe Kisimba, die allesbehalve een groentje was. Tijdens onze reis naar Lubumbashi hebben we met zijn zoon kunnen praten.”

Anne Wetsi Mpoma (links) kon haar ogen niet geloven toen ze bij de tante van Sarah van Lamsweerde een schilderij van Mwenze Kibwanga zag staan

| Anne Wetsi Mpoma (links) kon haar ogen niet geloven toen ze bij de tante van Sarah van Lamsweerde een schilderij van Mwenze Kibwanga zag staan.

Hoewel Changwe yetu veel deuren heeft geopend voor Jean-Marc Landier, is het succes van de Congolese artiesten die bij de show betrokken waren, veel moeilijker te peilen. “Sommigen kregen de kans om andere voorstellingen te doen, anderen werden meteen terug naar huis gestuurd, hoewel ze uitdrukkelijk gevraagd hadden om te blijven. Helaas zijn de meesten van hen er niet meer om erover te praten. Degenen die nog leven, als die er al zijn, zijn heel moeilijk te traceren, omdat ze in de rapporten per etnolinguïstische groep werden vermeld, en niet als individuele artiesten. Wat natuurlijk vragen oproept.”

1860 EXPO58 Mwenze still 2

| Jean-Marc Landier (rechts, gehuld in een suède vest en een hoed) op een still van zijn documentaire, waar hij de artiesten van zijn voorstelling Changwe yetu toespreekt.

De restauratrice

Wanneer haar tante overlijdt en het huis te koop wordt gezet, zoekt Sarah van Lamsweerde iemand die het enorme paneel van Mwenze Kibwanga volgens de regels van de kunst kan verplaatsen. Galeriste Anne Wetsi Mpoma brengt haar in contact met Emmanuelle Nsunda. “Ik schrok eerst van de grootte en van het feit dat het in zo'n goede staat was. Daarna kreeg het schilderij voor mij een spirituele dimensie,” zegt de curatrice. “Dit schilderij aanraken is datgene aanraken waarmee het al die jaren in contact is gekomen. Het had hier nooit terecht mogen komen, en toch is het hier.”

Afgestudeerd in het conserveren en restaureren van kunstwerken aan de École supérieure des arts Saint-Luc in Luik, als “een zwarte vrouw in een zeer witte omgeving”, zwemt Emmanuelle Nsunda tegen de stroom in, raakt op drift en bedenkt een ethische code voor de restauratie van kunstwerken die intrinsiek verbonden zijn met haar identiteit. “Ik ben van Congolese afkomst, maar ik ben geboren in België. Dat maakt dat ik mij vaak moet verhouden tot het onzichtbare, omdat er dingen zijn waartoe we geen toegang hebben. Omdat ze zich niet op ons grondgebied bevinden of omdat we niet met onze ouderen hebben kunnen praten. De koloniale geschiedenis hangt samen met het verlies van het geheugen en van herinneringen. Maar dat betekent niet dat er niets is doorgegeven.”
Terwijl ze het decorpaneel van Mwenze Kibwanga onder handen neemt, vult Emmanuelle Nsunda haar vele onbeantwoorde vragen aan met “uittreksels van getuigenissen die verzameld werden tijdens de reis naar Lubumbashi, herinneringen, poëzie, fictie, dingen die soms een beetje ongrijpbaar zijn.” “Ook al is niet alles noodzakelijk waar of accuraat, ik denk dat deze aanpak kan helpen om een soort collectief geheugen terug te vinden via het paneel.”

1860 EXPO58 Emanuelle Nsunda 1

| Curator en restauratrice Emmanuelle Nsunda bekommert zich om het paneel van Mwenze Kibwanga, dat tijdelijk onderdak vindt bij Wetsi Gallery in Etterbeek.

Als fictie geoorloofd is, kan je je dan voorstellen dat het paneel van Mwenze Kibwanga niet wordt overhandigd aan de zoon van de persoon die het heeft gekocht – als het paneel tenminste is gekocht door Jean-Marc Landier en niet alleen “bewaard als souvenir”, iets wat tot op heden een mysterie is? “Ja, en toch stond dat niet op de agenda. Tijdens onze werksessies kwam de kwestie van teruggave wel ter sprake.”

De kunstenaars

Geconfronteerd met de onmogelijkheid om het verleden te documenteren, produceert de werkgroep rond het schilderij van Mwenze Kibwanga zelf nieuwe documenten. Binnen de muren van de Wetsi Gallery zullen verschillende artistieke creaties, gegroepeerd onder de naam Tracer, in dialoog gaan met het schilderij, tijdens sessies die open zijn voor het publiek. Zo zal Anne Wetsi Mpoma een fictiewerk voorlezen dat ze heeft geschreven. Curator en restauratrice Emmanuelle Nsunda en onderzoeker Emily Hardick zullen hun bespiegelingen delen. Sarah van Lamsweerde, de Congolese filmmaker Nizar Saleh en de Keniaans-Australische performer Esther Mugambi zullen zich toeleggen op een performance-installatie. “We plaatsen het paneel in het midden en proberen onszelf met ons lichaam in de plaats van het schilderij te stellen, om zijn verhaal vanuit zijn gezichtspunt te vertellen,” legt Esther Mugambi uit.

1860 EXPO58 Mwenze still 3

| Een still van de propagandadocumentaire van Jean-Marc Landier uit 1957, met de jazzband Jeunes Sous-Marins du Katanga voor het geschilderde decor van Mwenze Kibwanga.

Naast de choreografie is er ook een audiovisuele installatie die fragmenten van de gesprekken van de kunstenaars combineert met fragmenten uit een propagandadocumentaire die Jean-Marc Landier zelf maakte en becommentarieerde over zijn voorstelling Changwe yetu.
“Als Congolees was ik geschokt door die film,” zegt Nizar Saleh. “We worden voorgesteld als wilden die getemd en geciviliseerd moeten worden. Er schuilt een zekere schoonheid in het feit dat Jean-Marc Landier dansers van verschillende etnische stammen heeft samengebracht. Maar de hiërarchie die hij tussen hen aanbrengt, is een voorbode van de stammenoorlogen ten tijde van de onafhankelijkheid.”

Nizar Saleh van zijn kant heeft ervoor gekozen om de figuur van de schilder Mwenze Kibwanga te benaderen als die van “een profetische kunstenaar, wiens kunst onbewust de toekomst voorspelt.”
“Op zijn paneel lijken de figuren te proosten rond ronde tafels. En vier jaar later, in 1960, kwam de onafhankelijkheid van Congo tot stand, aangevoerd door een zekere Patrice Lumumba, een vertegenwoordiger van een biermerk, die werd uitgenodigd aan de Belgisch-Congolese rondetafel in Brussel om de datum vast te leggen voor de bevrijding van zijn land.” Iedereen is vrij om dit als toeval te zien of niet.

Onder de noemer Tracer programmeert Wetsi Gallery tot en met 19/10 lezingen en performances rond een teruggevonden schilderij van Mwenze Kibwanga, www.wetsi.gallery

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel, culture, Sarah van Lamsweerde, Expo 58, Wetsi Gallery, Tracer, Anne Wetsi Mpoma

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni