Reportage

Café op apegapen: coronamaatregelen treffen horeca andermaal

Bettina Hubo
© BRUZZ
22/10/2020

| Bob Charlier van koffiehuis Mokafé schakelt niet over naar take-away: “Ik ga thuis afwachten. En uitrusten.”

Voor de tweede maal in acht maanden tijd zijn de Brusselse kroegen, bars, theehuizen en tavernes zwaar getroffen door de coronamaatregelen. Sommige zijn ondertussen al twee weken dicht, andere sinds maandag. Een zware opdoffer voor de cafébazen die hun inkomsten in rook zien opgaan. Hoe gaan zij om met deze nieuwe tegenslag? Een rondje langs drie verschillende etablissementen.

Toen op 8 oktober de Brusselse cafés dicht moesten, dacht geen haar op het weelderig grijze hoofd van Bob Charlier eraan om ook de Mokafé, zijn koffiehuis in de Koningsgalerij, te sluiten. “Er moet veel gebeuren voor wij dichtgaan. Wij zijn normaal 365 dagen per jaar open. Bij de aanslagen in 2016 waren wij ook de laatste in de stad die de tent sloten.”

Omdat hij ook een eetkaart heeft, mocht hij openblijven. Dus ging hij de afgelopen week gewoon door met het serveren van koffie met gebak, een lunch of alleen koffie. “Het was niet duidelijk of dat mocht, alleen koffie. Ik heb het gewoon gedaan. Niemand heeft er iets van gezegd,” vertelt hij vanachter zijn toog in een mix van Frans en Nederlands.

Maar afgelopen zondagavond moest ook de Mokafé dicht. Charlier werkt er al 43 jaar. Een hele tijd woonde hij ook in de galerij, pal boven de taverne. Zijn vader nam de zaak, die bestaat van voor de Tweede Wereldoorlog, in de jaren zeventig over. Charlier volgde hem op. “Aanvankelijk was er alleen koffie te krijgen. Geleidelijk kwam er ook wat restauratie bij.” Al die tijd bleef het decor met de houten lambrisering onveranderd.

Inmiddels is Charlier officieel met pensioen en brengt hij een groot deel van zijn tijd door in het zuiden van Frankrijk, terwijl zijn zoon en dochter het koffiehuis runnen. Maar in woelige tijden, zoals nu, neemt hij zijn vaste positie achter de toog weer in. Om zes uur 's ochtends staat hij in de zaak, die om zeven opengaat.
Niet dat er de laatste tijd zo vroeg al klanten waren. “Al maanden zijn er amper hotelgasten in Brussel. Die zie je vaak op dat vroege uur. En de toeristen zijn niet de enigen die wegblijven. Ook het publiek van de theaters en van De Munt komt niet meer en er zijn ook veel minder pendelaars.”

“Op het eind bleven alleen de habitués nog over”

Bob Charlier, Koffiehuis Mokafé

Alleen de habitués bleven over. En die zijn heel erg trouw. Charlier: “De Mokafé is een groot dorp. We hebben klanten die dagelijks komen. Sommigen zaten hier de afgelopen weken zelfs drie keer per dag. Zij kwamen om ons een plezier te doen en wij bleven open om hen een plezier te doen.”

Dat zijn koffiehuis erg belangrijk is voor sommige mensen heeft hij tijdens de lockdown in de lente ervaren. “Enkele oudere klanten hebben het niet overleefd. Ze zijn niet gestorven door corona, maar door sociale isolatie. Ze waren hun vaste ankerpunten kwijt en konden zelfs niet meer naar hun stamcafé.”

Met alleen de habitués zat de Mokafé, die in normale tijden makkelijk honderd man trekt, echter lang niet vol. “Tafels weghalen en afstand houden was dan ook geen probleem. Maar we draaiden wel maar op dertig procent van ons normale zakencijfer,” zegt Charlier, die het moeilijk te begrijpen vindt dat de horeca moet sluiten, terwijl de mensen in de metro op een kluitje staan.Het financiële steunpakket van de overheid is voor hem nog niet helemaal helder. In elk geval hoopt hij dat er deze keer meer rekening wordt gehouden met de grootte van het café. “Een forfaitair bedrag van 3.000 euro is mooi, maar voor een zaak als de onze is dat niet genoeg. Een kleine snackbar met een lage kostenstructuur kan met dat bedrag misschien nog winst maken, maar wij hebben een huur van 10.000 euro, plus 2.000 euro lasten. Reken daar de andere kosten nog bij.”
Wat hij de komende maand gaat doen? “De Mokafé gaat helemaal dicht, take-away is voor ons niet interessant. Ik ga thuis afwachten. En een beetje uitrusten.”

1727 Daringman 2

| Martine Peeters van de Daringman, vraagt zich of een lockdown niet beter was: “Halfslachtige maatregelen ben ik echt wel beu.”

Martine Peeters, de bazin van de Daringman, is sinds de verplichte sluiting, nu twee weken geleden, maar één keer teruggekeerd naar haar café in de Vlaamsesteenweg. Op de grond liggen papiertjes en een verdwaalde peuk. “Er is nog niet gepoetst,” zegt ze terwijl ze enkele facturen opraapt. “Daar heb ik nog genoeg tijd voor.”

De eerste week van de nieuwe sluiting was ze vooral boos. “Ik vond het unfair dat de cafés dicht moesten, terwijl we volgens de regels gewerkt hadden en niemand hier ziek was geworden. Bovendien mochten de café-restaurants wel openblijven zodat iedereen daarnaartoe ging.”

Inmiddels is de volledige horeca op slot. Niet onlogisch, vindt ze. Als je de cafés dichtdoet, moet je de volledige horeca sluiten. Wel vraagt ze zich af of het zinvol is om alleen de horeca stil te leggen. “Was een complete lockdown niet beter geweest, zodat tegen het einde van het jaar alles weer voorzichtig zou kunnen opengaan? Halfslachtige maatregelen ben ik echt wel beu.”
Dertig jaar zit ze ondertussen in het vak, na eerst tien jaar in een opvanghuis voor vrouwen te hebben gewerkt. Ze runde aanvankelijk een café aan het Vossenplein, tot dat pand verkocht werd. Na een intermezzo in het café van de Beursschouwburg nam ze twintig jaar geleden Au Daringman in de Vlaamsesteenweg over, toen een kroeg die alleen overdag open was, heel goedkope Stella schonk en veel zware drinkebroers als klanten had.

“Deze keer maak ik me wel zorgen”

Martine Peeters, bruine kroeg Daringman

“Nu is het toch een ander soort café,” meent Peeters. “'s Middags komen mensen die in de buurt werken hier hun broodje opeten, in de namiddag is het meestal rustig, tegen vijf uur komen de klanten voor de aperitief, een heel gemengd publiek, van studenten tot artiesten. Om halfnegen zakt het weer wat in en rond tien, elf uur begint de drukte van de nacht. Dan komt er vooral veel jong volk.”
De nachten doet Peeters al enkele jaren niet meer zelf. Behalve die 7de oktober toen het café dicht moest. “Toen ben ik gebleven tot sluitingstijd. Ik heb nog iets gedronken met de andere barman en de deur achter mij dicht getrokken.”

Deze sluiting komt harder aan dan de lockdown in de lente. “Toen was het eigenlijk heel aangenaam, het was mooi weer, ik stond vroeg op en deed allemaal dingen waar ik anders geen tijd voor heb, wandelen, lezen, fietsen. Sinds mijn humaniora heb ik nooit zoveel tijd gehad. En neen, tot mijn verwondering maakte ik me geen grote zorgen.”
Dit is nu anders. “Toen we in juni weer mochten beginnen, hoopte ik dat het, ondanks al die nieuwe veiligheidsregels, zou lukken om break-even te draaien. Het was een mooie zomer en ik mocht het terras aan de overkant van de straat gebruiken. Maar ik begin te beseffen dat het niet gelukt is. Ik steek erbij in.”

Van de verhuurder, AB-Inbev, moet ze ook geen grote cadeaus verwachten. “AB-Inbev is zo'n belangrijke speler, maar schold ons vorige keer maar één maand huur kwijt, terwijl sommige kleinere huiseigenaren aan winkels in de straat twee maanden schonken. Onze huur bedraagt 2.000 euro. Als die nu weer blijft doorlopen, wordt het heel moeilijk. Ik kan niet uit de reserves blijven putten.”
In 2024 loopt haar huurcontract ten einde en de kans is klein dat het verlengd zal kunnen worden. “Ik had zo gehoopt in schoonheid te kunnen eindigen. Als ik nu door Covid zou moeten stoppen, zou dat echt wel heel zielig zijn.”

1727 averoes

| Hassan Rahali in het theehuis van de vzw Averroes: “Onze filosofie is niet zakelijk. ”

Alle gordijnen zijn dicht in theehuis Averroes, gelegen op een hoek van de Leopold II-laan in Molenbeek. In normale tijden is het hier van 's morgens vroeg tot 's avonds laat een drukke bedoening. Mensen uit de buurt komen ontbijten met croissants, een omelet, Marokkaanse pannenkoekjes of iets anders van het buffet. De rest van de dag worden de tafels voornamelijk bezet door mannen van Marokkaanse origine die muntthee, koffie of een sapje drinken, discussiëren en samen naar voetbal of een andere sport op tv kijken. “Maar we krijgen ook niet-Marokkanen over de vloer en af en toe ook vrouwen, helaas te weinig,” zegt Hassan Rahali, voorzitter van Averroes, die ons het lege theesalon laat bezichtigen.

Averroes is een cultuurhuis, zo staat te lezen op de ramen. “Het is een ontmoetingsruimte. Mensen komen naar hier voor thee of een hapje, maar ook voor de gezelligheid, om gesprekken te voeren en voor onze culturele en sportieve activiteiten. We hebben een zaalvoetbalploeg en een fietsclub. En in onze kelderzaal repeteren elke avond muziekbands.”

“Schandalig dat vzw’s geen steunpremie krijgen”

Hassan Rahali, theesalon Averroes

Maar nu ligt de gelagzaal met de donkere fauteuils er stil en ongezellig bij. De televisie staat uit. De koelvitrine, die normaal gesproken gevuld is met vers fruit en gebak, is leeg. “Wij zijn geen restaurant, dus moesten we twee weken geleden sluiten. Nochtans blijven we nooit tot laat 's nachts open en schenken we geen alcohol,” vertelt Rahali, behalve medestichter van de vereniging ook ex-politicus en actief in vastgoed en media.

De huidige situatie is volgens Rahali niet leefbaar. “Wij zijn een kleine vzw, onze filosofie is niet zakelijk, we hanteren vzw-prijzen, koffie en thee kosten 1,80 euro, een flesje water 50 cent. Dat was tot begin dit jaar altijd voldoende om onze vaste kosten te dekken, de huur van 2.000 euro, gas, elektriciteit, verzekering, tv, internet. Personeelskosten hebben we gelukkig niet omdat Averroes op vrijwilligers draait.”

Maar tijdens de lockdown in de lente had de vereniging drie maanden lang geen inkomsten. “In de zomer was het ook erg stil en nu vallen onze inkomsten opnieuw weg. Dat doet veel pijn. We hebben het geluk dat enkele van onze leden ook mede-eigenaar zijn van het pand. Daardoor hebben we voor de huur wat uitstel gekregen. Maar dat kan niet blijven duren.”
Hoe alles bekostigd moet worden, Rahali weet het niet. “Het bestuur en enkele leden betalen nu al een en ander uit eigen zak.”

Wat het nog lastiger maakt, is dat Averroes tijdens de lockdown geen financieel duwtje in de rug kreeg van de overheid, zoals de andere cafés. “Omdat we een vzw zijn,” zegt Rahali. “Ik vind dat schandalig. Wij dragen ons steentje bij op het vlak van sport en cultuur. Elke middag komen jongeren hier in de achterzaal hun huiswerk maken. De overheid zou in deze moeilijke omstandigheden ook iets moeten doen voor de vzw's, zeker voor de niet-gesubsidieerde zoals wij.”

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel, Resto & Bar, Samenleving, coronamaatregelen, sluiting cafés, horeca, coronavirus

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni