Interview

Jan Bucquoy: 'Mijn film gaat meer over leven dan over de dood'

Niels Ruëll
© BRUZZ
02/02/2022
Ook in:
nl fr

Jan Bucquoy komt voor zijn gedacht uit via paleisbestormingen, poëzie- of dolle kroegavonden, sliptentoonstellingen en media-optredens. Soms ook via film. In La dernière tentation des belges gaat hij in dialoog met een dochter die uit het leven stapt. "Je lost niets op met een film. De pijn blijft. Je gaat voor een stuk mee dood."

Jan Bucquoy heeft veel op zijn kerfstok. Het Slipmuseum. Strips zoals Le bal du rat mort. Een handvol mislukte staatsgrepen en door de politie verijdelde bestormingen van het koninklijk paleis. De onthoofding van koning Boudewijn op de Grote Markt, of toch van een pop die op de vorst leek. Om nog te zwijgen over zijn duizend-en-een optredens in café De Dolle Mol.

Soms drukt hij zich via film uit. De beruchtste is Camping Cosmos, met bijrollen voor Arno en de rondborstige porno-actrice Lolo Ferrari. De beste is zijn eerste film. In La vie sexuelle des Belges blikte hij met humor, revolutionaire sympathie en dichterlijke vrijheid terug op zijn eerste dertig levensjaren en de vrouwen daarin. Zijn voorlopig laatste film, De laatste verleiding der Belgen, lijkt er hard op met een groot en intriest verschil. De inmiddels 76-jarige Bucquoy structureerde de film rond de zelfmoord van zijn dochter Marie Bucquoy.

Spreek me gerust tegen maar De laatste verleiding der Belgen lijkt erg op La vie sexuelle des Belges.
Jan Bucquoy: Dertig jaar later. Het is een afronding van een trilogie.

Rondt het ook je carrière als regisseur af?
Bucquoy:
Ik heb helemaal geen carrière als regisseur. (Lacht) Hoe gaan we het leven wat interessanter en plezanter te maken? Hoe geraak je tot bij de mensen? Dat kan via verschillende kanalen. Film is maar een van die kanalen. Ik communiceer via een poëzieavond of een tentoonstelling maar even goed via tv-optredens. Ik doe nu bijvoorbeeld mee aan het derde seizoen van het tv-programma Don't worry be happy van Peter Boeckx.

De film is opgedragen aan afwezige vaders. Vaders zijn dikwijls afwezig, zelfs al blijven ze getrouwd. Ik ben er niet altijd geweest

Jan Bucquoy

In La vie sexuelle de Belges speelde Jean-Henri Compère Jan Bucquoy, nu vroeg je het aan de West-Vlaamse film- en tv-acteur Wim Willaert (Cargo, Eigen kweek). Vanwaar de wissel?
Bucquoy:
Het is interessant om dezelfde acteur in al je films te gebruiken en hem te zien verouderen. Het was dus geen gemakkelijke keuze om daarvan af te stappen. Jean-Henri Compère is een goede acteur, maar hij heeft gestudeerd. Hij spreekt Ukkels. Ik wilde een geloofwaardigere Bucquoy. En ik wilde de band met Vlaanderen aanhalen. Ik ben die aan het verliezen. Sinds mijn ouders dood zijn, ga ik amper terug naar Harelbeke. Ik ben een van die zledzame mensen die nog in de twee Belgische culturen thuis zijn. Ik vind dat verrijkend.

Brussel werd je uitvalsbasis. Hoe zou je leven er hebben uitgezien als je in Harelbeke was blijven hangen?
Bucquoy:
Ik heb daar goed over nagedacht. Mijn vader werkte bij Desclée de Brouwer, een elektriciteitsmaatschappij. Je kon door als zoon zo aan de slag. ’t Zou meteen bingo geweest zijn: een goed loon met een dertiende en soms veertiende maand. De andere kant van de familie zat in de bouw, vooral bij stortbeton Stadsbader. Er was werk, ik zou met het plezante, blonde buurmeisje mét goed karakter zijn getrouwd. Wat moet een mens méér hebben? Ik had eventueel nog burgemeester van Harelbeke kunnen worden.

Of het gemeentehuis van Harelbeke jaarlijks bestormen?
Bucquoy:
Te gemakkelijk. Je kan daar zo binnen. ‘Ha Jan, zet u,’ zou de burgemeester hebben gezegd. De scheur met Vlaanderen is vroeg ontstaan. Sinds mijn twaalfde ging ik naar Franse scholen. Mijn moeder dacht nog dat je Frans moest kunnen om naar de universiteit te gaan. Ze was liberaal en geloofde niet in God. In katholiek West-Vlaanderen was dat speciaal. Mijn vader was ook speciaal want communist. Als het over de koning ging, maakte hij dit gebaar (snijdt met duim keel over, nr). Ik ontdekte de rijkdom van de Franse literatuur, filosofie, kunst. In Harelbeke ging het alleen over cafés, geld verdienen en huizen bouwen. Ik verzeilde in Frankrijk. Situationistische situaties in Straatsburg. Revolutionaire toestanden in 1968.

Cinematek organiseerde een retrospectieve van je films en noemde je een anarchist tot in de kist.
Bucquoy:
Ik ben van Harelbeke. Daar zijn geen anarchisten. Daar zijn alleen maar dronkaards. (Lacht)

Waar ligt het verschil?
Bucquoy:
Het verschil is eigenlijk niet zo groot. (Lacht) Ik heb geen kaart van de anarchisten of communisten. Ik ben van geen enkele club lid. Ik wil ook geen lid zijn van een club die mij als lid aanvaardt. Zoals Marx. Groucho Marx.

1785 LADERNIERETENTATION stills 2
© STENOLAPRODUCTIONS | Wim Willaert als Jan Bucquoy en Alice Dutoit als wijlen zijn dochter Marie.

De laatste verleiding der Belgen is opgebouwd rond zelfmoord van je dochter Marie Bucquoy in 2008. Sinds wanneer ben je daartoe in staat?
Bucquoy:
Daar ben je nooit toe in staat. Je lost niets op met een film. De pijn blijft. Je gaat voor een stuk mee dood.
Ze had problemen, ze nam pillen, met haar vrijers was er altijd gedoe. Ze had al een paar pogingen ondernomen. Maar ze was aan het bestaan. Ze had een kind. Ze had drie fototentoonstellingen. Ze begon een voornaam te krijgen. Het was niet evident om de naam Bucquoy te dragen.

Ging ze gebukt onder haar familienaam?
Bucquoy:
Als kind werd er met haar gelachen omdat haar vader een slipmuseum had. Kinderen willen normale ouders. Ouders die er zijn. Geen ouders die altijd met hun neus in de boeken zitten of elders zijn. Overal waar ze kwam, kreeg ze te horen dat haar vader weer een stoot had uitgehaald. Ik had iets doms gezegd op televisie, had mijn broek afgestoken of zat in de bak voor onthoofding van de koning.
Ik heb zeven kinderen, maar slechts één dochter. Ze was zo’n beetje de draaischijf. Zij was het die elk kind uit de verschillende families bijeenbracht. Ze had zelfs contacten met ex-vrouwen met wie ik ruzie had. Tegelijk had ze dat rebelse van mij. Ze had scherpe kritiek op mij. Ze noemde me een nar van de koning. "Uiteindelijk speel je een rol die de macht juist heel goed uitkomt," zei ze.

Waarom wil je jouw verhaal en jouw versie van haar verhaal delen met een groot publiek?
Bucquoy:
Ik maak autobiografische films. Ik moest het op een of andere manier vertellen. De vraag was: hoe? Ik verloor een dochter én een kleindochter. De familie van de vader en mijn ex willen niet dat de Bucquoys nog contact met haar hebben. Ze is al achttien.
Ik wou al die emoties in de film steken omdat ze eigenlijk universeel zijn. Ik maak er geen drama van, ik laat de val niet zien, ik neem afstand en stileer. Een kind van je dat doodgaat, dat blijft hangen. Ik bleef over haar dromen, jaren later zag ik haar nog steeds op straat lopen. Soms ging ik met haar in dialoog. Maar plots was haar stem er niet meer. Dat is een soort post mortem. De film is een laatste verleiding, een laatste poging om te aanvaarden dat die stilte daar plotseling is. Wat is de dood? Stilte. "Hoe gaat het met jou, papa?" is het laatste wat ze me vraagt. "Ik doe alsof ik leef," antwoord ik. De film eindigt in stilte.

Het snijdt door merg en been. "Iedereen heeft het recht te vertrekken wanneer hij wil," zegt u ook in de film. "Behalve mijn dochter." Heeft het drama uw denken veranderd?
Bucquoy:
In feite niet. Ik sta nog altijd achter het idee dat je moet kunnen vertrekken wanneer je dat wil. Mensen die zelfmoord plegen, doen het altijd op een bruuske manier. Mocht er een instelling bestaan waar je gewoon naartoe kunt, dan zouden er volgens mij minder zelfmoorden zijn. Je zou de angst wegnemen. Ten tweede: het leven is niet interessant genoeg.

Ik sta nog altijd achter het idee dat je moet kunnen vertrekken wanneer je dat wil. Mensen die zelfmoord plegen, doen het altijd op een bruuske manier

Jan Bucquoy

Ah nee?
Bucquoy:
Ik hoop dat de film ook dit aangeeft: maak het leven plezant. Het is geen negatieve film. Hij gaat meer over het leven dan over de dood.
Maar waarom plegen mensen zelfmoord? Waarom drinken ze? Waarom vluchten ze in drugs? Omdat het leven niet interessant is. Dat is de verantwoordelijkheid van de mensen aan de macht. Kijk maar naar de voorbije twee jaar: alle cultuur, alle plezante dingen moesten dicht, maar we moesten wel blijven werken. Het leven is niet plezant. We moeten alsmaar werken. Werken is voor de meeste mensen een vorm van prostitutie. Met dat verschil dat prostitutie meer opbrengt. Dus als je er geen paradijs van wil maken - paradise now! - dan moet je niet klagen dat de mensen niet willen blijven leven. Als je niet werkt aan een utopie, als je het niet plezant maakt dan is het leven het niet waard om geleefd te worden. Daar blijf ik achter staan. Maar...

Maar niet je dochter.
Bucquoy:
Maar niet mijn dochter. Dat is de contradictie. Als er iemand uit je omgeving zelfmoord pleegt, word je zelf genegeerd. Je bent zelf niet interessant genoeg. Het is een negatie. Je wordt mee opgezogen in het nihil, in een zwart gat. Je wordt ook zelf gedood.
Ze had een smile op haar gezicht. Het was een verlossing voor haar. Ze sprak over pijn. Psychologische pijn. Ik kan me die moeilijk inbeelden, ik vind altijd wel iets om uit te steken. Ik had niet door dat psychologische pijn even ondraaglijk kan zijn als fysieke pijn. Dat heb je dan te aanvaarden. Maar je aanvaardt het niet. Omdat het te fel wringt met je eigen identiteit en leven. Je maakt geen kinderen om ze voor zelfdoding te laten kiezen.

Je maakt geen kinderen om er vervolgens niet naar om te kijken.
Bucquoy:
De film is opgedragen aan afwezige vaders. Vaders zijn dikwijls afwezig, zelfs al blijven ze getrouwd. Ze gaan voor een carrière en zijn er fysiek wel, maar niet psychologisch. Ik ben er niet altijd geweest. Kinderen voelen dat. Het is moeilijk om een kind op te voeden. Het is een job.
Mensen denken dat ze eeuwig zijn. Ze werken zich krom om een huis af te betalen, maar een hartaanval en het kan gedaan zijn. Hoe absurd. Mijn laatste vrouw is op haar 42e gestorven aan pancreaskanker. Ik ben sinds vier jaar alleen met een zoon. Hij is vandaag twaalf geworden. Nu ben ik er wel.

Een godsgeschenk?
Bucquoy:
Ja. Anders zat ik hier niet. Dan had ik me al lang opgeblazen. Uiteraard met een dictator in mijn armen. Maar nu mag ik niet meer doodgaan. Ik moet om halfvier aan de schoolpoort staan. Ik moet dus ook weer projecten doen. Ik heb nooit opgelet, maar nu let ik op. Ik drink zelfs minder. Verboden te sterven, Jan Bucquoy!

DE LAATSTE VERLEIDING DER BELGEN
Nu in de bioscoop

Wie met vragen zit rond zelfdoding of nood heeft aan een gesprek, kan terecht bij de Zelfmoordlijn op zelfmoord1813.be of bellen naar 1813.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Film, Expo, Jan Bucquoy, Camping Cosmos, La vie sexuelle des Belges, La dernière tentation des Belges, Marie Bucquoy, Wim Willaert, Alice Dutoit

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni