| Édouard Louis, de opstandige wonderknaap van de Franse literatuur.

Analyse

Waarom iedereen een stukje van Édouard Louis wil

Michaël Bellon
© BRUZZ
09/02/2022

Deze week kan je een Nederlandse en een Franstalige theaterbewerking van Édouard Louis' werk zien. Ivo van Hove, Milo Rau en Thomas Ostermeier in het theater, James Ivory voor tv: allemaal hebben ze Louis aan boord. Vanwaar dat monstersucces?

Kaaitheater toont de bewerking door Ivo van Hove en ITA van Louis' boek Ze hebben mijn vader vermoord, Théâtre de la Vie een regie van Julien Rombaux. Eerder werden in onze contreien al Louis' debuut en bestseller Weg met Eddy Bellegueule uit 2014 bewerkt door de Toneelschuur in Haarlem, en zijn tweede boek Geschiedenis van geweld door Théâtre National. Ook grote Europese regisseurs als Thomas Ostermeier en Milo Rau bij NTGent werken intens met Louis samen.

Op de slotdag van het Brandhaarden Festival van ITA (19/2 > 2/3), dat volledig in het teken staat van Édouard Louis, is trouwens voor het eerst een theatrale tekstlezing van The interrogation van Louis en Rau te zien, eerder bedoeld maar uitgesteld voor het Kunstenfestivaldesarts. Voorts bereidt regisseur James Ivory een televisiereeks voor op basis van het werk van Louis, en bevat het boek Dialoog over kunst en politiek de neerslag van gesprekken tussen Louis en de Britse regisseur Ken Loach.

Édouard Louis werd in 1992 geboren als Eddy Bellegueule in het Noord-Franse arbeidersdorpje Hallencourt. Hij veranderde wettelijk van naam om zijn jeugd als homo in een arm, alcoholisch, homofoob en gewelddadig arbeidersgezin van zich af te schudden. Die jeugd vormde de grondstof van Weg met Eddy Bellegueule. Als een van de enigen uit zijn familie en dorp ontsnapte hij aan de beperkingen van zijn milieu om te gaan studeren. Aan het lyceum in Amiens, en daarna in Parijs.

Louis kwam nog een tijdlang aan de kost met prostitutie, alvorens zijn schrijverij en zijn nieuwe netwerk van hem een belangrijke en erg actieve stem maakte in het Franse intellectuele en politieke debat. In Parijs speelde zich ook nog een ingrijpende gebeurtenis af die het onderwerp is van Geschiedenis van geweld: de verkrachting en moordpoging waarvan Louis het slachtoffer was op kerstnacht 2012. In Ze hebben mijn vader vermoord en Strijd en metamorfose van een vrouw vertelt Louis over het wisselende lot dat zijn vader en zijn moeder te beurt viel nadat hij thuis was vertrokken.

Radicale ideeën
Centraal in de politieke vertaling van Louis' boeken staat de klassenstrijd. Édouard Louis ziet sociale achterstelling als dé hoofdoorzaak van de ellende die hij, zijn familie, zijn dorpsgenoten, en generaties lotgenoten meemaken of hebben meegemaakt. Niet dat hij de rol verloochent die psychologische en sociologische factoren kunnen spelen bij het gedijen van analfabetisme, alcoholisme, racisme, seksisme, homofobie en geweld.

Maar dé grondslag is sociaal-economisch. Het verbale en fysieke geweld in zijn boeken is de onrechtstreekse verderzetting van het klassengeweld waaronder de laagste klassen gebukt gaan. In een stuk over de Afro-Amerikaanse Nobelprijswinnares Toni Morrison wijst Louis het geweld van de onderdrukker ook onomwonden aan als oorzaak van het geweld dat de onderdrukte eventueel gebruikt om tegen hem in opstand te komen. De 'ze' in Ze hebben mijn vader vermoord zijn voor Louis dan ook gewoon Chirac, Hollande, Sarkozy en Macron, die ten voordele van de electoraal aantrekkelijkere middenklassen en de rijken besparen op sociale uitkeringen.

1786 wie heeft mijn vader vermoord

| Scènebeeld van Ivo van Hoves 'Wie heeft mijn vader vermoord', de bewerking van een boek waarin Édouard Louis onvervaard het Franse establishment aanvalt.

Voor…
Waarom slaat die radicaliteit van Édouard Louis zo aan? Vooreerst is er een tijdgeest waarin slachtoffers van seksisme, racisme, homofobie luidkeels van zich laten horen. Ook slachtoffers van sociale achterstelling moeten rekenen op voormalige lotgenoten die hun situatie ontgroeid zijn om mondig en gehoord te worden. Louis is zo iemand. En hoewel de kunsten niet ontsnappen aan maatschappelijke uitsluitingsmechanismen heeft de thematiek van de klassenstrijd daar wel weer wat voet aan de grond. Dat films als Joker, Parasite, Les misérables of Nomadland het goed doen, is geen toeval. Onlangs was Édouard Louis nog in Brussel samen met zijn Schotse geestesgenoot Douglas Stuart, die voor zijn debuut Shuggie Bain de Booker Prize won.

Louis is geen vrouw en niet gekleurd, maar als homo uit een arbeidersmilieu weet hij ook wat intersectionaliteit is, en dat voor al wie het slachtoffer is van een of meerdere vormen van uitsluiting een soortgelijke analyse en gezamenlijke strijd noodzakelijk zijn. Hij neemt seksisme en racisme dan ook consequent mee in zijn discours.

Behalve zijn witte en mannelijke privilege zet hij daarbij ook zijn autobiografie in. Lezers en uitgeverijen vallen voor auteurs met een persoonlijkheid en een intrigerend levensverhaal, dat de nieuwsgierigheid aanscherpt en de auteur de legitimiteit van een ervaringsdeskundige verschaft. Met die gepassioneerde persoonlijkheid bindt hij via de (sociale) media de strijd aan met extreemrechts, maar ook met de reeds genoemde president Macron, die hij rechtstreeks aanspreekt met frasen als 'Mijn boek verzet zich tegen wie u bent en wat u doet' of 'Ik schrijf om u te beschamen'.

Ten slotte heeft Louis ook een zachte kant. In de boekjes over zijn moeder en vader is ook sprake van verzoening. In Geschiedenis van geweld zet hij ook zichzelf in de spiegel. En uiteindelijk is zijn werk een pleidooi om te zorgen voor elkaar.

… en tegen
Wat wel opvalt is dat Louis nog geen literaire prijzen kreeg, en dat critici die het klassenverhaal niet helemaal volgen en zijn radicaliteit voor simplisme verslijten niet altijd lief voor hem zijn. De auteur Édouard Louis wordt ook herhaling verweten. Maar de verschillende boeken en boekjes over zichzelf en zijn familie vormen een geheel dat hij voortdurend aanvult en uitwerkt en dat vol straffe verhalen en inzichten zit.

Louis zelf ziet zijn herhalingen trouwens als noodzaak. Zolang mensen verhalen als dat van zijn vader niet willen horen, zal hij ze blijven vertellen. Dat Louis zou overdrijven met zijn 'miserabilisme' lijkt eerder de klassieke strategie van de romantische escapist en relativist die de ernst en geloofwaardigheid van de sociale aanklager wil ondergraven om zijn eigen zielenrust als lezer te kunnen vrijwaren. Daartegenover staat Louis als hardnekkige killjoy, die het recht van slachtoffers om te klagen zal blijven verdedigen.

Voorts is er bij sommigen ook nog de weerstand tegen de weinig opgesmukte autobiografie als literair genre. Louis antwoordt daarop dat hij niet wil voldoen aan de eisen van de literatuur, maar beantwoorden aan een noodzaak en voegt eraan toe dat je sowieso over velen schrijft wanneer je over jezelf schrijft. Waarom zou de arbeidersklasse niet zelf kunnen bepalen wat literatuur kan zijn? Zolang iemand anders het voor hen bepaalt, kennen ze de uitkomst: “Boeken keken op ons neer en negeerden ons,” schrijft Louis over de perceptie die hij en de arbeidersgemeenschap hadden over literatuur. Sommige recensenten noteren de afwijkende literatuur­opvattingen van Louis wel, maar wijzen ze toch af als ze over zijn werk moeten oordelen. Ze hebben mijn vader vermoord wordt dan bijvoorbeeld terecht als een pamflet gelezen, maar vervolgens gediskwalificeerd omdat het 'maar' een pamflet is.

Theaterman
Dat Louis in het theater wél gretig wordt opgepikt, heeft wellicht met zijn eigen voorkeuren te maken. Hij die zijn hele jeugd de rol van hetero speelde, ging zelf van theater houden. In Weg met Eddy Bellegueule staat te lezen hoe hij in zijn jeugd wekelijks vijftien kilometer stapte om naar een theaterklasje te gaan. Theater- en filmbezoeken in Amiens zetten zijn ontvoogding in gang. Ze hebben mijn vader vermoord begint ook met de woorden “Als dit een toneeltekst was, …” Vandaag werkt Louis actief samen met regisseurs die hem omarmen. En ook wij toneelliefhebbers horen graag verhalen met de authenticiteit van Louis' autobiografie. De volgende stap is dat we er het geweten van de evenmin al klassenneutrale theatersector niet meer mee hoeven te sussen.

WIE HEEFT MIJN VADER VERMOORD
11 & 12/2, 20.30, Kaaitheater, www.kaaitheater.be
QUI A TUÉ MON PÈRE
15 > 26/2, Théâtre de la Vie, www.theatredelavie.be

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni