Jan Van Doren, directeur Voka Metropolitan

| Jan Van Doren, directeur Voka Metropolitan.

Interview

Jan Van Doren (Voka) bij afscheid: ‘Brussel mag economisch niet leegbloeden’

Bettina Hubo
© BRUZZ
19/12/2023

Bij zijn afscheid als directeur van werkgeversnetwerk Voka Metropolitan pleit Jan Van Doren ervoor dat Brussel zijn functie als economisch- en kenniscentrum beter valoriseert. “Want,” zegt hij, “Brussel is een stuk van zijn economische dynamiek kwijt.”

Van Doren (63), die ruim een kwarteeuw bij Voka heeft gewerkt, gaat deze week met pensioen en wordt op 1 februari opgevolgd door René Konings, manager van sectorfederatie Agoria Brussel.

Tien jaar geleden richtte Van Doren mee Voka Metropolitan op, het netwerk van Vlaamse ondernemers in Brussel en de Rand. Het was een voortzetting van het meer informele Voka-Comité Brussel, aldus Van Doren. “Daar ging het om een beperkte groep van geëngageerde Vlaamse bedrijfsleiders die in Brussel een rol wilden spelen en onder meer het initiatief namen voor zakenclub De Warande.”

Met welke bedoeling hebben jullie Voka Metropolitan opgericht?

Jan Van Doren: We wilden aan Vlaanderen duidelijk maken dat Brussel een belangrijk economisch centrum is. Maar economisch gesproken stopt Brussel natuurlijk niet aan de gewestgrens. Daarom hebben we ook de Vlaamse Rand erbij genomen en hebben we het Voka Metropolitan genoemd.

Het is onze bedoeling een goed bedrijfsklimaat te creëren voor de ondernemers. Daarvoor is een goede afstemming van het beleid in Vlaanderen en Brussel nodig. Wij zien onszelf als bruggenbouwers.

Behalve het lobbywerk, creëren we ook een netwerk van Vlaamse bedrijven in Brussel, we brengen hen in contact met andere bedrijven, met de politiek en met het Europese veld.

Hoe hebt u Brussel in die tien jaar zien veranderen?

Jan Van Doren: Brussel is vooral een diensten- en kenniseconomie, hier heb je het hoogste aantal kennisjobs. Maar de afgelopen jaren hebben we gezien dat die economie uitwaaiert, vooral naar de Noordrand en de luchthavenregio. Metropolisatie, noem ik dat.

Er is dus een verschuiving weg van het Brusselse centrum. Zo zitten de vier grote consultancybedrijven - KPMG, Deloitte, EY en PwC – nu allemaal in de Noordrand. Uit de recente kmo-barometer van de Brusselse sociale partners bleek dat bijna de helft van de Brusselse ondernemers overweegt om het gewest te verlaten.

Brussel is duidelijk wat van zijn economische dynamiek verloren en dat verlies wordt gedeeltelijk, maar ook niet volledig, gecompenseerd in de Rand.

Waarom trekken de bedrijven weg?

Jan Van Doren: We stellen vast dat velen vertrekken omdat het Brussels gewest zijn rol als economisch en kenniscentrum onvoldoende aandacht geeft. Daardoor is het ondernemersklimaat niet aantrekkelijk genoeg meer. Dat heeft te maken met hoge kantoorbelastingen, de moeilijkheid om stedenbouwkundige vergunningen te krijgen en met het gebrek aan ruimte om uit te breiden doordat er voorrang wordt gegeven aan woningbouw. Voorts wordt de war for talent altijd maar scherper en daarin speelt de veiligheid en bereikbaarheid van Brussel een belangrijke rol. Als een bedrijf zijn mensen niet meer veilig en op tijd op het werk krijgt, zal het een verhuizing overwegen.

"Je kan de vraag stellen of de uitbating van de Heizelpaleizen en andere activiteiten van Brussel Expo een kerntaak is van de overheid"

Jan Van Doren

Jan Van Doren, directeur Voka Metropolitan

Wat heeft Voka Metropolitan kunnen realiseren? Op welke dossiers hebt u kunnen wegen?

Jan Van Doren: We hebben zeker impact gehad op de arbeidsmarktmobiliteit en de VDAB en Actiris werken beter samen.

Daardoor worden nu meer Brusselse werkzoekenden naar Vlaanderen geleid. Er werken ondertussen 56.000 Brusselaars in Vlaanderen, hoofdzakelijk in de Rand. We zijn nog niet waar we moeten zijn, maar onder druk van Voka zijn er stappen in de goede richting gezet.

Waar ligt de grootste uitdaging voor Brussel?

Jan Van Doren: Het gewest zit budgettair in zeer moeilijke papieren. Er is dringend een reengineering nodig van het bestuurlijk model. Dat moet aangepast zodat er efficiëntiewinst kan geboekt worden.

Ook is er nood aan een kerntakendebat. Je kan de vraag stellen of de uitbating van de Heizelpaleizen en andere activiteiten van Brussel Expo een kerntaak is van de overheid.

Tot slot moet Brussel zijn functie als economisch centrum beter valoriseren. Door te investeren in kennisactiviteiten genereer je inkomsten voor het gewest en verhoog je de werkgelegenheid. Elke nieuwe kennisjob creëert er twee andere, waarvan een voor een lagergeschoolde.

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni