Reportage

Iter behandelt daders: 'Niet elke psycholoog wil een pleger van seksueel geweld helpen'

Nena Langloh
© BRUZZ
13/12/2023
Updated: 15/12/2023 10.44u

| Iter is het Brussels centrum voor hulp van daders die seksueel grensoverschrijdend gedrag pleegden.

Als nieuws over grensoverschrijdend gedrag de media haalt, dan piekt het aantal vragen bij Iter, het centrum in Schaarbeek dat therapie biedt aan zo'n driehonderd plegers van seksueel overschrijdend gedrag. Dat was niet anders na de media-aandacht voor radiopresentator Sven Pichal. “Toch vindt maar een minderheid Brusselaars de weg naar het centrum.”

Verdoken in de Brusselse anonimiteit ligt Iter, het ambulante centrum voor preventie, begeleiding en behandeling van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Wie niet weet dat het centrum zich in Schaarbeek bevindt, krijgt daar geen aanwijzingen voor: het pand verdwijnt tussen alle andere appartementsgebouwen in de straat, nergens op de gevel prijkt het logo en pas in de entree vermeldt een klein etiket naast de deurbel de naam. “Privacy is belangrijk, omdat er rond het thema nog een taboe hangt,” verklaart coördinator Fahim De Leener.

Het is het enige gespecialiseerde centrum waar Nederlandstalige Brusselaars die zedenfeiten hebben gepleegd of zich daarover zorgen maken terechtkunnen. Voor zowel minder- als meerderjarigen is er een aanbod, en de thema's gaan van misbruikfantasieën tot exhibitionisme en online grensoverschrijdend gedrag. Van de zowat driehonderd dossiers die Iter behandelt, gaat het grootste deel over kindermisbruik of mensen met pedofiele gevoelens.

Vrijwillig of via justitie

De zaak rond Marc Dutroux, die zes meisjes ontvoerde, verkrachtte en vier van hen vermoordde, versnelde de oprichting van Iter in 1998. Toen sloten de Vlaamse en federale regering een samenwerkingsakkoord voor de begeleiding en behandeling van daders van seksueel misbruik. De naam is, naast een Latijnse vertaling van reisweg, ook een acroniem voor hun therapeutische doelen: Impulscontrole, Terugvalpreventie, Empathiebevordering en Responsabilisering.

“Een project bij Iter kost de maatschappij twintig keer minder dan een gevangenisstraf. En de kans op herval is veel kleiner”

Fahim De Leener, coördinator bij Iter

“Bij Iter werken psychologen, criminologen, maatschappelijk werkers, seksuologen en een psychiater,” zegt klinisch psychologe Ina Raymenants. Die multidisciplinaire aanpak is fundamenteel voor de werking, vult criminoloog Jeroen Heylen aan: “Het hele team behandelt elke casus, zodat we verschillende visies krijgen en een volledige behandeling aan onze cliënt aanbieden.”

Het is dus niet zo dat een cliënt vastgekoppeld wordt aan één hulpverlener. Een traject verloopt voor iedereen anders, maar begint standaard met een aanmelding. “Dat is een vrijblijvend telefoontje,” zegt Heylen. Ongeveer veertig procent van de cliënten meldt zich vrijwillig of op aanraden van iemand uit de omgeving aan. De overige zestig procent komt via justitie: mensen die veroordeeld zijn, uit de gevangenis komen of onder voorwaarden vrijkomen.

Hét profiel van 'dé pleger' bestaat niet, zegt Raymenants. “De cliënten komen uit alle lagen van de bevolking, zijn van alle leeftijden en hebben diverse achtergronden. Het zijn wel bijna uitsluitend mannen, hoewel dat niet representatief is voor de realiteit, want sommige cliënten zijn zelf ooit slachtoffer geweest van een vrouw.”
Na een aantal pre-therapeutische gesprekken stelt Iter een aanbod voor en als de cliënt daarop ingaat, gaat de behandeling van start. Die bestaat uit individuele behandeling en groepstherapie. Zo is er bijvoorbeeld een groep voor senioren, een hervalvoorkomings- en een nazorggroep. Tijdens de sessies maakt Iter plegers bewust van de gevolgen van hun gedrag: “Cliënten die beelden van kindermisbruik hebben bekeken, begrijpen soms niet wat daar mis mee is. Hier komen ze tot het besef welke schade dat aanricht,” zegt Raymenants.

Iter, het Brussels centrum voor hulp van daders die seksueel grensoverschrijdend gedrag pleegden

| Volgens criminoloog Jeroen Heylen wordt het woord ‘pedofiel’ te kwistig gebruikt: “Er is een verschil tussen mensen die kinderen misbruiken en mensen met pedofi ele gevoelens. Niet iedere persoon die pedofiele gevoelens heeft, misbruikt kinderen, en omgekeerd."

Een andere cruciale stap richting herstel is ontdekken welke oorzaken hun gedrag heeft en daar verantwoordelijkheid voor nemen, zegt De Leener. “Een cliënt die kampt met een alcoholverslaving, kan bijvoorbeeld telkens als die naar de drank grijpt beelden van kindermisbruik bekijken. De verslaving behandelen wij niet, dat is de taak van een psycholoog of ontwennings­kliniek, maar we maken de cliënt er wel van bewust welke rol alcohol speelt in het gedrag.”

De therapie is intensief: wie bij Iter start, doet dat voor een langere periode. Aan het begin van het traject komen cliënten minstens wekelijks naar het centrum en krijgen ze huiswerk. Na verloop van tijd zijn de sessies minder frequent, maar alles hangt af van de cliënt. Raymenants: “Soms is iemand na drie jaar nog niet klaar voor de nazorggroep, soms al na een jaar.”

De methode werkt. “De kans op herval daalt met iets minder dan vijftig procent als de pleger therapie volgt in vergelijking met iemand die dat niet doet,” zegt De Leener. “Bovendien kost een traject Iter de maatschappij twintig keer minder dan een gevangenisstraf.”

Schaamte en angst

Re-integratie in de maatschappij is een belangrijk aspect bij Iter. “De maatschappij heeft al snel een oordeel klaar over plegers. Ze worden monsters genoemd, mensen vermijden hen, verspreiden roddels of geloven niet in herstel,” zegt Raymenants. Die afkerige reacties zijn nog heftiger als er minderjarigen bij betrokken zijn. “Dat wekt schaamte op, waardoor ze het liever geheimhouden. Het is pas als justitie bijvoorbeeld beelden van kindermisbruik vindt, dat plegers erover praten, maar niet uit zichzelf.”
Volgens Heylen wordt het woord 'pedofiel' dan weer te kwistig gebruikt: “Er is een verschil tussen mensen die kinderen misbruiken en mensen met pedofiele gevoelens. Niet iedere persoon die pedofiele gevoelens heeft, misbruikt kinderen, en omgekeerd. Mensen met die gevoelens die niet overgaan tot daden omdat ze inzien welke schade ze daarmee aanrichten, vinden het daarom moeilijk om iemand in vertrouwen te nemen.”

Fahim De Leener (Onebrussels-Vooruit), OCMW-raadslid in Anderlecht

| Fahim De Leener, coördinator van Iter: "De kans op herval daalt met iets minder dan vijftig procent als de pleger therapie volgt in vergelijking met iemand die dat niet doet.”

Dat is gevaarlijk, vindt Heylen: “Door schaamte en angst kunnen ze hun situatie met niemand delen en raken daardoor geïsoleerd. Dat ondermijnt hun mentale welzijn, waardoor ze minder snel hulp zoeken, wat het risico op grensoverschrijdend gedrag verhoogt.” Juist daarom is het volgens hem cruciaal dat het geen taboe meer is. “Sinds #metoo (de beweging die sinds 2017 seksueel grensoverschrijdend gedrag aankaart, red.) is er aandacht voor het thema. Alleen weten we nog niet hoe we op daders moeten reageren.”
Hoe moet dat dan wel? “We moeten het gedrag niet goedkeuren, maar uitsluiten is geen optie,” zegt Heylen. “Als een pleger een luisterend oor in de omgeving vindt, is dat een belangrijke stap richting herstel.” Tijdens het traject moedigt Iter cliënten daarom aan om iemand in vertrouwen te nemen.

Ook in Brussel is seksueel grensoverschrijdend gedrag niet onbesproken: denk aan #balancetonbar, dat het thema in het Brusselse nachtleven aankaart, of rapper Roméo Elvis die beschuldigd werd van aanranding. Toch woont slechts twaalf procent van de mensen die bij Iter in therapie zijn, in het Brussels gewest. De overige 88 procent komt uit de Vlaamse rand.

“De maatschappij heeft snel een oordeel klaar over plegers. Ze worden monsters genoemd, mensen vermijden hen en verspreiden roddels”

Ina Raymenants, klinisch psychologe

“De weinige Brusselaars die we zien, zijn twintigers,” zegt Heylen. “In een grootstad zijn mensen anoniemer dan in een dorp waar iedereen elkaar kent. Dan zijn er minder kansen om het thema aan te snijden en beseffen mensen minder snel dat hun gedrag fout is.”
Taal speelt ook een rol: het aanbod is Nederlandstalig. “Er bestaat een Franstalig equivalent voor Iter in Brussel, maar tweetalige Brusselaars moeten dan een keuze maken, terwijl iemand uit Vilvoorde alleen bij ons terechtkan,” aldus De Leener.

Wachtlijst na zaak-Pichal

Iter haalt zijn middelen bij vier subsidiërende instanties: aan federale zijde het ministerie van Volksgezondheid en dat van Justitie, aan Vlaamse zijde die van Justitie en (de grootste bron van inkomsten) Welzijn. Een concreet bedrag plakken op de werkingsmiddelen is onmogelijk, zegt de woordvoerder van Vlaams minister van Welzijn Hilde Crevits (CD&V).

Behalve de verschillende potjes waaruit Iter geld moet halen, hekelt De Leener het gebrek aan globale visie van die vier overheden. “Ze zijn niet op elkaar afgestemd. Het geld vloeit voornamelijk naar hulplijnen voor preventie van seksueel geweld, terwijl de middelen zijn stopgezet voor een project voor re-integratie van daders die uit de gevangenis komen. In het buitenland had dat project al zijn succes bewezen.”

Volgens Crevits is er wel een visie: “We hebben een Vlaams actieplan voor de periode 2020-2024 voor de bestrijding van seksueel geweld. Iter maakt daar ook deel van uit.” Doorgaans blijft het aantal vragen dat Iter krijgt stabiel, maar bij media-aandacht voor het thema is er altijd een piek. Na de zaak-Pichal moest het centrum tijdelijk een wachtlijst invoeren. “We hebben altijd zonder wachtlijst gewerkt om de drempel voor personen die hulp zoeken zo laag mogelijk te houden,” zegt De Leener.
Volgens Heylen zouden cliënten ook bij privépsychologen terechtkunnen om wachtlijsten te vermijden. “Toch is dat niet zo, omdat niet iedere psycholoog plegers wil behandelen,” stelt hij vast.

Dat herkent Lotte De Schrijver van de Vlaamse Vereniging voor Klinisch Psychologen. Zij onderzocht het hulpverleningsaanbod voor plegers van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Niet alleen in de maatschappij, ook onder psychologen is het thema nog taboe. “Veel psychologen geven aan dat zij het moeilijk vinden om zowel met slachtoffers als met plegers te werken.”

Ook de basisopleiding van psychologen besteedt te weinig aandacht aan het plegersstuk, zegt De Schrijver. “Die aandacht is er wel voor de behandeling van slachtoffers. Klinisch psychologen voelen zich daardoor niet vaardig om hen te helpen en weten niet waar ze met vragen terechtkunnen om die competenties te verwerven.”
Plegers ervaren de houding van hulpverleners, naast de toegankelijkheid van de hulp, als een drempel. “Het is daarom niet onze taak om te oordelen, wel om de pleger een toekomstperspectief te geven waar minder ruimte is voor grensoverschrijdend gedrag,” zegt Heylen.

“Ons aanbod is niet voor iedereen het juiste, maar voor de grote meerderheid durf ik wel te zeggen dat het werkt,” besluit Raymenants. “Ze voelen zich enorm opgelucht als ze hun verhaal zonder oordeel kunnen vertellen. Ons traject vraagt veel inzet en is bij momenten confronterend, maar het heeft wel resultaat. Wij geloven in hun groeikansen.”

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel, Gezondheid, Veiligheid, grensoverschrijdend gedrag, Iter, therapie, Fahim De Leener, Jeroen Heylen, Lotte De Schrijver, #metoo, Ina Raymenants

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni