Foto van een oehoe in een bos

| Een oehoe, hier gefotografeerd in Vorselaar

De oehoe duikt steeds vaker op in België en in de Brusselse gemeenten. Dat is opmerkelijk, want de uilensoort was lange tijd uiterst zeldzaam in het wild, en nog zeldzamer in het Brussels gewest. “De oehoe eet onder meer ratten, dus voor velen zullen de roofvogels meer dan welkom zijn.”

De oehoe is terug, schrijft de RTBF. “De uil doet het de laatste jaren zeer goed in Vlaanderen en Brussel,” bevestigt vogelexpert Gerald Driessen van Natuurpunt aan BRUZZ. De grootste Europese uilensoort, die oorspronkelijk voorkomt in bosgebieden en steengroeven, verdween door de verstedelijking en was tot enkele jaren geleden nog een zeldzame gast in ons gewest. “De laatste jaren zien we dat de uilensoort echter steeds vaker oprukt vanuit de beboste Ardennen naar Vlaamse steden en Brussel.”

“Het verbod op de jacht, DDT en bepaalde pesticiden zorgden ervoor dat we de uilensoort steeds vaker zien in België,” stelt Driessens. Verder mogen oehoes legaal als huisdier worden gehouden. “Deze ontsnappen soms en mengen zich onder de wilde populatie. Sommige oehoes lokken zelfs vanuit hun gevangenschap wilde soortgenoten met hun typische roep”.

Ook de drukke bebouwing van ons gewest schrikt de roofvogels niet meer af, klinkt het. “Net als bij de slechtvalk wordt de stad een soort surrogaat-broedhabitat. Gebouwen en daken worden dan een alternatief voor de steengroeven waar de uilensoort zo graag broedt en verblijft.”

Ratten en vossenjongen

Maar dat is niet de enige reden waarom de roofvogels steeds vaker opduiken in ons gewest. “De oehoe eet alles, van insecten tot knaagdieren en kleine vossenjongen. De vele ratten in de stad zijn een aantrekkelijke prooi. Voor velen zal de oehoe daarom waarschijnlijk meer dan welkom zijn (lacht).” Al is het nog niet duidelijk of kleine honden of katten ook een interessante prooi kunnen worden in de toekomst.

“De oehoe is de grootste uilensoort in Europa. Hij kan tot 75 centimeter groot worden en heeft met gestrekte vleugels een spanwijdte tot 190 centimeter,” stelt Driessens. “Maar ze zijn enorm schuw en zijn vooral ‘s nachts actief, dat maakt het moeilijk om te populatie in te schatten.”

Momenteel zijn er volgens gegevens van een Natuurpuntstudie in het Brussels gewest aanwijzingen van twee tot vier leefgebieden. “Dat betekent dat er een roepend mannetje werd waargenomen, maar niet noodzakelijk een broedgeval,” zegt Driessens. “We kunnen niet uitsluiten dat een aantal vogels niet werden ingevoerd in de databank, omdat mensen voorzichtig willen zijn,” denkt Driessens. Waar de oehoes zich exact bevinden wordt voor de veiligheid van de vogels niet bekendgemaakt.

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni