Nederlandstalig onderwijs in Brussel blijft groeien

Het aantal leerlingen in het Nederlandstalig onderwijs in Brussel steeg de voorbije vijf jaar met 12,4 procent. Dat blijkt uit een recente telling van de Vlaamse Gemeenschapscommissie. In februari telden de Nederlandstalige scholen net geen 50.000 kleuters en kinderen.

In februari 2019 telde het Nederlandstalig onderwijs in Brussel 48.515 leerlingen. Een jaar later zitten er 49.971 kleuters en kinderen op diezelfde schoolbanken. Dat is een nieuwe stijging van 3 procent. Sinds 2014, toen er nog ruim 44.450 leerlingen ingeschreven waren, groeide het Brussels Nederlandstalig onderwijs met 12,4 procent. In vergelijking met 21 jaar geleden is het aantal leerlingen zelfs met de helft toegenomen.

VGC-collegelid Sven Gatz (Open VLD) kan met die groeicijfers thuiskomen. "Het is een schitterend rapport. De cijfers illustreren kwaliteit. Niet enkel op het vlak van onderwijs, maar ook inzake begeleiding en moderne schoolinfrastructuur. Ze wijzen op de aantrekkingskracht van onze scholen bij ouders die thuis geen Nederlands spreken", aldus Gatz, bevoegd voor onderwijs binnen de VGC.

In het buitengewoon onderwijs en het deeltijds beroepssecundair onderwijs stagneerden de inschrijvingen. De groei situeerde zich het voorbije jaar vooral in het gewoon onderwijs. Het kleuteronderwijs (3,4 procent), het gewoon lager onderwijs (3,1 procent) en het gewoon secundair onderwijs (3,2 procent) gingen er in aantallen fors op vooruit.

Het Nederlandstalig onderwijs kan nog altijd niet wedijveren met het Franstalig onderwijs, maar wint wel aan belang. Dat blijkt ook uit de stijging van 3,2 procent in het secundair onderwijs, de grootste toename ooit. Het is een indicatie dat steeds meer Brusselse leerlingen naar het Nederlandstalig secundair onderwijs doorgroeien.

Meertalig Brussel

Gatz ziet ook een bijzondere contradictie. "Het aantal van oorsprong Vlaamse Brusselaars neemt jaar na jaar af, maar het Nederlands blijft groeien. De meerderheid van de kinderen en jongeren in het Nederlandstalig onderwijs spreekt geen Nederlands meer thuis, maar alle afgestudeerden spreken de taal op hun achttiende wel vlot."

De vraag is hoe lang het Nederlandstalig onderwijs zijn comeback kan doorzetten. Brussels minister Gatz, wiens credo de meertaligheid in Brussel is, wil het investeringsritme van de voorbije legislatuur in elk geval voortzetten. "Want dankzij het succes van ons onderwijs, groeit de kennis van het Nederlands over het hele Gewest."