Onderwijsbonden vrezen moeilijke start: 'Je kunt de leerkracht niet in stukken snijden'

De onderwijsbonden vrezen dat de heropening van de scholen niet van een leien dakje zal lopen. Het wordt met preteaching en opvang een enorme puzzel om te leggen, en de vraag is in hoeverre de scholen in staat zullen zijn om effectief te heropenen. De Christelijke Onderwijscentrale (COC) pleit voor de oprichting van regionale crisisteams, die scholen kunnen bijstaan.

De Veiligheidsraad heeft het advies van de onderwijssector grotendeels gevolgd. Nieuw is dat mondmaskers verplicht worden voor iedereen vanaf 12 jaar en dat in het secundair naast de afstudeerjaren ook twee extra leerjaren zullen kunnen opstarten. Daarover vindt dinsdag overleg plaats in de sector.

"Door nog meer leerlingen terug naar school te sturen wordt de chaos nog groter", zegt algemeen secretaris van ACOD Onderwijs Nancy Libert. "Klassen moeten opgesplitst worden maar de leerkracht kan natuurlijk niet in stukken gesneden worden. Bovendien moeten leerkrachten ook nog aan preteaching doen en moet de opvang georganiseerd worden van meer leerlingen. Het wordt een huzarenstukje om dat allemaal te organiseren."

Crisisteams

De algemeen directeur van de Onderwijsvereniging van Steden en Gemeenten (OVSG), Patriek Delbaere, wijst erop dat scholen nu vier opdrachten hebben: ze worden opnieuw lesplaats voor bepaalde groepen, ze moeten opvang garanderen voor kinderen van wie de ouders aan het werk zijn, ze kunnen kwetsbare leerlingen uitnodigen én ze blijven ook verder werk maken van afstandsonderwijs. "Dat is niet te onderschatten en het vraagt een grote inzet en flexibiliteit van alle teams."

Volgens secretaris-generaal van COC, Koen Van Kerkhoven, wordt de heropstart een "gigantische operatie". Hij benadrukt ook dat het oefenmoment van 15 mei de juiste invulling moet krijgen. "Het mag geen valse start zijn, maar de voorbereidingen moeten zo ver gevorderd zijn dat in de drie dagen die volgen enkel de laatste details nog moeten veranderd worden op basis van observaties", zegt hij.

Om de scholen bij te staan bij de moeilijke oefening die ze moeten maken, stelt COC voor om regionale crisisteams te voorzien, met bijvoorbeeld de directie, preventieadviseurs, vertegenwoordigers van het personeel, de CLB's, die de situatie mee monitoren en waarbij scholen terechtkunnen met vragen en opmerkingen. Zo krijgen de scholen ook het gevoel dat de situatie opgevolgd wordt en dat ze er niet alleen voor staan.

Mondmaskers

Beide onderwijsbonden vragen zich ook af of leerlingen en leerkrachten op tijd een mondmasker zullen hebben om naar school te kunnen gaan, aangezien zo'n masker verplicht wordt voor iedereen vanaf 12 jaar. "Die maskers worden ook in het openbaar vervoer verplicht en het is maar de vraag hoe snel die verdeeld gaan worden", zegt Van Kerkhoven. "Mondmaskers worden de norm en als die niet gerealiseerd kan worden, kunnen de scholen niet beginnen."

De OVSG stelt daarnaast voor om mondmaskers op de scholen in te voeren vanaf een bepaald leerjaar en niet vanaf een bepaalde leeftijd, omdat in leerjaren kinderen van verschillende leeftijden zitten. OVSG stelt voor om het dragen van mondmaskers bijvoorbeeld te verplichten vanaf het eerste jaar secundair en niet vanaf 12 jaar, zoals de Veiligheidsraad besliste.

Daarnaast wijst Nancy Libert erop dat het heropstarten van meer leerjaren, tot gevolg heeft dat minder scholen zullen kunnen opengaan. "De scholen moeten risicoanalyses uitvoeren en aan de hand daarvan beslissen of ze weer opengaan. We gaan niet toegeven op de veiligheid, dus als er meer leerlingen aanwezig zijn, wordt het moeilijker om die veiligheid te garanderen", zegt ze. "En dan gaan er keuzes gemaakt moeten worden, waarbij je winnaars en verliezers krijgt."