Weyts bevraagt brede samenleving over kortere zomervakantie

Voor het eerst zet onderwijsminister Ben Weyts (N-VA) de deur op een kier om de ­zomervakantie in te korten, zoals de Franse gemeenschap plant te doen vanaf september 2022. Hij heeft daarover om advies gevraagd aan het onderwijsveld en de sociale partners in de brede samenleving. Ook ouders van schoolgaande kinderen ­worden in de discussie betrokken.

Dat melden Het Nieuwsblad en De Standaard vrijdag, op basis van een rondvraag door ouderkoepel VCOV naar het draagvlak onder ouders voor een herverdeling van de schoolvakanties.

Weyts stelde al in juli van dit jaar dezelfde vraag aan de Vlaamse Onderwijsraad (Vlor), waarin alle onderwijspartners zijn vertegenwoordigd, en de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (Serv), die de werkgevers en werknemers in de bredere maatschappij samenbrengt, melden de Mediahuiskranten.

Andere schoolvakanties hebben een impact op de hele samenleving, ook op pakweg jeugdkampen, de toeristische sector en de verlofregelingen bij bedrijven. De Serv verwacht zijn advies tegen januari of februari en de Vlor pas tegen juni.

Franstaligen

De discussie rond zo'n kortere zomervakantie woedt al jaren. Maar het onderwerp staat meer dan ooit weer in het brandpunt van de belangstelling doordat de Franse Gemeenschapsregering recent een akkoord bereikt heeft over een hervorming van de schoolvakanties vanaf 2022.

Franstalige scholieren zullen het schooljaar in 2022 al op 29 augustus beginnen om pas op 7 juli 2023 te eindigen. In ruil krijgen ze een week extra herfst- en een week extra krokusvakantie, en wordt de paasvakantie verschoven. Dit dreigt, zeker in Brussel, tot schizofrene situaties te leiden voor ouders met kinderen in beide taalnetten.

Onderwijsdeskundigen pleiten in elk geval al jaren voor zo'n herverdeling van de vakanties. Door kinderen twee maanden weg te houden van school verliezen ze te veel kennis en kunnen ze moeilijker aanknopen bij de leerstof in september. Het belangrijkste argument voor een inkorting is dat de leerachterstand van kansengroepen dan minder groot wordt. Bijvoorbeeld, omdat anderstalige kinderen dan sneller weer Nederlands horen op school. Voor kinderen uit lagere inkomensgroepen kan een kortere zomervakantie ook verveling tegengaan, want zij hebben niet altijd de nodige middelen voor sportkampen of vrijetijdsbesteding.

Weyts sprak zich nooit expliciet tegen die hervorming uit, maar hield de boot altijd af. Deze week nog zei diens woordvoerder Michaël Devoldere aan BRUZZ dat de minister door de coronacrisis en bijhorende leerachterstanden eerst andere katten te geselen had. “Wij hebben altijd gezegd dat wij geen enkel debat uit de weg gaan”, reageert de woordvoerder van Weyts.

Leerkrachten verdeeld

Bij de socialistische vakbond ACOD hebben ze hun achterban al bevraagd over de hertekening van de schoolkalender, meldt Het Nieuwsblad. “57 procent van de leraars is voor het behoud van de huidige regeling, 43 procent wil die veranderen”, klinkt het bij algemeen secretaris Nancy Libert.

“Opvallend: soms gebruiken ze hetzelfde argument voor beide systemen. De ene zegt twee maanden verlof nodig te hebben in de zomer om even los te komen van het werk, de andere wil twee weken herfst- of krokusvakantie om dezelfde reden.”

In vier Brusselse gemeenten hebben de onderwijsschepenen ook een enquête over het thema gehouden, en ook daar bleken de leerkrachten verdeeld: de helft wil een kortere zomervakantie en in ruil meer verlof tijdens het jaar, de andere helft wil de huidige regeling houden.