Debat coronacrisis: geen bijkomende drastische maatregelen in zicht

In het Brussels parlement wordt woensdag gedebatteerd over de aanpak van de Covid 19-crisis. Meerderheidspartij One.brussels - SP.A stelde er dat de Brusselse ministers niet zichtbaar genoeg waren. Minister Alain Maron liet ook verstaan dat er niet meteen drastische nieuwe maatregelen aankomen.

Het Brussels parlement maakte zich woensdag op voor een lang debat over de aanpak van de Covid-19-crisis in het gewest. Rond 16 uur waren de parlementsleden na twee uur commissie nog steeds vragen aan het stellen en waren de ministers Rudi Vervoort (PS) en Alain Maron (Ecolo) nog niet aan het woord gekomen.

Verschillende oppositiepartijen stelden zich vragen bij de Brusselse aanpak. Bianca Debaets herinnerde eraan dat zelfs de New York Times de Brusselse corona-aanpak tijdens de zomer tackelde. Ze wilde ook weten waarom het Gewest zo lang draalde met de invoering van een algemene mondmaskerplicht. N-VA had dan weer vragen bij de Nederlandstalige dienstverlening in de testcentra.

Verschillende vraagstellers bestempelden de mondmaskerplicht in parken en bossen ook als onrealistisch. Onder meer Juan Benjumea-Moreno (Groen) en Els Rochette (One.brussels - SP.A) wilden weten of die regel nog verfijnd wordt.

Diezelfde Els Rochette was ook scherp voor de ministers uit de eigen meerderheid. De bevoegde excellenties Rudi Vervoort en Alain Maron waren volgens haar te onzichtbaar tijdens de crisis. Ze wees erop dat geen van hen vlak na de invoering de algemene mondmaskerplicht wilde toelichten. "Geruststelling en duidelijkheid zijn nochtans cruciaal in een crisis als deze."

Minister-president Rudi Vervoort begon zijn repliek door erop te wijzen dat de situatie in Brussel niet rampzalig is. Hij stipte aan dat meer tests ook een hoger besmettingscijfer oplevert en wees erop dat de Antwerpse piek nog een stuk hoger lag dan de Brusselse. Vervoort benadrukte ook dat een grootstad als Brussel nu eenmaal een veel gunstigere omgeving biedt aan een epidemie als Covid-19.

Geen drastische maatregelen in zicht

Zijn collega Alain Maron wond zich op over het zwartwit-beeld dat vaak circuleert over de Brusselse aanpak. "Voor sommigen lijken we hier blind en onverschillig, maar we werken wel degelijk elke dag hard aan het bekampen van deze crisis."

Maron benadrukte ook dat vooral het respecteren van de quarantaineregels de sleutel is om het virus terug te dringen, meer dan de verhoging van de testcapaciteit (die ondertussen wel bezig is in het gewest).

De minister liet ook nog verstaan dat hij geen voorstander is van bijkomende drastische maatregelen tegen de pandemie. "Die zouden een enorme psychosociale shock veroorzaken, meer mensen in de werkloosheid jagen,..." Maron legde uit dat het beleid een voortdurende zoektocht is naar een evenwichtig pakket van maatregelen, dat zowel het virus terugdringt en tegelijk een niet té grote impact heeft op het dagelijkse leven.

Maron weerlegde ook dat de regering niet zichtbaar genoeg was.

Communicatiestop

Regeringsleider Vervoort van zijn kant plaatste nog een kanttekening bij dat verwijt. "Ik geef toe dat ik op een bepaald moment gestopt ben met communiceren, omdat het altijd maar over een ding moest gaan: 'Wat doet Brussel het toch slecht.' Dat werd voor sommigen een obsessie. Het is trouwens opmerkelijk dat consultant als Inge Neven (hoofd en woordvoerder van de gezondheidsinspectie van de GGC, red.) wel op goodwill kan rekenen, al zegt ze gelijkaardige dingen als wij. Maar ze is natuurlijk geen Brusselse Franstalige politicus die zaken verbergt."