Strafvordering tegen Armand De Decker opgeschort na overlijden

De strafvordering tegen Armand De Decker voor zijn rol in het Kazakhgatedossier wordt opgeschort. De voormalige politicus is op 12 juni immers overleden. Het onderzoek naar lobbying bij de wet op minnelijke schikking, dat verder dan De Decker reikt, wordt wel gewoon voortgezet.

In 2011 en 2012 maakte De Decker zich volgens het gerecht schuldig aan ongeoorloofde politieke lobbying door de wet op de verruimde minnelijke schikking te laten goedkeuren op maat van miljardair Patokh Chodiev en twee van diens zakenpartners. De Decker kreeg voor zijn diensten 740.000 euro van Chodiev en co. Zelf bleef de oud-senator beweren dat hij in de Kazachgate-zaak enkel heeft gewerkt als advocaat van Chodiev en dat de 740.000 euro zijn honorarium was.

Tijdens het onderzoek werd duidelijk dat De Decker als voormalig Senaatsvoorzitter bij toenmalig minister van Justitie Stefaan De Clerck (CD&V) thuis en op diens kabinet langs was gegaan met de vraag om tussen te komen in het dossier-Chodiev. "Deontologisch onaanvaardbaar", oordeelde de onderzoekscommissie die zich maandenlang over de affaire boog. Hetzelfde oordeel had de commissie over de poging van De Decker om via de topman van de Staatsveiligheid een gsm op te sporen die hij in Parijs had verloren.

De betrokkenheid van Armand De Decker in het Kazakhgate-dossier heeft veel stof doen opwaaien. Zo veel dat hij uiteindelijk na zijn inverdenkingstelling besloot om op te stappen bij de MR. Hij bleef wel zetelen in het Brussels parlement.