Anna Franziska Jäger was dertien in 2010: 'Toen was ik nog zo naïef'

Patrick Jordens
© Brussel Deze Week
23/08/2013
In de laatste aflevering van onze zomerreeks zijn we in 2010 aanbeland. Slechts drie jaar geleden vierde Anna Franziska Jäger (16) haar dertiende verjaardag. "Intussen is er al zoveel veranderd," zegt ze. "Ik stelde me drie jaar geleden vaak voor hoe het zou zijn om zestien jaar te zijn. Wel, het is nog beter dan ik dacht!"

Z e is de dochter van gepassioneerde en bekende ouders, de choreografe Anne Teresa de Keersmaeker en Gerhard Jäger, de bezieler van Art Basics for Children. "Je gaat dat waarschijnlijk ook wel moeten vermelden in het artikel, over mijn ouders?" vraagt Anna Franziska (A-F) halverwege ons gesprek, een beetje argwanend. Niet dat ze erom verlegen zit, verzekert ze mij, integendeel: ze kijkt echt op naar haar creatieve vader en moeder. Maar ze wil ook graag voor zichzelf staan. "Ik heb het daar vaak over met Hana De Pauw (dochter van Josse De Pauw, red). We beseffen heel goed wat we van onze ouders hebben meegekregen, maar hopelijk zien de mensen ons toch niet alleen maar als de dochters van."

Vijf jaar geleden stond A-F voor het eerst zelf in de spotlights toen ze de hoofdrol wegkaapte van de film My queen Karo van Dorothée Vandenberghe. Waarvoor ze met goeie kritieken en enkele prijzen overladen werd. "In die periode, van mijn tiende tot mijn dertiende, leek acteren vanzelfsprekend. Maar hoe ouder ik word, hoe minder zeker ik daarvan ben. Ik kreeg de kriebels om te spelen voor een groot deel door mijn omgeving, omdat mama en mijn tante Jolente vaak op scène stonden en staan. Maar ik weet nu niet meer zo goed wat het echt voor mij betekent. Ik ben onzekerder dan toen ik dertien was, op dat vlak dan toch. Je hebt meer verantwoordelijkheid nu, je bent niet meer dat kleine meisje dat gewoon maar wat doet, eerder onbezonnen nog. Nu kan je achteraf, als het niet goed gaat, ook niet meer zeggen "Ah ja, maar ik was nog zo jong…"

Kunst en media
Film, dans, toneel, fotografie… het mag niet verwonderen dat A-F gezien haar stamboom al uitgebreid heeft mogen proeven van de schone kunsten. "Op mijn dertiende volgde ik dansles bij Dancing Kids van Rosas, en ging ik naar de muziekacademie van Wemmel. Nu doe ik geen van beide meer. Ik dans wel nog graag, maar dan vooral als ik uitga met mijn vriendinnen. En nu en dan zit ik nog aan de piano, maar veel minder dan vroeger. Ik wil graag nieuwe dingen ontdekken. Hoe ouder ik word, hoe meer ik me voel als een spons die vanalles wil opnemen. Ik heb bijvoorbeeld een abonnement bij Cinematek en soms zit ik uren op het internet om foto's te verzamelen van kunstfotografen." Via het net komen we natuurlijk bij Facebook, en of dat, zoals voor zoveel jongeren vandaag, ook een rol in haar leven speelt? "Ja, toch wel," lacht ze. "Maar ik zeg vaak tegen mezelf dat ik er minder tijd aan wil besteden. Het is heel verleidelijk, en soms best leuk, maar het draait toch te dikwijls om dingen die me niet genoeg interesseren."

De stad is de school
Terug naar 2010. Als ik haar vraag welke de strafste herinnering is van de periode waarin ze dertien jaar was, moet ze niet lang nadenken: "Mijn eerste schooldag op de middelbare school, natuurlijk! De hele zomervakantie zit je daarover na te denken, over hoe dat gaat zijn. En dan is het eindelijk zover! Je hebt echt het gevoel dat het allemaal gaat beginnen. Ik herinner me ook dat ik toen nog heel erg positief stond tegenover de school, je verwacht nog zoveel. Eigenlijk was ik behoorlijk naiëf toen, niet alleen op vlak van school. Terwijl nu... (lacht) Soms is school echt wel 'balen', zeker tijdens de examenperiodes. Maar al bij al valt het best mee. Ik vind dat ik op een goeie school zit, omdat er verwacht wordt dat de leerlingen er mee voor zorgen dat het interessant genoeg is. We krijgen een gezonde vorm van vrijheid. Niet te veel en niet te weinig. Je kan ook echt in discussie gaan met de leerkrachten, je wordt er au sérieux genomen."

Die lovende woorden zijn voor het Maria Boodschaplyceum, pal in het hart van de stad, en ook de locatie steekt een stevig handje toe om de schooltijd te kunnen harden. "Ja, dat is super, alles is vlakbij en de school pikt daar goed op in. Als je het toch even niet meer ziet zitten binnen de schoolmuren, ga je gewoon na school samen met de vrienden de stad in. En daar gebeurt het, hé!" lacht ze.

A-F is geboren en getogen in Brussel en dat zal je geweten hebben. Haar liefde voor onze hoofdstad lijkt onvoorwaardelijk: "Ik kan er enorm van genieten om met vrienden op een plek in Brussel te zitten, te kletsen en gewoon naar de mensen te kijken. Toen ik dertien was, ging ik vaak naar Recyclart. Met het skateboard, jaja, maar ik had het meestal gewoon maar vast (lacht). Ik was daar toen vooral om rond te kijken. Nu ga ik ook nog naar Recyclart, maar eerder voor de feestjes. Als we overdag afspreken is dat meestal aan de 5-4 (Cinq-quat', red.) Zo noemen we Place Sainte-Catherine, als we sms'en. De Begijnhofkerk en Parking 58 boven de GB zijn ook twee van onze favorieten. Om zomaar wat 'rond te hangen', noemt mijn mama dat dan."

"Ik zie mezelf helemaal niet in Antwerpen of Leuven wonen. Er zijn zoveel toffe aspecten aan Brussel. Eerst en vooral is het groot en klein tegelijkertijd. Je kunt er verdwijnen in de massa, en toch kom je gemakkelijk bekenden tegen. Ik geraak er ook nooit op uitgekeken, er zijn altijd weer nieuwe plekken te ontdekken. En nochtans heb ik al op veel verschillende plaatsen gewoond, van Vorst tot Molenbeek, van Schaarbeek tot Laken. Ik snap ook die vooroordelen niet tegenover de verscheidenheid. Weet je dat er 98 verschillende nationaliteiten zijn bij ons op school? Ik heb Spaanse, Nederlandse en Marokkaanse vrienden en ik vind dat alleen maar fantastisch... Ik geloof echt dat ik voor een deel ben wie ik ben dankzij Brussel. En op dat vlak heb ik zeker ook veel geluk met mijn ouders, dat ze mij toelaten om van de stad te 'profiteren'. En ook dat we daar de middelen voor hebben, natuurlijk."

De tyrannie van de looks
Ik dring nog eventjes aan en vraag haar of er misschien ook wat minder leuke kanten zitten aan opgroeien in de grootstad. Maar ze is niet te vermurwen: "Die zijn er, natuurlijk, maar de negatieve kanten worden overstemd door al het positieve. Wat ik op mijn dertiende wel moeilijk vond om mee om te gaan - maar dat heeft met Brussel op zich niets te maken - was de druk van de buitenwereld op hoe je eruit ziet. Dat was soms heel belastend. Rond je twaalf, dertien jaar screenen leeftijdsgenoten je heel hard op je uiterlijk... Nu nog, maar ik kan er beter tegen, kan het beter relativeren. Mijn vader vond dat ik in die periode te veel bezig was met shoppen. Maar de sociale controle was soms heel extreem. Ik had ooit eens iets aangetrokken dat er redelijk ongewoon uitzag. Hoe mijn klasgenoten daarop reageerden toen, jongens! Soms zijn jongeren op dat vlak te hard voor elkaar. En langs de andere kant begrijp ik wel dat we ons op die manier willen uiten, dat is iets van alle tijden, denk ik. Via je kleren wil je tonen wie je bent. In zekere zin is iets lelijks aantrekken dan minder erg dan iets te gewoons, als je maar een eigen stijl hebt. Het gekke is dat iedereen wel doet alsof hij of zij een persoonlijke stijl heeft, maar eigenlijk lijkt iedereen nogal hard op elkaar. Als je gaat shoppen met vriendinnen bijvoorbeeld... Als je niet oplet, zijn zij het die alles voor jou beslissen."

"Te groot voor de poppen, te groot voor de merels. Te klein voor de liefde, te klein voor de kerels," zo bezong de Nederlandse chansonnier Paul van Vliet die beloftevolle maar vertwijfelde tussenin-leeftijd in 'Meisjes van dertien', een klassieker uit 1971 alweer. Veertig jaar later is er nauwelijks iets veranderd, als ik A-F mag geloven. "Ik herken me in die woorden, ja. Het is een rare leeftijd eigenlijk. Naar de buitenwereld beweer je meestal dat je graag ouder wil zijn, volwassen wil worden. Maar stiekem, diep van binnen, wil je soms nog graag met de poppen spelen, ja. En bij elke halve kus van een jongen op de mond sla je tilt (lacht). Om eerlijk te zijn, ik voel me toch beter nu, als zestienjarige. Ik geniet van de vrijheid én van de onafhankelijkheid. Een paar weken geleden ben ik voor het eerst op reis gegaan zonder ouders maar met zeven vriendinnen, naar Lissabon. En met mijn zelf verdiende centjes dan nog! Dat gaf een heel speciaal gevoel. En we hebben ons daar gewoon illegaal goed geamuseerd... Ik bedoel: zo goed als het eigenlijk niet zou mogen! (lacht)"

Tijdsbarometer

Van welke verenigingen was je lid?
"Van Dancing Kids bij Rosas, van de muziekacademie in Wemmel, en van een tennisclub"

Welke historische gebeurtenis in Brussel bleef je bij?
"Mijn eerste schooldag op de middelbare school"

Wie was je held?
"Had ik niet echt. Maar van mijn tante, Jolente de Keersmaeker, heb ik veel opgestoken, op allerlei vlakken."

Welk voorwerp was je dierbaar?
"Een oud sigarendoosje dat ik ooit zelf gevonden heb: daar bewaarde ik onder andere de vele briefjes van mama in."

Een plek waar je graag vertoefde?
"Het dak van de Parking 58 op de tiende verdieping, ofwel 'den tien', zoals wij zeggen."

Ik was 13 in ...

Hoe was het om dertien te zijn? Een zomer lang stellen we de vraag aan Brusselaars uit verschillende decennia. Benieuwd naar verschillen en gelijkenissen. Speelden ze op straat? Smeekte de stad om verkend te worden? Wat zat er in de boterhammendoos? 

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel-Stad, Samenleving, Ik was 13 in ...

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni