Op 1 juni blaast de verplichte inburgering in Brussel haar eerste kaarsje uit. Maar Vlaams parlementslid voor N-VA Annabel Tavernier en haar partijgenoot in het Brussels Parlement Gilles Verstraeten maken een kritische analyse.
N-VA kritisch over 1 jaar verplichte inburgering in Brussel
Sinds 1 juni 2022 krijgen nieuwkomers met een bepaald statuut een verplicht inburgeringstraject opgelegd. Ze krijgen zes maanden om zich te wenden tot een onthaalbureau van de Vlaamse (Bon) dan wel de Franse Gemeenschap (BAPA).
Doen ze dit tijdig, dan ontvangen ze van de gemeente een schriftelijke aanmaning om zich binnen de twee maanden alsnog in regel te stellen. Pas nadat die twee maanden overgeschreden wordt, is er sprake van weigering en dient de gemeente het dossier over te maken aan de GGC met het oog op een sanctie.
Uit de meest recente cijfers blijkt dat de verplichte inburgering moeilijk van de grond komt. In het voorbije jaar werden 34.153 nieuwkomers gecontroleerd om te bekijken of zij een inburgeringtraject moeten volgen. Er zijn vandaag 2.414 actieve dossiers van nieuwkomers die een verplichting opgelegd kregen. Vier op de tien (1.034) schreven zich reeds in bij een onthaalbureau, waarbij ongeveer 20 procent voor een traject in het Nederlands koos.
'Niet meer dan een slag in het water'
Gilles Verstraeten vindt dat de gemeenten de verplichting onvoldoende opvolgen: "Dat slechts 80 nieuwkomers die onder de verplichting vallen maar zich niet inschreven voor een traject, door hun gemeente in gebreke gesteld werden, is veelzeggend. Heel het systeem, ook qua sancties, staat of valt met hun deelname. Er lopen vandaag achttien sanctieprocedures bij de GGC."
"Die aantallen blijven beperkt, zeker als je weet dat er in Vlaanderen in 2022 meer dan tienduizend verplichte trajecten zijn opgelegd, meer dan duizend inbreukdossiers zijn opgesteld en vierhonderd boetes zijn uitgedeeld," aldus Verstraeten.
'Schril contrast met Vlaanderen'
"Tegelijkertijd neemt Vlaanderen verschillende initiatieven om nieuwkomers warm te maken en gemeenten te informeren. Hoog tijd dat de GGC (Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, red.) hetzelfde doet. Anders is het niet meer dan een slag in het water", vinden de N-VA politici.
"We hadden al voor de start serieuze bedenkingen over de manier waarop het hele systeem in elkaar zit, met een grote afhankelijkheid van de Brusselse gemeenten. Alles staat of valt met hun medewerking," stellen Tavernier en Verstraeten. "Gelukkig leggen alle negentien gemeenten intussen wel verplichtingen op, wat in november nog niet het geval was."
De cijfers staan volgens Vlaams Parlementslid Annabel Tavernier in schril contrast met de inspanningen die vanuit Vlaanderen worden geleverd. Voor haar is het duidelijk dat het probleem vooral zit bij het opvolgen en sanctioneren van inburgeringsplichtigen. "En dat is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de GGC en de Brusselse gemeenten", stelt ze.
Lees meer over: Brussel , Samenleving , Inburgering , verplichte inburgering , Gilles Verstraeten , N-VA