Stadsmoestuinen veroveren langzaam terrein

Bruno Schols, Danny Vileyn
© Brussel Deze Week
25/04/2013
Minister van Leefmilieu Evelyne Huytebroeck (Ecolo) heeft een inventaris besteld van alle braakliggende terreinen die eigendom zijn van de overheid. Huytebroeck is op zoek naar terreinen voor professionele groentekweek. De voorbije jaren mikte de minister met Leefmilieu Brussel op de amateurtuinder.

D e winter lijkt nu wel echt achter de rug. Tijd om te zaaien en te planten. Voor veel Brusselaars zit er weinig meer in dan een bak bloemen of kruiden op het terras. Sommigen hebben meer geluk, zoals de tuinders van de Carré Tillens op de grens van Vorst en Ukkel. De jongste jaren komen er volgens het kabinet Huytebroeck ieder jaar zes tot zeven collectieve moestuinen bij. Over heel Brussel zijn er - in parken en langs de groene wandeling - tweehonderd plekken waar eetbare gewassen en klein fruit worden gekweekt. In Tournay-Solvay (in Watermaal-Bosvoorde, red.) werden vorig jaar pompoenen gekweekt en ook in het Jubelpark werden grote bakken geplaatst voor de groentekweek. Een wandeling langs drie lentetuinen.

"Vorig jaar had ik 54 soorten groenten, mijn lap grond is 50 m2 groot. Toegegeven, van sommige soorten sla had ik maar een paar stuks en ik had verschillende soorten radijzen." Aan het woord is Bernard Queeckers, voorzitter van de collectieve tuin Carré Tillens, een idyllisch oord tussen de Alsembergsesteenweg, de Roosendaelstraat en de Besmelaan in Ukkel. Het enorme terrein telt 21 tuintjes, zegt Bernard. "Iedereen mag kweken wat hij wil - al moedigen we diversiteit aan, er mogen geen afsluitingen geplaatst worden rond de percelen - en alles, ook de opbergkisten voor het tuinmaterieel bijvoorbeeld, moet uit hout vervaardigd zijn."

Problemen zijn er niet volgens Bernard: "Dit is een echte wijktuin, de buurtbewoners letten goed op. Vroeger waren er tuinders die van ver kwamen en alleen aan rentabiliteit dachten. Ze omspanden hun tuin als een versterkte burcht uit schrik voor diefstal en ze gebruikten daarvoor niet de mooiste materialen." Toen in 1996 een promotor de Carré wou volbouwen, was niet iedereen tegen. Nu is dat wel anders. Queeckers: "Eigenaars van panden aan de Roosendaelstraat afficheren nu 'te huur: appartementen met uitzicht op prachtige tuin'." Drie jaren hebben Queeckers en zijn medestanders gevochten tegen de promotor. Toen die failliet ging, deed de buurt een beroep op de gemeente Ukkel om de site aan te kopen. Maar die liet weten geen geld te hebben. Gelukkig had Leefmilieu Brussel (toen nog Brussels Instituut voor Milieubeheer, red.) wel geld. Naast de tuintjes is er ook een semi-natuurlijk zone, een tuin met laag fruit. Er is een composthoek, er zijn vogelkastjes, er is een insectenhotel en er zijn bijenkorven. Queeckers troont me mee naar een goed afgesloten, afzonderlijke tuin: een pedagogische tuin waar schoolkinderen zich kunnen uitleven. Op de composthoek is Queeckers bijzonder fier - de commerciële vaten die hij zich eerst had aangeschaft, voldeden niet. Hij sloeg dan maar zelf aan het timmeren. "Mijn compostvaten werden nauwgezet gekopieerd door het Wolvendaelpark," licht Queeckers toe.

Daktuin aan fifties-eetzaal
Er zijn al tuinen aan de Carré Tillens sinds 1960, illegaal weliswaar. Toen Leefmilieu Brussel het beheer in 2000 in handen kreeg, bleek de grond erg vervuild. Van een deel van het terrein werd 50 centimeter uitgegraven om er te kunnen tuinieren. "De winter was lang," zegt Queeckers, "nu kunnen we eindelijk beginnen. Stuur zaterdag maar een fotograaf, als het mooi weer is zal je hier heel wat tuinders aan het werk zien." Carré Tillens, dat eigendom is van het OCMW van Vorst, is ondertussen ingekleurd als groene zone.

Vorig jaar heette de tuin op het dak van de Koninklijke Bibliotheek, Potage-Toit, eenmalig te zijn, maar ook voor dit jaar heeft minister van Leefmilieu Evelyne Huytebroeck geld veil om het project verder te zetten. Een bezoek is zeer aan te raden. Met de lift vijf hoog naar het dak van de bibliotheek, door de fifties-eetzaal naar het dak is al een belevenis. Filippo is om halfelf druk bezig met compost te bereiden. Tussen 9 uur en 10 uur gaf hij al een rondleiding. Nu wacht hij op deelnemers van de meewerkdag. Er moet vandaag geplant en gezaaid worden. Filippo onderneemt een poging om me de principes van biodynamisch tuinieren uit te leggen. "Nu is het ideaal om spinazie te zaaien, de stand van de maan is perfect." Kies je niet het juiste moment uit, zo legt Filippo uit, dan krijg je enorme wortels en kleine bladeren. De ajuintjes staan al mooi in de groei, vandaag worden er courgettes en radijzen gezaaid. Op een tafel staan de flessen biologisch fruitsap klaar. We krijgen gezelschap van drie studentes journalistiek van IHECS.

De Groene Wandeling voert ons naar het hart van Neerpede. Wij gaan er met natuurgids Erwin Sergooris op zoek naar eetbare planten. Hij neemt ons mee naar Betteraves. De zeven are grote moestuin is genoemd naar de belendende Bietenstraat, maar je moet langs de Koevijverstraat een landwegje inslaan om de tuin te bereiken.

Snikhete serre
Achter een mesthoop zien we verschillende percelen die nog met een zwart zeil overdekt zijn, om de grond zo warm mogelijk te houden. Tussen de perceeltjes worden fruitbomen aangeplant. "De wortels van de boompjes houden op natuurlijke wijze vocht in de grond, ideaal voor de spinazie en radijzen om te groeien. Bovendien houden ze de winderosie weg," legt onze gids uit. Even later bezoeken we de serre waarin het ondanks het frisse lenteweer al snikheet is. Het regenwater dat op het dak valt, wordt in een grote groene zak achter de serre gerecupereerd en via een ondergronds systeem irrigeert het de serre. Het regenwater volstaat om de gewassen met diepe wortels van het nodige water te voorzien.

"Afgelopen woensdag oogstten we al aubergines, tomaten en paprika," zegt Boris Delaide die de lijnen in de moestuin uitzet. "We plantten ook minder bekende varianten van andijvie of erwtjes en we hebben ook inheemse klassiekers als de raap, pastinaak en de postelein. Onze groentesoorten zijn niet geschikt voor grootschalige landbouw maar ze hebben veel meer smaak."

Het beheer van de moestuin valt onder het sociaal ondernemerschapsproject Vert d'Iris dat in samenwerking met de vereniging Eco-Innovation beroepsopleidingen aanbiedt om zoveel mogelijk mensen professioneel in te schakelen. Op dit moment steken er twaalf stagiairs 2,5 dag per week de handen uit de mouwen. Daarnaast krijgen ze tijdens de zes maanden durende opleiding ook een theoretisch cursus over de basiselementen van biologische landbouw.

Bedoeling is om er op termijn een rendabele onderneming van te maken. Daarvoor is het project zich nu aan het omvormen tot coöperatieve. Voor honderd euro kan je je in de coöperatie inkopen en in het bestuur van de vereniging zetelen.

"We zijn in 2010 met de moestuin begonnen en zijn sindsdien voortdurend gegroeid," zegt Boris Delaide, die nauw betrokken is bij de tuin. Vert d'Iris kent al verschillende afnemers, waaronder veel particulieren die hun bestellingen via internet plaatsen. Een van zijn klanten is niemand minder dan topchef Christian Tirilly van het Sheraton-restaurant.

Het landbouwbedrijfje moet als coöperatieve verder blijven groeien. De bedoeling is om op termijn een omzet van om en bij de dertigduizend euro te draaien, ofwel drie keer meer dan nu het geval is.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Samenleving

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni