Bijgedachte

'Uit angst voor de kiezer hebben we nog niet veel staatsmanschap gezien'

29/09/2020

| 22 september 2020: studenten op de VUB bij het begin van het nieuwe academiejaar, met mondmasker.

Crisissituaties hebben één groot voordeel. Ze tonen goed aan wat naar behoren werkt, maar ze zetten op scherp wat misloopt.

Dat is met deze epidemie niet anders. De recente beslissingen na de heropflakkering van het virus in ons land spreken boekdelen. De Nationale Veiligheidsraad had woensdag moeten beslissen om kleurcodes in te voeren, zodat regionale maatregelen naargelang de lokale besmettingsgraad mogelijk waren. Dat is een uitstekende strategie om het virus in te dijken. Het zorgt niet alleen voor duidelijkheid en een evenredig beleid, het werkt ook responsabiliserend.

In plaats van zo’n tabel met kleurencodes kondigde de Nationale Veiligheidsraad maatregelen aan die alleen maar als een versoepeling begrepen kunnen worden.

Al de dag erna zag premier Sophie Wilmès (MR) in hoe fout die communicatie was. Zeker omdat de cijfers zorgwekkend aan het stijgen zijn. Dit weekend liet ze in allerijl de Brusselse beleidsmakers samenroepen om de maatregelen in de hoofdstad weer strenger te maken.

De indruk die overblijft? Het hele beslissingsproces is chaotisch, weinig transparant en lijkt totaal ondoordacht. En net dat kan een crisis niet verdragen. Het beleid moet vertrouwen wekken. Pas dan zal de bevolking gemotiveerd deze moeilijke periode proberen door te komen.

"De zesde staatshervorming heeft het veiligheidsbeleid volledig bij de Brusselse regering gelegd. De minister-president kan de touwtjes strak in handen nemen, maar daar is niet veel van te merken"

Steven Van Garsse, senior writer BRUZZ

Steven Van Garsse, senior writer BRUZZ

Erger nog is het gebrek aan leiderschap. De zesde staatshervorming heeft het veiligheidsbeleid volledig bij de Brusselse regering gelegd. De minister-president kan de touwtjes strak in handen nemen, maar daar is niet veel van te merken. Rudi Vervoort (PS) is in deze crisis goeddeels afwezig, en de burgemeesters lopen kakelend en toeterend rond. Terwijl een sterke stem nu juist mee kan helpen om de maatregelen consequent te laten naleven.

Ter verdediging van Vervoort: wat Brussel meemaakt, is niet uitzonderlijk. Ook het federale of Vlaamse niveau hebben het moeilijk om de juiste toon te vinden. Overal is er gekibbel. Tussen politiek en wetenschap en tussen de verschillende beleidsniveaus. En veel daadkracht valt er niet te bespeuren.

De verklaring is eenvoudig: politici, die de onhebbelijke gewoonte hebben om op korte termijn te denken, hebben met deze crisis niet veel te winnen. Onpopulaire maatregelen zijn nodig, mooie projecten die op stapel stonden, moeten in de koelkast. En dan zwijgen we nog over de donkerrode begroting. Dus kruipen de ministers in hun schelp.

Het is meteen het verschil tussen de politicus en de staatsman. De eerste probeert na vijf jaar opnieuw verkozen te raken. De staatsman staat juist recht als de storm het hardst opsteekt. In deze crisis hebben we nog niet veel staatsmanschap gezien. Al zeker niet in Brussel. De angst voor de kiezer overheerst.

Waar liep het fout in de eerste golf?

Wil dat zeggen dat Brussel er niets van gebakken heeft? Zeker niet. De gezondheidssector heeft in de eerste golf standgehouden. De Brusselse regering heeft ook gekeken naar de sociale gevolgen. De rusthuissector, die plots met apocalyptische toestanden te maken kreeg, heeft zich gesteund geweten door Iriscare. Er zijn in mei ook een aantal belangrijke beslissingen genomen om de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (GGC) te versterken.

Maar intussen lieten wel vijftienhonderd Brusselaars het leven. Brussel is daarmee bovengemiddeld getroffen door de pandemie. Verder kreeg de stedelijke economie een enorme klap. De horeca, culturele huizen en de evenementensector? Zij bloeden allemaal.

Donderdag gaat in het Brussels parlement de Bijzondere commissie Covid-19 van start. Die moet onderzoeken wat er in de eerste golf in Brussel fout liep en hoe het nu verder moet.

De vraag rijst wel of die Bijzondere commissie haar werk in alle objectiviteit kan doen. Bij de installatievergadering vrijdag bleken de meerderheidspartijen het al op een akkoordje te hebben gegooid. Het kader? Het kan niet de bedoeling zijn om verantwoordelijken met de vinger te wijzen. De epidemie is er gekomen en daar kan Brussel niet veel aan doen. Dat is de insteek.

Dat is op zich waar, maar het is een foute voorafname op het debat. Als er fouten zijn gemaakt, moeten de verantwoordelijken daar wél voor ter verantwoording worden geroepen. Pas daarna kunnen er echt lessen worden getrokken.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Samenleving, aanpak coronacrisis, versoepeling , covid-19, Brusselse regering, Rudi Vervoort, sophie wilmès

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni