Didier Nys

Review
Score: 4 op 5

Front 242 begint energiek en dankbaar aan afscheids­driedaagse in AB

Tom Peeters
© BRUZZ
24/01/2025

Een kleine 900 concerten op 44 jaar: dat is de livenalatenschap van Front 242. De Brusselse band vond niet alleen een genre uit, hij inspireerde er ook nog een handvol andere. Op hun op twee na laatste concert bewezen de elektronicapioniers dat niemand de dystopische dreun beter evoceert dan zij.

Met hun dreunende, erg fysieke electronic body music (EBM) waren de heren van Front 242 de voorlopers van de industrial, de techno en de new beat, en schreven ze vanuit de underground een van de opvallendste (en integerste) verhalen uit de belpopgeschiedenis. Aan het einde van hun zoveelste uitverkochte AB-show riep Richard Jonckheere alias Richard 23, het publiek verrukt toe: “We did it the way we wanted. No concessions!” om het vervolgens aan zijn hart te drukken: “Maar dat konden we alleen maar via jullie." De liefde was wederzijds.

What you hear is what you get

Veel poespas had het viertal daar niet voor nodig. What you hear is what you get. Het podium was trouw aan het gekoesterde DIY-adagium ‘minimalistisch en strak’, met rechts alleen het keyboard en een tafel met materiaal van Patrick Codenys, en links het rudimentaire drumstel van vierde (live)bandlid Tim Kroker. Daartussen hadden de frontmannen en vocalisten Jonckheere en Jean-Luc De Meyer alle ruimte van de wereld om de zaal op te peppen. De lange intro van opener ‘W.Y.H.I.W.Y.G.’ bouwde alvast minutieus de spanning op, waarna de protagonisten – in zwarte uniformen, achter zwarte zonnebrillen – opkwamen, zowel op het podium als op het geprojecteerde desolate strand achter hen.

"Wat hebben we gedaan om dit te verdienen?” klonk het na het applaus

Het zou niet de laatste keer zijn dat industriële beats clashten met dystopische beelden van verlaten vlaktes en hier en daar een brutalistisch detail. Intussen was het in de zaal dekking zoeken voor de verblindende stroboscopen. Het duistere ‘Moldavia’ kreeg vervolgens abstractere visuals mee.

Fysiek op de huid

De rauwe EBM van ‘Body to body’, het B-kantje van hun eerste single uit 1981, kroop daarna ook fysiek op de huid. Tijdens ‘Don’t crash’ werd nogmaals duidelijk hoe Front 242 van declameren op beats een huismerk maakte, lang voor anderen er zich aan vergaloppeerden.

‘U-men’ had het over tv-schermen terwijl visuals een ouderwetse veldslag toonden. Je zou hun koudeoorlogsretoriek archaïsch of anachronistisch kunnen noemen in een veranderde wereld, maar is dat wel zo? We kunnen ons niet meteen een band voor de geest halen die met evenveel daadkracht, panache en verbeelding hetzelfde doet in dit op propaganda terende tijdperk van smartphones, AI en even holle politieke kreten.

Dystopisch plaatje

Toen we het zoveelste retrofuturistische, modernistische bouwwerk in een gedoemd landschap op het scherm zagen passeren, vroegen we ons af waarom de tv-reeks Arcadia Front 242 nooit had gevraagd als location hunter. Of het nu strand-, water- of sneeuwvergezichten betrof, Front 242 maakte er met een vingerknip een dystopisch plaatje van. Op klepper ‘No shuffle’ zagen we naast smeltende ijskappen een ijsbeer een zeehondje verschalken.

‘Soul manager’ en ‘Funkahdafi’ waren de verrassingen van de chef, want het was alweer een tijdje geleden dat ze opdoken op Black out: the final shows, zoals deze wereldtournee officieel heet. Het angstaanjagende ‘Gripped by fear’ dreef op zware eightiessynths. ‘Red team’ was daarna spot on in tijden van polarisatie. Er verschenen Russische letters op de achtergrond.

Met hun dreunende, erg fysieke electronic body music (EBM) waren de heren van Front 242 de voorlopers van de industrial, de techno en de new beat

Strijdbaar en dankbaar

Na krachtige versies van ‘Take one’ en ‘Master hit’ was er herkenningsapplaus voor het grauwe ‘Tragedy >for you<’, terwijl cijfers onheilspellend meeliepen op het scherm. Voor het nog onuitgebrachte ‘Fix it’ verliet De Meyer even het podium om Jonckheere nog meer ruimte te gunnen. Eerder klonk ook ‘Generator’, die andere nog niet aan een album toevertrouwde track, erg strijdbaar tussen ophitsende proto-new beat-klanken: “Together, divided, we live, we die.” Waarom nog wachten om dit uit te brengen? Hoorden we daar trouwens iemand “No fucking Trump, please” roepen?

Ten slotte was het nog sardonisch lachen, gieren en brullen in ‘Welcome to Paradise’, met een gekruisigde Jezus als stille getuige. “Wat hebben we gedaan om dit te verdienen?” klonk het na het applaus. De laatste bis ‘Headhunter’, waarvan het immer beklijvende refrein luidkeels werd meegezongen, zorgde op de valreep voor kippenvel. “See you in another life,” hoorden we nog, waarna een slideshow met foto’s voorbijflitste en een unieke carrière samenbalde. Als (intussen) professionele afscheidnemers stonden de bandleden de fans tegelijk minuten dankbaar toe te klappen.

  • Front 242, Ancienne Belgique, 24 en 25 januari - UITVERKOCHT

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni